Craniocerebrale letsels: EEG Flashcards
EEG bij craniocerebrale letsels, algemeen
hulpmiddel voor vaststellen van ernst hersenletsel, ontdekken epileptiforme activiteit en andere complicaties, bepalen prognose. geeft samen met EP’s info over functionele integriteit en functionele stoornissen van de hersenen.
Standaard EEG of continu EEG.
Bij beoordelen rekening houden met klinische neurologische toestand en medicatie.
Beoordeling EEG bij craniocerebrale letsels, systematiek
Systematisch op EEG-verschijnselen letten:
- frequentiedaling AGP
- activiteit in alfafrequentieband
- slaappatronen
- paroxismale theta en delta (IRDA)
- reactiviteit
Beoordeling EEG bij craniocerebrale letsels, frequentiedaling AGP
- vertraging alfaritme
- bij licht letsel vaak naar 7-8 Hz
- toenemende ernst, dan naar theta, delta, trage delta gebied
- vermindering ritmische karakter
- ernstige stadia amplitude omlaag
- zeldzaam sterke diffuse suppressie (burst-suppressie beeld) of iso-elektrisch
Beoordeling EEG bij craniocerebrale letsels, activiteit in alfafrequentieband, 2 omstandigheden, 1 pathologische vorm
2 omstandigheden (patiënt heeft normaal fysiologisch alfaritme, met normale kenmerken):
- psychogeen coma (wakker met ogen dicht)
- locked-in syndroom (vol bewustzijn, door neurologische stoornis niet kunnen praten en bewegen, bij hoge dwarslaesie van ventrale pons of bij diepe gegeneraliseerde aandoening van perifere ZS waarbij hersenzenuwen betrokken zijn)
Pathologische vorm: Alfacoma:
- alfa-activiteit bij echt coma (door medicatie vertraagde beta)
- meer diffuus, maximum frontaal
- niet reactief
- prognose afhankelijk van oorzaak:
* na hypoxie na bijv. hartstilstand slechte prognose (m.u.v. na elektrocutie)
*door vasculaire laesie of ernstige contusie ongunstige prognose
- door intoxicatie betere prognose
Beoordeling EEG bij craniocerebrale letsels, slaappatronen
- versterkte slaapneiging na contusio cerebri
- overmaat aan slaappatronen
- abnormale volgorde slaapstadia, met name diepe slaap en REM
- externe stimuli geven geen K-complexen, maar paroxismen met delta van grote amplitude
- aanwezigheid normale slaapspoelen gunstig
- asymmetrische en afwijkende slaapspoelen ongunstig
- soms slaapspoelen occipitaal of diffuus ipv centraal, bij AGP met kleine amplitude
Beoordeling EEG bij craniocerebrale letsels, IRDA
- spontaan optredende paroxismen theta en delta
- vooral bij lichtere letsels
- bij ernstig letsel ontbreken deze
- paroxismen geremd door externe stimuli, gunstig teken
- deltaparoxismen kunnen opgewekt worden door externe stimuli, dan fronto-mediaal (FIDRA)
Beoordeling EEG bij craniocerebrale letsels, reactiviteit
Externe stimuli: ogen openen, LFP, auditief, pijnprikkels.
Reacties:
- blocking-type: onderdrukking van activiteit
- alerting-type: activering van bepaald ritme, meestal paroxismen
Duidelijke reactiviteit (beide typen) bij coma is gunstig voor prognose.
Focale EEG-afwijkingen bij intracerebrale contusiehaarden en bloedingen
Veranderen of verdwijnen normaal voorkomende ritmen:
- licht letsel: alleen frequentiedaling
- zwaarder letsel: verdwijnen regelmaat, amplitudeveranderingen
- ernstig letsel: volledig afwezig
- bij kinderen opvalende asymmetrie beta
Theta- of deltahaard:
- lokaal
- grote amplitude
Scherpe golven en pieken:
- focaal
- kan zonder tekenen van epilepsie
- LPD’s zeldzaam
EEG afwijkingen bij epidurale bloeding
- focale en diffuse EEG-verschijnselen (door intracraniële druk verhoging)
- diffuus in beide hemisferen theta en delta
- kant van hematoom: verlies normale ritmen (alfa en mu)
- kant van hematoom: polymorfe theta en delta, grote amplitude
- vrijwel nooit diffuse of eenzijdige suppressie van AGP
EEG afwijkingen bij subdurale bloedingen, acuut, chronisch
- meestal door beschadigde vene, hierdoor ruimt-innemende werking en dus drukverhoging langzamer
bij acuut vaak onderliggend ernstige contusio, prognose matig
Acuut:
- diffuse theta en delta, amplitude kleiner dan van andere RIP’s
- aan kant hematoom haardverschijnselen
- aan kant hematoom som suppressie van AGP, dan stukje vlak EEG
- EEG-afwijkingen van de onderliggende contusiehaarden
Chronisch:
- diffuse en focale afwijkingen vergelijkbaar met bij andere RIP’s
- bij 90% EEG-afwijkingen, normaal EEG maakt chronisch subduraal hematoom onwaarschijnlijk
- diffuse delta, kleinere amplitude
- kan ook focaal vlak EEG, dan meeste delta aan gezonde kant, opletten voor lokalisatie
- frequent epileptiforme activiteit
Posttraumatische epilepsie, incidentie, vroege, late
- bij 5% van alle pat. met craniocerebraal letsel een vorm van epilepsie
- bij contusio cerebri 15%
- bij impressiefractuur/penetrerend letsel 50%
- vaak epileptiforme activiteit op EEG, maar nooit insulten
Vroege posttraumatische epilepsie:
- insult binnen 1 week na trauma, vaak al binnen 1 uur
- vaker bij kinderen
- meestal gegeneraliseerde aanval, kan ook partieel
- bij partieel vaak lange reeksen pieken en PGC’s, intermitterend aanwezig, vaak generalisatie
- vaak 1 of 2 insulten en daarna verdwijnen epileptiforme afwijkingen en andere haardverschijnselen
- prognose betreft epilepsie goed, meestal geen insulten meer
- grotere kans op epilepsie dan bij patiënten zonder insult
Late posttraumatische epilepsie:
- meestal niet tussen 1 week en 3 maanden, maar daarna pas
- in helft gevallen binnen 1 jaar
- <10% pas na 4 jaar epilepsie
- vooral lokalisatiegebonden epilepsie met partiële aanvallen, al dan niet generalisatie erbij
- EEG-afwijkingen overeenkomend met type aanvallen
- ontbreken epileptiforme afwijkingen sluit posttraumatische epilepsie niet uit
- blijft bestaan, slechtere prognose
EEG monitoring na contusio cerebri, afwijkende power-spectra
- changeable spectrogram, vooral trage activiteit met pieken in alfa en hogere frequenties, sterk spontaan of na prikkels variëren
- slow-monotous spectrogram, onveranderlijk piek van lage frequenties, zeer slechte prognose
- borderline-spectrogram, zeer stabiele piek in alfafrequentie, slechte prognose
Craniocerebrale letsels, restverschijnselen, postcommotioneel syndroom
- klachten als hoofdpijn, prikkelbaarheid, duizeligheid, moeheid concentratiestoornissen: langer blijven bestaan dan op basis van duur van bewusteloosheid en posttraumatische amnesie wordt verwacht
- geen afwijkingen bij NO en op EEG
- soms slaapstoornissen met EEG te zien
- vermoedelijk psychosociale factoren rol spelen
- Ontbreken EEG-afwijkingen bij langer bestaand postcommotioneel syndroom -> prognose ongunstig
Craniocerebrale letsels, restverschijnselen, posttraumatische neurologische verschijnselen
Mentale of cognitieve restverschijnselen:
- persoonlijkheidsverandering
- geheugenstoornissen
- fatische stoornissen
Lichamelijke restverschijnselen:
- spastische verlammingen
- coördinatiestoornissen
- extrapiramidale stoornissen
In acute fase correleren EEG en neurologische toestand goed, later slechtere correlatie (EEG-afwijkingen nemen vaak af bij blijvende kliniek of andersom).
Williams-paradox:
- ernstige neurologische restverschijnselen bij volledig normaal EEG
- beschadigde hersenweefsel elektrisch inactief geworden, niet meer tot uiting in EEG
Craniocerebrale letsels, restverschijnselen, persisterende vegetatieve toestand, kliniek, EEG
- niet bewust cognitief functioneren, geen waarneembaar functioneren hersenschors
- geen contact mee kunnen maken
- geen invloed vanuit buitenwereld
- bewegingloos, alleen oog- of kauwbewegingen, vaak verhoogde spierspanning
- wel ontwikkelen van slaap- en waakritme
- arousal (normale functie ARAS) zonder awareness (ontbreken corticale activiteit)
- kan tussenstadium zijn tussen coma en herstellend bewustzijn
- 3 maanden na trauma aanwezig, dan persisterend
EEG:
- weinig gevarieerd patroon
- delta en trage delta, grote amplitude
- tijdens slaap meer snelle activiteit met kleine amplitude
- tijdens waakstadium geen reactie op externe stimuli
- tijdens slaapstadium wel reactie, lange deltareeksen
Craniocerebrale letsels, restverschijnselen, locked-in syndroom
- door zeer lokaal letsel in voorste deel hersenstam
- zeldzaam door trauma
- vaker door ventrale ponsbloeding
- door letsel van motorische neuronen in ventrale deel hersenstam -> ledematen en gezicht niet kunnen bewegen
- ARAS dorsaal in hersenstam -> volledig bij bewustzijn
- vaak alleen oogbewegingen of beperkt bewegen ledematen mogelijk
- lijkt comateus, is het niet
- EEG normaal en reactief
Craniocerebrale letsels, restverschijnselen, hersendood
- na zeer ernstig letsel
- geen aanwijzingen voor resterende cerebrale of hersenstamfuncties
- EEG iso