La tarea de la primera lección (ESP-NL) Flashcards
Caer (-go)
Vallen
Conseguir (-go)
Krijgen
Contener (-go)
Bevatten
Decir (-go)
Zeggen
Hacer (-go)
Doen/maken
Mantener (-go)
Onderhouden
Obtener (-go)
Krijgen
Oír (-go)
Horen
Poner (-go)
Neerleggen/-zetten
Posponer (-go)
Uitstellen
Proponer (-go)
Voorstellen
Salir (-go)
Uitgaan/vertrekken
Seguir (-go)
(ver)volgen/doorgaan
Tener (-go)
Hebben
Tener que (-go)
Moeten
Traer (-go)
Brengen/meenemen
Venir (-go)
Komen
Almorzar (o:eu)
Lunchen
Apostar (o:eu)
Gokken/wedden
Contar (o:eu)
Tellen/vertellen
Costar (o:eu)
Kosten
Devolver (o:eu)
Teruggeven
Dormir (o:eu)
Slapen
Encontrar (o:eu)
Vinden
Jugar (o:eu)
Spelen
Llover (o:eu)
Regenen
Morir (o:eu)
Sterven/doodgaan
Mostrar (o:eu)
Laten zien
Mover (o:eu)
Bewegen
Oler (o:eu)
Ruiken
Poder (o:eu)
Kunnen/mogen
Probar (o:eu)
Uitproberen/proeven
Recordar (o:eu)
Zich herinneren/onthouden
Resolver (o:eu)
Oplossen
Sonar (o:eu)
Klinken/geluid maken
Volar (o:eu)
Vliegen
Volver (o:eu)
Terugkomen/teruggaan
Calentar (e:ie)
Opwarmen
Cerrar (e:ie)
Sluiten/dichtdoen
Comenzar (e:ie)
Starten/beginnen
Defender (e:ie)
Verdedigen
Empezar (e:ie)
Starten/beginnen
Encender (e:ie)
Aanzetten/aansteken
Entender (e:ie)
Begrijpen/snappen
Fregar (e:ie)
Afwassen
Herir (e:ie)
Verwonden
Invertir (e:ie)
Investeren
Mentir (e:ie)
Liegen
Negar (e:ie)
Ontkennen
Nevar (e:ie)
Sneeuwen
Pensar (e:ie)
Denken
Perder (e:ie)
Verliezen/iets missen
Preferir (e:ie)
Liever/voorkeur hebben
Querer (e:ie)
Willen
Recomendar (e:ie)
Aanraden
Sentar (e:ie)
Zitten
Sentir (e:ie)
Voelen
Sugerir (e:ie)
Voorstellen/suggereren
Agradecer (-cer-cir:zco)
Bedanken
Aparecer (-cer-cir:zco)
Verschijnen
Conducir (-cer-cir:zco)
(auto)rijden
Conocer (-cer-cir:zco)
Kennen
Crecer (-cer-cir:zco)
(op)groeien
Desapacer (-cer-cir:zco)
Verdwijnen
Enloquecer (-cer-cir:zco)
Flippen/doordraaien
Favorecer (-cer-cir:zco)
Begunstigen
Florecer (-cer-cir:zco)
Bloeien
Lucir (-cer-cir:zco)
UItzien