ça brule 2 Flashcards
een brandblusser
un extincteur
het poeder
la poudre
de straal
le jet
het gelaat
la figure
le visage
aanbrengen
appliquer
afkoelen
refroidir
de afkoeling
le refroidissement
belangrijkste
primordial
behouden
maintenir
het behoud
le maintien
een weefsel
un tissu
onderliggend
sous-jacent
de laag
la couche
zich uitbreiden
s’étendre
groter worden
devenir plus grand
de diepte
la profondeur
besprenkelen water geven
arroser
onderdompelen
tremper
vuil water
l’eau souillée
l’eau sale
echter
néanmoins
cependant
toutefois
ervoor zorgen
veiller à
prendre soin de
ne pas oublier de faire
elektriciteit afsluiten
couper le courant
ijswater
l’eau glacée (eau = f.)
onderkoeling
une hypothermie
verlaging
un abaissement
gepast, geschikt
approprié
adéquat
onder het normale
au-dessous de la normale
een verband, een verband aanleggen
un pansement
panser
kiemen die een infectie kunnen veroorzaken
des agents infectieux
een wonde verzorgen
soigner une plaie