L9: Eigendom Flashcards
Waar worden zakelijke rechten geregeld?
n Boek 5 worden de zakelijke rechten geregeld. Dit zijn die rechten die enkel kunnen rusten op voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2).
Het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben, is …?
het eigendomsrecht
Verschil oud BW vs Nieuw BW?
In het huidige recht spreekt men in het geval dat iemand het ‘meest omvattende recht’ op een recht (bijv. een vordering) heeft, niet langer van een eigenaar maar van een rechthebbende. De term eigendom is immers gereserveerd voor het meest volledige recht op een zaak.
Waar geldt eigendomsrecht voor?
Voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
Wat wordt bedoeld met meest omvattend?
Met meest omvattend wordt bedoeld dat alle andere zakelijke rechten van het eigendomsrecht zijn afgeleid.
Wat is moderrecht en wat is dochterrecht?
We spreken in het geval van de afgeleide rechten ook wel van dochterrechten, dit in tegenstelling tot het eigendomsrecht als moederrecht.
Noem voorbeelden van afgeleide = beperkte rechten?
Bij andere zakelijke rechten dan het eigendomsrecht kunnen we bijvoorbeeld denken aan het recht van erfpacht op een stuk grond, het recht van vruchtgebruik op een huis, het recht van erfdienstbaarheid op een stuk grond. Al deze rechten geven aan de gerechtigde bepaalde rechten en bevoegdheden die zijn afgeleid van het eigendomsrecht. We spreken hier van beperkte rechten (art. 3:8).
Wat geeft het eigendomsrecht weer?
Het eigendomsrecht geeft een relatie weer die een persoon ten opzichte van een zaak heeft
Wat is het eiegndomsrecht?
Het eigendomsrecht geeft een relatie weer die een persoon ten opzichte van een zaak heeft
Wat is een kenmerk van een goedrenrechtelijk recht?
Absolute werking
we hebben gezien dat een van de kenmerken van een goederenrechtelijk recht (een absoluut recht) de absolute werking is. Het eigendomsrecht werkt tegen een ieder, dat wil zeggen dat derden zich van inbreuken op dat eigendomsrecht moeten onthouden.
Uit het eigendomsrecht vloeit voor de eigenaar een aantal bevoegdheden voort.
Welke?
Antwoord I:
Artikel 5:1, tweede lid
Het staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen.’
a. Het staat de eigenaar vrij van de zaak gebruik te maken.
b. Met uitsluiting van een ieder.
2. Het derde lid bepaalt: ‘De eigenaar van de zaak wordt, behoudens rechten van anderen, eigenaar van de afgescheiden vruchten.’
3. Verder heeft de eigenaar ook het beschikkingsrecht ten aanzien van de zaak;
Wat betekent: Het staat de eigenaar vrij van de zaak gebruik te maken.?
Hij mag de zaak dus gebruiken. Dit kan natuurlijk van alles omvatten. De term ‘gebruik’ moeten we in de ruimste zin van het woord verstaan en omvat onder andere verbruik, beschadigen, vervormen, vernietigen enzovoort. We zullen echter nog zien dat de eigenaar bij dit gebruik niet helemaal in volstrekte willekeur kan handelen.
Wat betekent: Met uitsluiting van een ieder?
Hiermee wordt aangegeven dat het eigendomsrecht een exclusief recht is. De eigenaar mag zijn zaak gebruiken met uitsluiting van derden
Wat betekent Beschikkingsrecht?
dit wil zeggen: hij kan haar vervreemden en bezwaren met beperkte rechten. Deze bevoegdheid vinden we echter niet met zoveel woorden in de wet terug
Moet het beschikkingsrecht altijd aan de eigenaar toekomen?
het beschikkingsrecht hoeft niet altijd aan de eigenaar toe te komen, denk maar aan de situatie in faillissement
Wat zijn de beperkingen op het eigendomsrecht?
a. Het gebruik van de eigenaar mag niet strijden met rechten van anderen.
b. Het gebruik dat de eigenaar van de zaak maakt, mag niet in strijd komen met
de wettelijke voorschriften.
c. Het gebruik van de eigenaar mag niet strijden met regels van ongeschreven
recht.
Het gebruik van de eigenaar mag niet strijden met rechten van anderen.
Aan welke rechten denken we dan?
- Persoonlijke rechten
- Zakelijke rechten
- Andere rechten van derden
Verklaar niet strijden met persoonlijke rechten?
De eigenaar kan zich in zijn eigen mogelijkheid tot gebruik van de zaak beperken door bijvoorbeeld ten behoeve van derden bepaalde persoonlijke rechten in het leven te roepen, denk maar eens aan het sluiten van een huurovereenkomst, of een bruikleenovereenkomst.
De eigenaar van de zaak mag de persoonlijk gerechtigden niet storen in dit genotsrecht, hij moet daarmee rekening houden
Verklaar niet strijden met zakelijke rechten?
Evenals de mogelijkheid om zich in zijn eigen gebruik ten aanzien van een zaak te beperken door het vestigen van persoonlijke rechten, kan men ook door het vestigen van zakelijke rechten op zijn zaak ten behoeve van derden, zijn gebruik beperken. Denk bijvoorbeeld maar eens aan een recht van erfdienstbaarheid (art. 5:70), een recht van erfpacht (art. 5:85), een recht van vruchtgebruik (art. 3:201). De in deze artikelen omschreven bevoegdheden komen oorspronkelijk toe aan de eigenaar, want zij zijn inherent aan het eigendomsrecht.
Hij kan deze bevoegdheden ook aan derden verlenen, door ten behoeve van die derden beperkte zakelijke rechten te vestigen.
Verklaar niet strijden met andere rechten van derden?
Een schending van andere rechten van derden zou een onrechtmatige daad opleveren. De eigenaar mag van zijn zaak niet zodanig gebruik maken dat hij daardoor rechten van derden schendt.
Voorbeeld:
Bart, die eigenaar is van een auto, rijdt daarmee te hard over de autoweg. Door zijn grote snelheid ziet hij de overstekende Corrie veel te laat, zodat hij niet meer tijdig kan remmen.
Corrie wordt met haar #ets door de auto van Bart geraakt. Zij lijdt als gevolg van het ongeval schade: een kapotte #ets, een gebroken been en een hersenschudding. Het handelen van Bart is onrechtmatig; hij maakt inbreuk op de rechten van Corrie. Denk maar aan de kapotte #ets en het lichamelijk letsel.
Het gebruik dat de eigenaar van de zaak maakt, mag niet in strijd komen met wettelijke voorschriften.
Welke wettelijke voorschriften?
a. wetten in formele zin en
b. regelgeving afkomstig van lagere wetgevers.
Noem voorbeelden dat gebruik van de zaak niet in strijd mag komen met wettelijke voorschriften?
Grondwet
Als eerste noemen we de Grondwet. In artikel 14 van de Grondwet is de mogelijkheid van onteigening in het algemeen belang neergelegd. Deze mogelijkheid is uitgewerkt in de Onteigeningswet.
Onteigening kan worden omschreven als het ontnemen van enig goed ten behoeve van de overheid en ten algemene nutte, tegen schadeloosstelling en met rechterlijke tussenkomst.
BW
In de tweede plaats noemen we een aantal artikelen uit het BW.
Allereerst artikel 4:63. Dit artikel behandelt de legitieme portie.
Verder kunnen we hier nog een aantal bepalingen uit het burenrecht in Boek 5, Titel 4 noemen, te weten de artikelen 5:42, 5:46, 5:50, 5:51, 5:53, 5:54, 5:56, 5:57 en 5:58.
Faillissementswet
artikel 23 van de Faillissementswet.
Noem beperkingen van regelgeving op het eigendomsrecht, afkomstig van lagere wetgevers?
Vormeis:
a. De eigendomsbeperkende maatregelen moeten zijn gegoten in de vorm van een wet in materiële zin. Het moet dus een besluit betreffen dat algemene regels inhoudt
Inhoudelijke eisen:
b. De wetgeving van de lagere overheden mag aan de eigenaar het genot niet geheel ontnemen. Deze eis is door de Hoge Raad in een oud arrest reeds geformuleerd, te weten het Lantaarnpaalarrest van 14 maart 1904
c. De lagere wetgever mag niet een uitdrukkelijk aan de eigenaar door de wet toegekende bevoegdheid ontnemen. De casus die we hierbij als voorbeeld geven is de casus uit het arrest van de Hoge Raad van 19 maart 1946 (Bouwverordening)
d. De lagere wetgever mag niet de beschikkingsbevoegdheid beperken. Dit mag alleen door een wet in formele zin (zie de artt. 3:83, eerste lid en 3:98).