Kapitel 3 Examentraining (woorden) Flashcards
1
Q
bereits
A
al
2
Q
beteuern
A
verzekeren
3
Q
bisher
A
tot nu toe
4
Q
bundesweit
A
in heel Duitsland
5
Q
die Daten
A
de gegevens
6
Q
denn
A
want
7
Q
doch
A
maar
8
Q
grundsätzlich
A
principieel
9
Q
hervorgehen
A
blijken
10
Q
hingegen
A
daarentegen
11
Q
jetzt
A
nu
12
Q
künftig
A
in de toekomst
13
Q
lediglich
A
alleen maar
14
Q
rar gesät sein
A
schaars zijn
15
Q
zunächst
A
eerst