L17 : Gevolgen van de overeenkomst voor derden Flashcards

1
Q

Wat is de algemene regel bij een overeenkomst?

A

een overeenkomst is alleen tussen de handelende partijen van kracht’ ten grondslag ligt aan de regeling van de overeenkomst in het BW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke zijn de gevallen waarin een overeenkomst ook werking heeft jegens derden?

A

drie gevallen

  • het derdenbeding,
  • de kwalitatieve rechten
  • de kwalitatieve verplichtingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaar het derdenbeding?

A

Het derdenbeding is geregeld in de artikelen 6:253-256.

Op grond van dit artikel kan A met B een overeenkomst sluiten, inhoudende dat B zich jegens A verbindt tot het leveren van een bepaalde prestatie aan C (of inhoudende dat B zich jegens A verbindt dat C op een andere wijze jegens hem een beroep kan doen op de overeenkomst A-B), en waarbij het tevens de bedoeling van A en B is dat C een zelfstandig recht verkrijgt jegens B. Alleen in het geval dat de strekking van de overeenkomst A-B is dat C zelfstandig de prestatie van B kan vorderen, is sprake van een derdenbeding. Aanvaardt C het jegens hem gemaakte beding, dan heeft hij een zelfstandig recht verkregen op B.

Voorbeeld:

Anton sluit met Bart, eigenaar van een groot kantoorartikelenconcern, een overeenkomst, inhoudende dat Bart zich jegens Anton verbindt om aan de zuster van Anton, die een groot kantorencomplex gaat bouwen en vervolgens inrichten, de kantoormeubelen voor het betreffende complex tegen kostprijs te verkopen en leveren. Het is de bedoeling van Anton en Bart dat de zuster van Anton een zelfstandig recht verkrijgt op Bart tot levering van de kantoormeubelen tegen
kostprijs. Aanvaarding door de zuster van Anton van het ten behoeve van haar gemaakte beding, heeft tot gevolg da

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe nomen we de spelers bij een derdenbeding?

A

Degene (A) die ten behoeve van de derde (C) een eigen recht bedingt, noemen we de stipulator (‘stipulare’ is Latijn voor ‘bedingen’). Degene (B) die zich verbindt tot het leveren van een prestatie jegens de derde, wordt aangeduid als de promissor (‘promittere’ is Latijn voor ‘beloven’). Schematisch weergegeven zien we dan:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer ontstaat het recht van de derde om een prestatie te vorderen?

A

het recht van de derde om een prestatie te vorderen van een van de partijen, ontstaat pas op het moment dat hij (nadat hij vanzelfsprekend op de hoogte is gebracht van het ten behoeve van hem gemaakte beding) het derdenbeding heeft aanvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de wijze waarop de aanvaarding dient te geschieden?

A

Voor de wijze waarop de aanvaarding dient te geschieden, zijn het derde en vierde lid van artikel 6:253 van belang (het vierde lid laten we hier verder buiten beschouwing).
In het derde lid van artikel 6:253 wordt (onder andere) bepaald dat aanvaarding geschiedt door een verklaring gericht tot een van de beide andere betrokkenen. Gezien het feit dat in dit lid geen vormvereiste wordt gesteld aan de verklaring, kan deze verklaring op grond van artikel 3:37, eerste lid in iedere vorm geschieden (zie nogmaals par. 4 van leereenheid 14.I). De verklaring inhoudende de aanvaarding, kan verder zowel gericht zijn tot de stipulator als tot de promissor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de positie van de derde nadat hij het ten behoeve van hem gemaakte beding heeft aanvaard?

A

artikel 6:254

Op grond van artikel 6:254, eerste lid geldt de derde nadat hij het beding heeft aanvaard, als partij bij de overeenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herroepen derdenbeding?

A

artikel 6:253, tweede lid

de stipulator kan het derdenbeding herroepen, zolang het niet door de derde is aanvaard. Heeft de derde het derdenbeding aanvaard, dan kan de stipulator dit derdenbeding niet meer herroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Omschrijf Kwalitatieve rechten?

A

artikel 6:251, eerste lid

Degene die een goed onder bijzondere titel verkrijgt, verkrijgt ook bepaalde rechten die de vervreemder had, als:
1. het een recht is dat voortvloeit uit een overeenkomst.
2. het een recht is dat voor overgang vatbaar is.
3. het een recht is dat zodanig met een goed is verbonden dat men slechts
belang heeft bij dat recht, zolang men het goed behoudt.

Wij spreken dan van een kwalitatief recht: het recht zit als het ware vast aan degene die recht op dat goed heeft; het zit vast aan de kwaliteit van rechthebbende op het goed.
De verkrijger van een goed waaraan een recht als hier omschreven is verbonden, verkrijgt dat recht van rechtswege.

Voorbeeld:

Quintus is eigenaar van drie grote containers die hij verhuurt. Quintus is met het chemisch-reinigingsbedrijf Reintjes overeengekomen dat het bedrijf zijn drie containers halaarlijks chemisch reinigt tegen een prijs van € 100 per stuk.
Quintus verkoopt en levert de drie containers aan Sim. Het recht dat Quintus op Reintjes heeft, inhoudende het door Reintjes halaarlijks chemisch reinigen van de drie containers tegen een prijs van € 100 per container, vloeit voort uit een overeenkomst en is voor overgang vatbaar en is zodanig met het onder zich hebben van de containers verbonden, dat dit recht van rechtswege van Quintus overgaat op Sim.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tegenprestatie van kwalitatief recht?

A

tweede lid van artikel 6:251

De laatste zin van genoemd tweede lid begint met de bepaling dat de vervreemder naast de verkrijger aansprakelijk blijft voor de tegenprestatie die verricht moet worden na de overgang jegens de wederpartij. Indien echter, als de tegenprestatie uitblijft nadat het goed is overgegaan, de wederpartij het recht heeft de overeenkomst te ontbinden of te beëindigen, dan is de vervreemder niet aansprakelijk voor de tegenprestatie die verricht moet worden na de overgang van het goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het niet aanvaarden van een kwalitatief recht?

A

De verkrijger onder bijzondere titel van een goed kan, indien aan dit goed een recht is verbonden dat voldoet aan de eisen van artikel 6:251, een verklaring tot de wederpartij richten dat hij de overgang van dit recht niet aanvaardt (art. 6:251, derde lid).

Bij de leveringshandeling van het goed kunnen vervreemder en verkrijger ook afspreken dat een met het goed verbonden recht niet op de verkrijger overgaat (art. 6:251, vierde lid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kwalitatieve rechten samenvatting

A

INVOEGEN SCHEMA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bij een tegenprestatie bij kwalitatief recht?

A

als er sprake is van een kwalitatief recht waar een tegenprestatie tegenover staat, die tegenprestatie ook van rechtswege mee overgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zijn er verplichtingen die niet samenhangen met kwalitatieve rechten maar wel overgaan?

A

Er zijn echter ook verplichtingen die niet samenhangen met kwalitatieve rechten, maar die op zich kwalitatief zijn en overgaan op rechtsopvolgers onder bijzondere titel.

Artikel 6:252, eerste lid bepaalt: ‘Bij een overeenkomst kan worden bedongen dat de verplichting van een der partijen om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van een haar toebehorend registergoed, zal overgaan op degenen die het goed onder bijzondere titel zullen verkrijgen, en dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De vereisten voor de overgang van een verplichting en dus de vereisten voor een kwalitatieve verplichting kunnen we uit art 6:252 halen.

Welke zijn dat?

A

Vereiste 1 Er moet een overeenkomst zijn.

Vereiste 2 Er moet een registergoed zijn.

Vereiste 3 Er moet sprake zijn van een dulden of niet-doen met betrekking totdat registergoed

Vereiste 4 De eigenaar van het registergoed op wie de verplichting rust en degene die de verplichting bedongen heeft, moeten overeenkomen dat ook rechtsopvolgers onder bijzondere titel (van de eigenaar van het registergoed) gebonden zijn aan die verplichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waaraan moet nog meer zijn voldaan Wil een kwalitatieve verplichting werking hebben tegen derden?

A

art 6:252 lid 2

Dit tweede lid bepaalt dat de eigenaar van het registergoed op wie de verplichting rust en degene die de verplichting bedongen heeft, in een notariële akte dienen op te nemen hetgeen zij zijn overeengekomen met betrekking tot de overgang van de verplichting, welke notariële akte vervolgens in de openbare registers dient te worden ingeschreven.

17
Q

Samenvatting met betrekking tot de kwalitatieve verplichting?

A

Zijn A, eigenaar van een registergoed, en B een overeenkomst aangegaan, inhoudende een dulden of niet doen met betrekking tot A’s registergoed en zijn A en B tevens overeengekomen dat A’s rechtsopvolger onder bijzondere titel van het registergoed daar ook aan gebonden is, terwijl deze overeenkomst in een notariële akte is vastgelegd en gevolgd is door de inschrijving van de notariële akte in de openbare registers, dan is een rechtsopvolger onder bijzondere titel van A daar inderdaad aan gebonden.

18
Q

Zijn gebruikers ook gebonden door art 6:252?

A

Echter, zoals vermeld in het laatste stuk van het hiervoor geciteerde artikel 6:252, eerste lid, gaat een kwalitatieve verplichting, als voldaan is aan de behandelde vereisten, ook over op degene die het registergoed gebruikt zonder rechtsopvolger onder bijzondere titel te zijn.

We zouden bij de hierboven gegeven korte samenvatting achter ‘rechtsopvolger onder bijzondere titel’ op grond van het laatst vermelde steeds moeten lezen ‘en gebruiker, niet zijnde rechtsopvolger onder bijzondere titel’.

19
Q

Wat behelst het vierde lid van artikel 6:252 ?

A

Het vierde lid handelt over het geval dat voor de kwalitatieve verplichting een tegenprestatie is opgenomen.
Het spreekt eigenlijk voor zich dat bij een overgang van de kwalitatieve verplichting ook de daarmee verband houdende tegenprestatie mee overgaat.

20
Q

Vera komt met Els overeen dat Els de trouwjurk van de zus van Vera, Ans, zal maken voor een prijs van € 350. Is hier sprake van een derdenbeding?

A

Of hier sprake is van een derdenbeding hangt af van de bedoeling die Vera en Els hebben. Hebben zij de bedoeling dat de zus van Vera, Ans, een eigen recht verkrijgt op Els tot het maken van haar trouwjurk voor de prijs van € 350, dan is sprake van een derdenbeding. Is het niet de bedoeling van Vera en Els om een eigen recht voor Ans te doen ontstaan tot nakoming van de door Els op zich genomen verplichting, dan is geen sprake van een derdenbeding.

21
Q

A koopt een nieuwe auto van garagehouder B. A’s vrouw heeft een motor en bij de koop van de nieuwe auto door A komen A en B overeen dat B de motor van A’s vrouw ieder jaar om niet een grote onderhoudsbeurt zal geven.
A verkoopt en levert de auto die hij van B gekocht heeft, twee jaar later aan C. C’s vrouw heeft ook een motor.
Heeft C nu met de koop en levering van A’s auto een recht op garagehouder B verkregen, inhoudende dat B ieder jaar de motor van C’s vrouw een grote onderhoudsbeurt om niet moet geven?

A

C heeft met het kopen en het geleverd krijgen van A’s auto geen recht op B verkregen, inhoudende dat laatstgenoemde de motor van C’s vrouw ieder jaar een grote onderhoudsbeurt moet geven om niet.
Het recht dat A op B had, is niet aan te duiden als een kwalitatief recht – het is niet zodanig met de auto van A (die van B is gekocht) verbonden dat A bij dit recht geen belang meer heeft als hij de van B gekochte auto aan C levert – zodat dit recht ook niet is overgegaan op C.