1.3 Lección cinco - 340 verbos Flashcards
Omhelzen/knuffelen
Abrazar
Openen/open doen
Abrir
Accepteren/aannemen
Aceptar
Adviseren
Aconsejar
Begeleiden / meegaan
Acompañar
Zich herinneren
Acordarse
Liggen / naar bed gaan
Acostartse
Wennen
Acostumbrarse
Raden / gokken
Adivinar
Gelukkig maken
Agradar
Bedanken
Agradecer
Sparen
Ahorrar
Bereiken
Alcanzar
Blij maken
Alegrar
Huren / verhuren
Alquilar
Lunchen
Almorzar
Houden van
Amar
Wandelen
Andar
Toevoegen
Añadir
Uitzetten / uitschakelen
Apagar
Parkeren
Aparcar
Zin hebben
Apetecer
Ondersteunen / steunen
Apoyer
Leren
Aprender
Regelen
Arreglar
Durven
Atreverse
Laten weten
Avisar
Dansen
Bailar
Uitstappen
Bajar
Baden/douchen
Bañarse
Drinken
Beber
Kussen
Besar
Blokkeren / vergrendelen
Bloquear
Duiken
Bucear
Zoeken
Buscar
Vallen
Caer
Mond houden
Callarse
Kletsen
Charlar
Chatten
Chatear
Wisselen / veranderen
Cambiar
Lopen
Caminar
Afzeggen / annuleren
Cancelar
Zingen
Cantar
Opladen
Cargar
Trouwen
Casarse
Vieren
Celebrar
Poetsen
Cepillarse
Sluiten / dicht doen
Cerrar
Pakken
Coger
Starten / beginnen
Comenzar