infecties van de lagere luchtwegen Flashcards
pneumonie definitie
ontsteking van longblaasjes en omliggend weefsel, vaak door infectie
community acquired pneumoia
pneumonie die ontstaat na besmetting door een ander geinfecteerd persoon
mortalitieit pneumonie
10%
mortaliteit pneumonie op IC
30-40%
diagnose pneumonie
- x-thorax
wat is er te zien op een x-thorax bij pneumonie
- infiltraat
- densiteit
hoe ontstaat infiltraat bij pneumonie
kolonisatie door virus of bacterie
wat zijn de beschermingsmechanismen van de longen tegen microorganismen
- inslikken aangehoeste bacterien
- trilhaarepitheel in trachea -> bacterien terug naar mond
- mucosale oppervlak heeft antimicrobiele eigenschappen
- IgA
algemene symptomen pneumonie
- koorts
- hoesten (evt met slijm)
- dyspneu
belangrijke vragen anamnese pneumonie
- duur van de klachten
- ernst van de klachten
verwekkers pneumonie
- pneumokokken
- mycoplasmasoorten
- heamophilus influenzae
- legionella pneumophila
- staphylococcus aureus
- chlamydia trachomatis
pneumonie door pneumokokken
40% van pneumonien
- acute thoracale pijn
- bloederig sputum
- koude rillingen
pneumonie door staphylococcen
5% van gevallen
- acute thoracale pijn
- bloederig sputum
- koude rillingen
vaak gaat er een eerdere infectie aan vooraf
pneumonie door legionella pneumophila
5% van de gevallen
- acute thoracale pijn
- bloederig sputum
- koude rillingen
risico neemt toe als de patient in aanraking is geweest met zwembaden in warme landen, sauna’s en oude hotels
pneumonie door haemophilus influenzae
10% van gevallen
- mild beloop
- groenig sputum
- minder erge koorts
vaak COPD of andere comorbiditeit aanwezig
pneumonie door mycoplasmasoort
8% van gevallen
- griepachtig beeld
- spierpijn
- hoofdpijn
jonge mensen zonder comorbiditeiten
pneumonie door chlamydia trachomatis
1% van gevallen
- griepachtig beeld
- spierpijn
- hoofdpijn
lichamelijk onderzoek bij pneumonie
- bewustzijn pt
- zuurstofsaturatie
- mate van kortademigheid
- bloeddruk
- pols
- temperatuur
- crepitaties
- scherp ademgeruis (bij ernstige pneumonie)
- gedempte percussie
aanvullend onderzoek pneumonie
algemeen lab:
- leukocyten met differentiatie
- CRP
- leverenzymen
- nierfunctie
x-thorax
arteriele bloedgasanalyse
ECG
cytrogram/kweek van sputum
bloedkweek
specifieke testen voor bepaalde verwekkers
serologie
pleurapunctie
bronchoscopie
CT
met urineantigeentesten zijn de volgende bacterien aan te tonen
- legionella
- pneumokokken
CURB-65-score
C: confusion - verwarring
U: ureum - hoger dan 7 mmol/L
R: respiratory rate -ademhalingsfrequentie boven 28/min
B: bloeddruk - bovendruk onder 90 of onderdruk onder 60
65: ouder dan 65
CURB-65 interpretatie
0-1: thuisbehandeling
2: korte opname
3+: lange opname, soms IC
pneumokokken reageren op:
- penicilline
- amoxicilline
- erytromycine
haemophilus influenzae reageert op
- amoxycilline
- ciproxin
legionella pneumophila reageert op
- ciproxin
- erytromicine
chlamydia trachomatis reageert op
- erytromycine
stafylokokken reageren op
- flucloxacilline
- amoxycilline + clavulaanzuur
empirische AB bij CURB van 0-2
amoxicilline
empirisch AB bij CURB 3+ niet op IC
cefuroxim
empirisch AB bij CURB 3+ op IC
- cefalosporine
- ciproxin
- moxifloxacine/levofloxacine
maximale tijd tussen vaststellen CURB van 3 of hoger en start AB kuur
4 uur
behandelduur pneumonie door pneumokokken
5-7 dagen
behandelduur pneumonie door stafylococcen
14 dagen
behandelduur pneumonie door mycoplasma pneumoniae
14 dagen
behandelduur pneumonie door legionella pneumophila
7-10 dagen
faalt de behandeling?
- opnieuw kweken
- AB uitbreiden
- extra onderzoeken
- bronchoscopie
- CT
welke verwekkers komen vaker voor bij COPD patienten
- streptococcus pneumoniae
- haemophilus influenzae
- moraxella catarrhalis
welke verwekkers komen vaker voor bij patienten met CF
- pseudomonassoorten
- staphylococcus aureus
- burkholderiasoorten
welke verwekkers komen vaker voor bij alcoholisten
- streptococcus pneuminiae
- klebsiella pneumoniae
welke verwekkers komen vaker voor bij IV drugsgebruikers
- streptococcus pneumoniae
- haemophilus influenzae
- staphylococcus aureus
- mycobacterium tuberculosis
welke verwekkers komen vaker voor bij patienten met een t-cel stoornis
- pneumocystis
- mycobacterium tuberculosis
- legionella pneumophila
welke verwekkers komen vaker voor bij patienten met een b-cel stoornis
- streptococcus pneumoniae
- haemophilus influenzae
welke verwekkers komen vaker voor bij patienten met een splenectomie
- streptococcus pneumoniae
- heamophilus influenzae