Intracraniële tumoren: kliniek Flashcards
Primaire hersentumoren, hersenmetastasen
Primaire:
- vanuit hersenweefsel of hersenvliezen zelf
- 70% van hersentumoren
Metastasen:
- tumor in eerste instantie elders
- uitzaaiing naar hersenen
- 30% van hersentumoren
Paraneoplastische verschijnselen
Verschijnselen die kunnen optreden doordat een tumor elders in het lichaam invloed heeft op het zenuwstelsel. Hierdoor neurologische verschijnselen.
Anatomische indeling intracraniële tumoren
Supratentoriële tumoren:
- hersenkwab- en diepgelegen hemisfeertumoren (glioom, meningeoom, metastasen)
- tumoren in hypofysestreek (hypofyseadenoom)
Infratentoriële tumoren:
- brughoektumoren (schwannoom 8e hersenzenuw)
- andere plaatsen (hersenstamglioom, metastasen, hemangioblastoom)
- middenlijntumoren (bij kinderen, medullablastoom)
PLAATJE!!!
Klinische verschijnselen bij hersentumor, verhoogde druk
- door ruimte die tumor inneemt hogere druk, bij grote tumor
- door kleine tumor op kritische plaats, dan afvoer van liquor belemmeren, hogere druk
- soms tumor plots snel groter, door bloeding of necrose, daardoor cyste ontstaan, omliggend hersenweefsel kan niet aanpassen, neurologische verschijnselen
Kliniek bij verhoogde druk:
- hoofdpijn
- braken
- gezichtsveldstoornissen
- sufheid
- bloeddrukstijging en polsvertraging (Cushing-reflex)
Klinische verschijnselen bij hersentumor, inklemming, 2 plaatsen
Door verhoogde druk komt hersenweefsel onder druk te staan, probeert uitweg te zoeken uit schedel. Ook herniatie genoemd.
2 plaatsen:
- deel van temporaalkwab wordt onder tentorium gedrukt, 3e hersenzenuw (oogspierparese (oog naar buiten en onderen) en wijde lichtstijve pupil) en bloedvaten (hersenischemie) beklemd
- cerebellum door achterhoofdsgat gedrukt, compressie verlengde merg, uitval ademcentra in lagere hersenstam, ademhalingsstilstand
Klinische verschijnselen bij hersentumor, verdringing vs infiltratie
Verdringing:
- hersenweefsel onder druk door groei tumor (vaak goedaardig)
- ischemische functiestoornissen van hersenweefsel ontstaan
- klinisch voorbijgaande uitvalsverschijnselen (transient tumor attacks)
Infiltratie:
- meer kwaadaardige tumoren, meestal snel groeien
- infiltratie tumorcellen in omliggend hersenweefsel
- zelfde kliniek als bij verdringing
- ook effect van ingegroeide tumorcellen op hersenweefsel zelf
Klinische verschijnselen bij hersentumor, epileptische manifestaties
- tumor aan buitenzijde hersenen (bijv. meningeoom)
- prikkeling cortex
- vaak op grens normaal en abnormaal weefsel
- partiële aanvallen die secundair kunnen generaliseren
Klinische verschijnselen bij hersentumor, uitvalsverschijnselen
- afhankelijk van plaats tumor
- spraakstoornissen als tumor bij Broca
- hemiparese bij tumor in motorische cortex
- klinische verschijnselen door beschadiging hersenweefsel door verdringing en infiltratie
- oedeem rond tumor, dan minder goed functioneren hersenweefsel, kan worden verminderd door corticosteroïden
Indeling primaire hersentumoren, intra- en extra-axiaal, weefseltypen en tumornaam
Intra-axiaal (in hersenen ontstaan):
- gliacellen (gliomen): astrocytoom, glioblastoom, oligodendroglioom, ependymoom
- neuronen: medullablastoom
- cellen in glandula pinealis: pinealoom
- cellen in hypofyse: hypofysadenoom
- bloedvaten: hemangioblastoom
- lymfocyten: primair lymfoom CZS
Extra-axiaal (binnen schedel, niet in hersenen ontstaan):
- arachnoïdea: meningeoom
- steunweefsel hersenzenuwen: schwannoom
Gliomen, meest voorkomende vormen
50% van primaire hersentumoren zijn gliomen.
50% van gliomen zijn glioblastomen, 30% astrocytoom.
Gliomen, gradering
Astrocytomen en oligodendrogliomen onderscheiden in verschillende graderingen. Hogere gradering = kwaadaardiger en kortere overlevingstijd. Gradering op basis van biopt.
Graad I en II: laaggradig
Graad III: anaplastische (slecht gediffereniteerde) gliomen
Graad IV: gliablastoma multiforme
Graad I en II:
- in cerebrum, cerebellum en hersenstam
- langzaam groeien, soms jarenlang aanwezig zonder klachten
- soms alleen epilepsie als verschijnsel
- behandeling controversieel, soms altijd biopsie en dan radiotherapie, soms alleen opereren bij toename verschijnselen
Graad III en IV:
- snelgroeiend
- infiltratief, dus nooit volledig weg te halen
- debulking en dan radiotherapie, alleen bij <60 jaar, weinig neurologische uitval en tumor op plek zonder te veel risico op uitval, geeft verlenging overlevingsduur van maanden
- prognose slecht, overlijden meestal binnen 1 jaar
Meningeomen
- vanuit hersenvliezen
- relatief goedaardig
- groei langzaam
- kan jaren aanwezig zijn voor ontdekken
- operatie goed mogelijk meestal
- soms doorgroei in bot, met name voorste schedelgroeve, dan niet geheel te verwijderen, dan nabestralen
N. acusticus schwannoom
- brughoektumor
- uit schede van Schwann van 8e hersenzenuw
- verschijnselen: oorsuizen of eenzijdige perceptiedoofheid
- bij groeien tumor, dan evenwichtsstoornissen en utival andere hersenzenuwen (trigeminus en facialis)
- verder groeien, dan cerebellaire verschijnselen
- behandeling: opereren
Hersenmetastasen, incidentie, behandeling
Incidentie 10 per 100.000 mensen per jaar.
14% van mensen met kanker krijgen hersenmetastasen.
Kans op hersenmetastasen hangt af van type tumor, longtumoren, borsttumoren en melanomen vaker.
Verschijnselen hetzelfde als primaire hersentumoren.
Behandeling afhankelijk van uitvalsverschijnselen, leeftijd en algemene toestand patiënt.
1 metastase, dan opereren en erna radiotherapie, meerdere dan radiotherapie. Soms chemo.
Leptomeningeale metastasen
Meningitis carcinomatosa.
kankercellen zaaien vanuit tumor elders uit naar liquor en hersenvliezen.
Eerste verschijnsel: uitval hersenzenuw.
Diagnose door liquor onderzoeken.
Prognose slecht, onbehandeld 6 weken overleven, verlengen door behandeling met cytostatica intrathecaal (in liquorruimte) toedienen.
Paraneoplastische verschijnselen
Tumor elders in lichaam, neurologische afwijkingen van centrale en perifere ZS.
Vermoedelijk door antistoffen.
Afwijkingen perifeer ZS: PNP, LEMS
Centrale ZS:
- paraneoplastische cerebellaire degeneratie, bij Hodgkin, ovariumtumoren, long- en soms borsttumoren. Verschijnselen: coördinatiestoornissen, spraakstoornis, nystagmus
- opsoclonus-myoclonus-ataxie-syndroom, bij long- of borstkanker. Verschijnselen: schokken ogen, armen en benen, vaak coördinatiestoornissen
- limbische encefalitis, bij kleincellig longcarcinoom. Verschijnselen: angst, depressie, verwardheid, hallucinaties, misselijkheid, braken, coördinatiestoornissen