klinische manifestaties van huiduitslag Flashcards
1
Q
strata van de epidermis
A
- stratum corneum
- stratum lucidum
- stratum granulosum
- stratum spinosum
- stratum basale
2
Q
stratum basale
A
- basaalmembraan
- stamcellen
3
Q
meest voorkomende celtype in de epidermis
A
keratinocyt
4
Q
PROVOKE
A
beoordeling en beschrijving van huidaandoeningen
P: plaats
R: rangschikking
O: omvang
V: vorm
O: omtrek
K: kleur
E: efflorescenties
5
Q
primaire efflorescenties
A
eerste en meest kenmerkende manifestaties van een huidaandoening:
- erytheem
- macula purpura
- papels
- noduli
- urtica
- tumor
- vasikels
- pustels
6
Q
erytheem
A
tijdelijk wekdrukbare roodheid door vaatverwijding
7
Q
secundaire efflorescentie
A
ontstaan door invloeden van buitenaf:
- erosie door kwabben
- verandering primaire efflorescentie (ontwikkeling atrofie of litteken)
- door ontstaan huidproduct
- squama
- crusta
8
Q
plaats
A
aangedane lichaamsdeel en plek daarop
9
Q
rangschikking
A
- gegroepeerd
- lineair
- annulair
- herpetiform
- gedissemineerd
- diffuus
- discreet
- reticulair
- confluerend
- folliculair
- solitait
- circumscript
- regionaal
- segmentaal
- universeel
- symmetrisch
- asymmetrisch
10
Q
omvang
A
- miliair: 1-2 mm
- lenticulair: 3-10 mm
- nummulair: 1-3 cm
- kinderhandpalm: 3-5 cm
- handpalm: 5-10
11
Q
vorm
A
- rond
- ovaal
- polygonaal
- polycyclisch
- lineair
- annulair
- schietschijf (kokarde)
- bolrond
- gesteeld
- opgeworpen rand
- hemiferisch
- spits
- hobbelig
12
Q
omtrek
A
- lijnscherp
- scherp
- matig scherp
- onscherp
13
Q
kleur
A
- erythemateuz
- purpureel (niet wegdrukbaar rood)
- gehyperpigmenteerd
- gedepigmenteerd
- gehypopigmenteerd
- bleek
