Le français au quotidien 2: nouer des contacts avec qqn Flashcards
3 manieren om iemands aandacht te trekken
S’il vous plaît,
Pardon,
Excusez-moi,
luister
ecoutez
zeg (eens)
dites
ik moet ervandoor maar jullie horen nog van mij
je dois vous laisser mais je vous recontacte
Mag ik u even storen
pourrais-je vous déranger un instant
Hebt u even tijd
auriez-vous un instant?
Est-ce que vous auriez un instant
Kunnen we even spreken?
Pourrions-nous parler un instant ?
Mag ik u iets vragen?
Pourrais-je vous demander quelque chose?
Kan ik u onder 4 ogen spreken
pourrais-je vous parler seul à seul
u stoort me helemaal niet
Vous ne me dérangez pas du tout
ga je gang
allez-y
natuurlijk. geen probleem
Bien sûr. Pas de problème !
alstublieft (ga je gang, in deze zin dat iemand reageert op een vraag)
je vous en prie
kom binnen
entrez
stoor ik
Est-ce que je vous dérange
maar neen, helemaal niet
Mais non, pas du tout.
Vous ne me dérangez pas du tout
Sorry dat ik u stoor
Excusez-moi de vous déranger
Sorry dat ik u onderbreek
Excusez-moi de vous interrompre ?
Een ogenblikje aub
Un instant s’il vous plaît
Ik kom dadelijk bij u
Je suis à vous dans un instant
Gelieve een ogenblikje geduld te hebben
Veuillez patienter un instant
Ik ben zo terug
je reviens tout de suite
Ik sta zo dadelijk tot uw beschikking
Je serai à votre disposition dans deux secondes
Het zal maar een paar minuutjes duren
Il n’y en a que pour quelques minutes
Zou u even kunnen wachten
Pourriez-vous attendre/patienter quelques instants
Ik kom er aan
J’arrive
Ik kan nu niet
Je ne peux pas en ce moment
