L1: Inleiding in het privaatrecht Flashcards

1
Q

Op welke wijze onderscheid zich privaatrecht van publiekrecht?

A
  • subjecten die een rol spelen

= het belang dat wordt gediend

  • de wijze van handhaving van de regels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt tot publiekrecht gerekend?

A
  • regels die de inrichting betreffen van de overheid
  • regels op grond waarvan de overheid mag ingrijpen in de levenssfeer van de burgers ter regeling van de samenleving (vergunningen/subsidies/ect)
  • regels die aangeven welke gedragingen strafbaar zijn en welke straffen daarvoor door de rechter kunnen worden opgelegd en regels die het procesrecht mbt dit onderdeel betreffen–> strafrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is materieel privaatrecht?

A

Betreft de regels die aan de personen rechten en plichten toekennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

n staan de (geschreven) regels van het materiele privaatrecht?

A
  • BW
  • diverse afzonderlijke wetten, zoals de faillissementswet en de auteurswet 1912
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is formeel privaatrecht?

A

Hoe iemand wiens recht geschonden is, zich tot de rechter kan wenden en hoe een rechterlijk vonnis ten uitvoer kan worden gelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarin staat o.a. het formele recht?

A

Wetboek van burgerlijke rechtsvordering

  • wet RO
  • diverse andere wetten zoals de faillissementswet, Wet op de Rechtsbijstand, Advocatenwet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem 2 bijzondere vormen van materieel privaatrecht?

A
  • personen - en familierecht
  • erfrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarin valt het personenrecht uiteen?

A
  • Personenrecht in enge zin
  • rechtspersonenrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is personenrecht in enge zin?

A

Boek 1

betreft regels omtrent o.a. de rechtsbevoegdheid, handelingsbekwaamheid, geboorte, overlijden, adoptie

Het heeft alleen betrekking op natuurlijke personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn rechtssubjecten?

A
  • rechtspersonen
  • natuurlijk persoon

Zelfstandig drager van subjectieve rechten en plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een rechtspersoon?

A

Een constructie van het recht

Een door mensen in het leven geroepen organisatie die een bepaalde status heeft, waardoor zij de bevoegdheid heeft om in het rechtsverkeer als eenheid te functioneren.

Zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen, rechten & plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem 3 soorten rechtspersonen?

A
  • BV’s etc
  • publiekrechtelijke rechtspersonen: staat, gemeente,etc
  • kerkgenootschappen

Boek 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is erfrecht?

A

regels betreffende opvolging in vermogen, etc

Boek 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt geregeld in het materiele privaatrecht?

A

Het is dat gedeelte van het privaatrecht waarin de rechten en plichten zijn geformuleerd die gelden tussen burgers onderling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt geregeld in het formele privaatrecht?

A

Het geeft aan hoe men de rechten die men ontleent aan het materiele privaatrecht kan waarmaken tegenover anderen en hoe men iemand kan dwingen zijn verplichtingen na te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de 2 belangrijkste geschreven bronnen van het formele privaatrecht.

A

Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering

Wet RO

17
Q

Beoordeel de juistheid van de volgende 2 stellingen:

Slechts rechtspersonen kunnen zelfstandig drager zijn van subjectieve rechten en plichten

Het personenrecht is geregeld in Boek 2

A

beide onjuist