Invloed van medicatie van het EEG Flashcards
6 categorieën geneesmiddelen met effect op EEG
- hypnotica en anxiolytica (slaapmiddelen en angstverminderende middelen), waaronder sedativa (kalmeermiddelen)
- antipsychotica (onderdrukking wanen en hallucinaties)
- antidepressiva (stemmingsnormaliserend)
- lithium
- psychostimulantia
- anti-epileptica
3 categorieën geneesmiddelen met weinig effect op EEG (normale dosering)
- anti-Parkinson middelen
- antivertigo middelen
- antimigrainemiddelen
factoren van belang bij medicatie-invloed op EEG
- manier van toedienen
-oraal of rectaal langzamer dan intraveneus - dosis
- soort geneesmiddel en fysiologische eigenschappen ervan
- duur van toediening
- acuut of chronisch
- leeftijd en fysiologische kenmerken patiënt
- combinatie van middelen
Fysiologische effecten groepen geneesmiddelen
Onder de benzodiazepinen:
- Nitrazepam, temazepam, zopiclon zijn hypnotica.
- Flurazipam en triazolam: nadelig effect bij ouderen met geheugenstoornissen, delirium en psychotische symptomen.
- Diazepam, oxazepam, lorazepam zijn anxiolytica.
- Clonazepam, clobazam en diazepam hebben anti-epileptische eigenschappen.
Onder anti-epileptica verschillende farmacologische groepen:
- Carbamazepine qua chemische structuur verwant aan tricyclische antidepressiva zoals amitriptyline, heeft psychotrope werking, gebruikt bij manie. Ook effectief bij trigeminusneuralgie.
Medicatie effecten op EEG, algemene principes
EEG-veranderingen als gevolg van:
- beoogd therapeutisch effect
- overdosering
- acute intoxicatie
EEG kan vermoeden overdosering of intoxicatie ondersteunen, niet altijd (temporele discrepantie).
Vroeger medicatie 2 dagen voor EEG stoppen, achterhaald, lange halfwaardetijd, nog altijd effect op EEG, wel grotere kans op insult.
Beoordeling EEG:
- AGP (rekening houden met slaap, doezel, leeftijd etc., serumspiegel)
- epileptiforme activiteit (ook HV en FS effect)
Hypnotica en anxiolytica, doel, voorbeelden
Hypnotica: slaap induceren en/of onderhouden, inslaaptijd verkort, slaapduur verlengd, wekdrempel verhoogd, waakperiodes verminderd, cycliciteit slaap behouden.
Anxiolytica: verschijnselen van angst specifiek onderdrukken (soms sedativa gebruikt, dan ook sterke slaperigheid).
Voorbeelden:
- benzodiazepinen (diazepam, clonazepam, clobazam, nitrazepam, temazepam)
- barbituraten (fenobarbital, secobarbital)
- chloralhydraat
Benzodiazepinen, diazepam, achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit, acute intoxicatie
AGP:
- 1-2 uur na inname bloedspiegelpiek en max. EEG-veranderingen
- toename beta (> 2 weken effect, carry-over)
- amplitude alfa en overige activiteit neemt af
- lichte toename theta
Epileptiforme activiteit:
- pieken kunnen verborgen zijn tussen beta met grote amplitude
- tijdens status epilepticus: gegeneraliseerde epileptiforme ontladingen onderdrukt (ook aanvalssuppressie), focale ontladingen blijven
- gebruikt bij twijfel over lateralisatie van focale epilepsie als er ook gegeneraliseerde ontladingen zijn, lateraliserende kenmerken worden versterkt
Acute intoxicatie:
- prominente snelle activiteit
- gesuperponeerd op polymorfe delta-activiteit
- geen reactiviteit op stimuli
Benzodiazepinen, clonazepam (rivotril), achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit, acute intoxicatie
AGP:
- EEG -veranderingen voor bloedspiegel
- beta 11-40 Hz neemt ruim toe
Epileptiforme activiteit:
- vermindering gegeneraliseerde en focale epileptiforme activiteit interictaal bij 75% van patiënten (intraveneuze toediening)
Acute intoxicatie:
- veel delta gesuperponeerd met snellere activiteit
Benzodiazepinen, clobazam (frisium), achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit, acute intoxicatie
AGP:
- toename beta 16-20 Hz
- hoeveelheid alfa neemt af
Epileptiforme activiteit:
- in 75% vermindering van epileptiforme kenmerken, tot normalisatie van EEG
Benzodiazepinen, EEG algemeen (incl. nitrazepam, temazepam)
- diffuus toename beta
- alfa neemt af in frequentie
- gegeneraliseerde epileptiforme activiteit onderdrukt
- carry-over effect
Barbituraten, algemeen
- sterke hypnotica (vroeger ook als sedativa gebruikt)
- slaperigheid als bijwerking bij fenobarbital als anti-epilepticum
- veroorzaken vaak enzyminductie in lever
Chloralhydraat, algemeen, toediening, effect
- hypnoticum/sedativum
- weinig gebruikt, behalve bij jonge kinderen en rusteloze psychosomatisch gehandicapte kinderen
- rectaal toedienen
- maximaal sederend effect na 20-30 minuten
- bloedspiegelpiek na 40-120 minuten
- EEG: in AGP snelle activiteit
Antipsychotica, algemeen, indeling groepen
Psychotische verschijnselen (wanen, hallucinaties) verminderen of doen verdwijnen
Vroeger neuroleptica genoemd.
EEG-veranderingen komen grotendeels overeen tussen de verschillende groepen chemische verbindingen.
Indeling groepen:
- fenotiazinen (chloorpromazine, flufenazine)
- thioxantenen (flupentixol)
- butyrofenonen (haloperidol, pipamperon)
- difenylbutylamien (pimozide)
- diversen (clozapine)
Antipsychotica, EEG bij therapeutische dosering
- alfa iets trager, hoeveelheid neemt iets toe
- hoeveelheid tragere activiteit neemt iets toe
- beta neemt af
- algemeen langzamer
Antipsychotica, intoxicatie, kliniek, EEG
Kliniek:
- onrust, verwardheid, extrapiramidale symptomen, evt convulsies
- comateus bij ernstige intoxicatie
- doodsoorzaak dan cardiaal
EEG:
- gegeneraliseerde epileptische aanvallen kunnen voorkomen
- gegeneraliseerde trage golven en scherpe golven
- aanvalsfrequentie kan toenemen (bij epi-patiënten)
- convulsieve effecten door fenotiazinen (m.n. chloorpromazine)
- comateus: trage golven als gegeneraliseerde paroxismen
- geen snelle activiteit
Antipsychotica, EEG bij clozapine
- meer overeenkomst met sederende antidepressiva
- toename delta- en theta
- toename beta >21 Hz
- bij chronische behandeling in 60% dan vaak pieken en paroxismale vertraging
- kan insulten uitlokken
Antipsychotica, EEG algemeen
- alfa hogere amplitude, verdere uitbreiding, lagere frequentie
- als geheel trager, meer delta en theta, minder beta
- paroxismaal optredende deltagolven, soms vermengd met pieken
- potentieel epileptogeen
Antidepressiva, algemeen, indeling groepen
Normaliseren sombere stemming en verlies van interesse en plezier (kernsymptomen depressie) en gevoelens van waardeloosheid en schuld en suïcidale gedachten.
Drie groepen:
- klassieke met tricyclische structuur (amitriptyline, clomipramine)
- 2e generatie antidepressiva (fluoxetine)
- mono-amiene-oxidase-A-remmer (moclobemide)
Antidepressiva, EEG bij therapeutische dosering
- gelijktijdige toename hoeveelheid trage en snelle activiteit
- vermindering alfa
- vermindering variabiliteit frequenties en amplituden
- soms kans toename aanvalsfrequentie bij chronische epileptici
- bij hoge dosering kunnen gegeneraliseerde aanvallen bij niet-epileptici
- soms epileptiforme afwijkingen
Antidepressiva, intoxicatie, kliniek, EEG
Kliniek:
- kan levensbedreigend zijn
- cardiale ritmestoornissen en onverwachte dood kan al bij therapeutische dosering
- prognose hangt af van cardiovasculaire gevolgen
- aanvallen kunnen voorkomen
- coma kan
EEG:
- diffuus onregelmatige 8-10 Hz activiteit, weinig reactief
- epileptiforme afwijkingen incl. pieken
Lithium, algemeen, EEG, acute intoxicatie
Gebruikt bij manie, bipolaire stoornis.
Als profylacticum bij cluster-hoofdpijn.
EEG-veranderingen volgen bloedspiegels nauwgezet (kan al afwijkend zijn bij therapeutische dosering).
EEG:
- vertraging alfaritme
- paroxismaal gegeneraliseerde vertragingen, soms met pieken
- focale vertraging kan (duidt NIET op onderliggende hersenbeschadiging)
Acute intoxicatie:
- kan levensbedreigend zijn
- EEG altijd afwijkend
- diffuse vertraging, epileptiforme afwijkingen en trifasische golven
- klinisch herstel, dan beter EEG (bloedspiegel sneller dan EEG)
Psychostimulantica, algemeen, EEG
Methylfenidaat (ritalin) gebruikt bij narcolepsie als clomapramine niet effectief is. Ook bij ADHD.
EEG:
- toename beta 11-20 Hz
- relatief vertragende effecten 6 uur na toediening
- toename alfa (alfa enhancement)
- geringe afname delta en theta
Anti-epileptica, fenobarbital, achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit, acute intoxicatie
AGP:
- EEG sneller, meer beta >16 Hz (loopt gelijk met bloedspiegel, na eerste interval van 5-7 uur voordat max. EEG-effect is)
- bij epi-patiënten met ernstige EEG-afwijkingen, dan geen geïnduceerde beta
- diffuus afwezigheid beta duidt op ernstige hersenafwijkingen
- lokaal afwezigheid of in amplitude verminderde respons duidt op onderliggende hersenbeschadiging
Epileptiforme activiteit:
- afname hoeveelheid epileptiforme activiteit
Acute intoxicatie:
- EEG trager, meer theta, vervolgens delta
- bij coma, dan burst-suppressie
Anti-epileptica, diphantoïne, achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit, acute intoxicatie
AGP:
- geen EEG-veranderingen
Epileptiforme activiteit:
- bij patiënten met gegeneraliseerde epilepsie, dan halvering van epileptiforme afwijkingen
- soms onderdrukking aanvallen, maar toch evenveel piekactiviteit
Intoxicatie:
- EEG trager, m.n. vertraging occipito-pariëtale ritmen
- paradoxale activatie aanvallen en epileptiforme afwijkingen
- focale afwijkingen kunnen versterkt worden, bij intraveneus toedienen
Anti-epileptica, carbamazepine, achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit
AGP:
- algehele vertraging, vooral frontaal
- opvallende toename theta tijdens HV
Epileptiforme activiteit:
- geen overeenkomst aanvalsonderdrukking en verminderde interictale epileptiforme afwijkingen
- vaak toename epileptiforme afwijkingen, of geen verandering
- soms scherpe golven of pieken in eerst normaal EEG
- bij 50% van kinderen/adolescenten met toename aanvalsfrequentie, dan nieuwe gegeneraliseerde PGC’s
- kan toename 3Hz-PGC’s en zelfs absencestatus induceren
- veranderingen kunnen leeftijdsafhankelijk zijn
Anti-epileptica, ethosuximide, achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit
AGP:
- vermindering trage frequenties
- alfaritme neemt toe
Epileptiforme activiteit:
- absences met 3Hz-PGC’s reageren goed erop, weg uit EEG
- bij 60% volledig verdwijnen epileptiforme afwijkingen, bij de rest reductie van 60-95%
Anti-epileptica, valproïnezuur en natriumvalproaat, achtergrondactiviteit, epileptiforme activiteit
AGP:
- eerste weken EEG trager
- na 6 weken toename in betafrequenties
Epileptiforme activiteit:
- afname/soms verdwijning epileptiforme afwijkingen, klinische verbetering al eerder en vaak groter dan EEG verbetering, zowel bij focale als gegeneraliseerde aanvalsactiviteit
- eerste normale EEG’s kunnen focale of gegeneraliseerde trage golven
- respons van fotosensitiviteit en bij patroongevoelige epileptiforme activiteit
- piekbloedspiegel na 1,5-8 uur, 1-6 uur na piek, dan verminderde reactie LFP
- na-effect nog 5 dagen na geen valproaat in bloed te bepalen