Kapitel 1 Hör und lies mal (woorden) Flashcards
1
Q
begegnen
A
tegenkomen
2
Q
die Begeisterung
A
het enthousiasme
3
Q
die Eifersucht
A
de jaloezie
4
Q
einordnen
A
indelen
5
Q
die Enttäuschung
A
de teleurstelling
6
Q
schaffen
A
voor elkaar krijgen
7
Q
verschwinden
A
verdwijnen
8
Q
verzichten, auf
A
afzien van
9
Q
die Voraussetzung
A
de voorwaarde
10
Q
zeigen
A
laten zien
11
Q
die Absicht
A
de bedoeling
12
Q
ahnen
A
vermoeden
13
Q
brauchen
A
nodig hebben
14
Q
bzw. (beziehungsweise)
A
respectievelijk
15
Q
einfach
A
gewoon