EEG in de psychiatrie Flashcards
Algemene rol EEG in psychiatrie
- vroeger vaak als screeningsmethode voor organische aandoeningen
- nu alleen op indicatie
- specifieke vraag van aanvrager nodig
- beoordelaar moet rekening houden met hoe resultaten te interpreteren
- lichte aspecifieke EEG-afwijkingen bij depressie en schizofrenie
Psychiatrische begrippen, psychopathologie, vorm, inhoud
Psychopathologie: leer van abnormale psychische verschijnselen.
Vorm: een van de psychiatrische categorieën als waan, hallucinatie, dwanggedachte etc.
Inhoud: specifieke manifestatie van de waan, hallucinatie etc.
Psychische functies
- stemming
- waarneming
- denken
- psychomotoriek
- geheugen
- bewustzijn
- aandacht en concentratie
- ziekte-inzicht
Psychische functies, stemming
Emotionele grondtoon van het gevoelsleven.
Affect: waarneembare stemming
Normaal stemming en affect gelijk, congruent, als niet gelijk dan incongruent.
Depressief: abnormaal bedrukte stemming
Manisch: abnormaal vrolijke stemming
Psychische functies, waarneming
Illusionaire vervalsing: externe prikkels onjuist interpreteren
Hallucinatie: waarneming zonder adequate zintuiglijke prikkel
Psychische functies, denken
Waan: niet corrigeerbare onjuiste overtuiging
Dwanggedachten en handelingen: gedachte of impuls die voortdurend opdringt, zinloos en onaangenaam
Psychische functies, ziekte-inzicht
Vaak gestoord bij psychiatrische aandoeningen.
besef dat bepaalde klachten die men heeft symptomen zijn van een ziekte en hulp gezocht moet worden.
Diagnostiek en classificatie psychiatrische stoornissen, werkwijze
Grootste deel berust op anamnese en hetero-anamnese.
Aanvullend onderzoek kleine rol.
Classificatie volgens criteria beschreven in Diagnostic and statistical manual of mental disorders (DSM5).
Wanneer sprake van psychiatrische stoornis, volgens DSM5
Er is sprake van een syndroom gekenmerkt door klinisch significante symptomen op het gebied van de cognitieve functies, de affectieve functies en/of de conatieve (gedragsmatige) functies.
Dit syndroom is een uiting van een (vermoede) dysfunctie in de psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychisch functioneren.
Dit syndroom leidt tot een klinisch significante lijdensdruk (distress) en/of beperkingen in het sociale, schoolse en/of beroepsmatig functioneren (disability) en/of biologisch nadeel (disadvantage).
Categorieën in DSM5
- neurale ontwikkelingsstoornissen
- schizofrene spectrum- en andere psychotische stoornissen
- bipolaire en verwante stoornissen
- depressieve stoornissen
- angststoornissen
- obsessief-compulsieve en aanverwante stoornissen
- trauma en aan een stressbron gerelateerde stoornissen
- dissociatieve stoornissen
- somatische symptoom- en aanverwante stoornissen
- voedsel- en eetstoornissen
- uitscheidingsstoornissen
- slaap-waakstoornissen
- seksuele disfunctie
- geslachtsidentiteit dysforie
- storend gedrag, gebrekkige impulsbeheersing en gedragsstoornissen
- stofgerelateerde en verslavingsstoornissen
- neurocognitieve stoornissen
- persoonlijkheidsstoornissen
- seksuele afwijkingen
- bewegingsstoornissen en andere onprettige effecten van medicatie
- andere toestanden
Mentale retardatie
Achterstand in geestelijke ontwikkeling, van geboorte ontstaan.
IQ <70
Talloze oorzaken.
Vaak EEG-afwijkingen en epilepsie.
EEG-afwijkingen correleren met ernst retardatie.
Dyslexie
Ontwikkelingsstoornis bij kinderen met normale intelligentie, problemen met lezen en schrijven.
Bij 5-10% van schoolkinderen.
Bij 37% ervan lichte, aspecifieke EEG-afwijkingen, deze correleren met prestaties op school.
Onderzoek laat patroon zien dat wijst op abnormale rijping van hersenen, vooral normale differentiatie tussen hemisferen is gestoord.
Autisme
Ernstige psychiatrische aandoening, ontstaat voor 3e levensjaar.
Sterk gestoorde ontwikkeling van sociale en communicatieve vaardigheden, in zichzelf opgesloten, stereotype handelingen en rituelen.
Vaak bijkomende neurologische pathologie.
Bij 50% afwijkend EEG.
EEG-afwijkingen bij autisme prognostisch ongunstig.
ADHD
Attention deficit hyperactivity disorder.
Vaker jongens. Hyperactief en moeilijk te reguleren gedrag.
Frontale aandachtsstoornis.
Vaak soft signs als subtiele stoornissen in fijne motoriek bij NO.
Bij 30-60% toename van langzame activiteit in EEG, neme af met ouder worden (symptomen vaak ook).
Gaat vaak over in andere psychiatrische stoornissen (Gilles de la Tourette, antisociale persoonlijkheidsstoornis).
Gilles de la Tourette
Complexe, grotendeels onbegrepen neuropsychiatrische stoornis.
Tics: half willekeurig, half onwillekeurige verbale uitingen of stereotiepe motorische handelingen.
Vaak subtiele neurologische afwijkingen.
EEG-afwijkingen bij 25-75%.
EEG-afwijkingen variëren, paroxismale scherpe activiteit, gegeneraliseerde of focale vertraging.
Frontale theta correleert met ernstigere tics en cognitieve stoornissen.
Schizofrenie, psychose
Psychose is ernstige psychiatrische aandoening die berust op een stoornis in realiteitsbesef.
Uit zich in wanen hallucinaties.
Schizofrenie is voorbeeld van psychose.
Begint meestal op jongvolwassen leeftijd, levenslang aanwezig.
Schizofrenie, positieve en negatieve symptomen
Positieve symptomen:
- wanen, hallucinaties en denkstoornissen
Negatieve symptomen:
- apathie, initiatiefverlies, sociale terugtrekking, cognitieve stoornissen.
Bij schizofrenie vaak verloop met exacerbaties en remissies:
- bij exacerbatie meer positieve symptomen
- bij remissie meer negatieve symptomen
Schizofrenie, oorzaak
Onbekend.
Familiaire factoren spelen rol.
Rijpingsstoornis van cortex al vroeg in de ontwikkeling.
Psychische en sociale factoren spelen rol bij beloop.
Positieve symptomen verband met abnormale activiteit van linker temporaalkwab.
Negatieve symptomen verband met verminderde activiteit frontale gebieden.
Schizofrenie, EEG algemeen
EEG-veranderingen vaak subtiel.
Vaker artefacten, technisch moeilijker??
Medicatie (antipsychotica) kan EEG beïnvloeden.
Verschil in EEG tijdens acute psychose of tussen episoden in.
EEG-verschillen tussen gezonden en schizofrenen vaker duidelijker tijdens uitvoeren van cognitieve taken.
EEG-verschillen tussen subgroepen, dus bij overwegend negatieve of overwegend positieve symptomen.
Schizofrenie, EEG, alfa, beta, LFP, asymmetrie, benigne epileptiforme activiteit, coherentie
Alfa:
- afname hoeveelheid alfa, correleert met meer negatieve symptomen
- langzamere piekfrequentie, correleert met meer positieve symptomen (m.n. bij O1), ook vaker bij vrouwelijke verwanten van patiënt
- alfa-veranderingen correleren met metabolisme gemeten met PET
- vorm alfa opvallend regelmatig, hyperstabiel
Beta:
- toegenomen
- meer frontaal
Theta en delta:
- toename
- delta correleert met frontale metabolisme
LFP:
bij 10 Hz flitsen, kleinere amplitude in EEG-reactie
Asymmetrie:
- aanwijzingen voor functionele verschillen links en rechts, met name temporaal
- bij schizofrenie meer afwijkingen links temporaal
- bij stemmingsstoornissen meer rechts temporaal
Benigne epileptiforme activiteit:
- 6Hz fantoom PGC’s, smaal sharp spikes etc.
- komen weinig of niet voor bij schizofrenie
- bij atypische psychosen bij 30%
Coherentie:
- maat die aangeeft hoe 2 EEG-signalen (en hersengebieden) op elkaar lijken
- bij schizofrenie lagere coherentie, tussen links en rechts frontaal en tussen frontaal en temporaal
- correleert met symptomen
Schizofrenie en epilepsie
- voorkomen epileptiforme afwijkingen tijdens behandeling met neuroleptica heeft weinig/geen voorspellende waarde
- bij epilepsie verhoogde kans op psychose of schizofrenie en andersom
- bij beide ontwikkelingsstoornis in mesiale temproaalwkab
Schizofrenie, EEG, medicatie
Clozapine:
- vertraging EEG, toename theta en delta
- bij 10-20% bilaterale (multipele) pieken en paroxismen met langzame golven
- soms fotoparoxismale reactie
Na verlagen dosis of toevoegen depakine:
- verdwijnen afwijkingen op EEG
Kans op insulten bij clozapine 10% na 3,8 jaar, geen relatie met dosis, aanvallen tonisch, clonisch of myoclonisch. Advies dan dosis verlagen en anti-epileptica erbij. EEG-afwijkingen voor of ontstaan tijdens behandeling met clozapine, dan betere prognose.
Schizofrenie, slaap
Gestoorde slaap:
- REM-latentie verkort
- hoeveelheid N3 afgenomen
- continuïteit verminderd
Na behandeling antipsychotica:
- na 4 weken verbetering continuïteit van slaap en toename REM-latentie
- na 1 jaar toename REM-latentie en hoeveelheid REM
Slaapstoornissen bij psychiatrische patiënten en verwanten, dan afname slow wave sleep (N3) en toename REM-dichtheid.
Stemmingsstoornissen
Ook affectieve stoornissen genoemd.
Langdurig een abnormale gemoedstoestand.
Depressie:
- abnormale sombere, gedrukte stemming
- qua duur en intensiteit verschillend van normale psychologische reactie
- verlies interesse, verminderde psychomotoriek, apathie, initiatiefverlies
- trage gedachtegang, negatieve ideeën
- soms slaapstoornissen en dagschommelingen
- soms suïcidaal
- depressief gekleurde wanen
- soms nihilistische waan: meent dat hij al dood is
Manie:
- abnormaal vrolijk en uitgelaten
- soms agressief worden
- nauwelijks slaap nodig
Bipolaire stoornis:
- afwisselend depressieve en manische episodes
- rapid cycler, snel elkaar opvolgen
Stemmingsstoornissen, EEG
EEG-afwijkingen bij 20%, vaker bij manie dan bij depressie.
Bij familiaire belasting minder afwijkingen.
Afwijkingen meer rechtszijdig. Geassocieerd met abnormaal verhoogd metabolisme rechts temporaal.
Temporaalkwabepilepsie met focus rechts, vaker depressie.
Depressie:
- lichte toename delta en alfa
Manie:
- toename beta
- onregelmatig AGP
- soms slaapspoelen in waak-EEG (micro-sleep)
Bipolaire stoornis:
- bij 50% smaal sharp spikes (ook bij verwanten)
Stemmingsstoornissen, slaap
Slaap bij >50% afwijkend, bij zowel depressie als manie.
- verkorte REM-latentie
- verkorte slaapduur
- verminderde slaapefficiëntie
- afname N3
- stoornissen ook tijdens episodes
Stemmingsstoornissen, EEG, medicatie
Antidepressiva:
- induceren afname alfa
- toename desynchronisatie
- slaapstoornissen herstellen deels
- kunnen paroxismale afwijkingen veroorzaken (ook lithium bij bipolaire stoornis)
Bij ernstige depressie soms ECT, onder narcose gegeneraliseerd insult opwekken
- vooraf bestaande EEG-afwijkingen geassocieerd met slechtere respons
- toename delta en theta na ECT teken van verbetering van depressie
Angststoornissen
Continue angstsensatie zonder aanleiding of object, of concrete vrees voor bepaalde situatie (fobie).
Acute angst: paniekaanval, dan vaak paroxismale EEG-afwijkingen
- differentiëren van complex partiële aanval (kan ook met angst gepaard)
Meeste angstpatiënten hebben normaal rust-EEG.
In situatie met angst:
- gezonden: desynchronisatie van EEG
- patiënt met angst: hypersynchronisatie van alfa
Anxiolytica induceert beta en onderdrukt alfa.
OCD
Obsessief compulsieve stoornis.
Toename aspecifieke EEG-afwijkingen.
Eetstoornissen
Anorexia nervosa en bulemie.
Vaak EEG-afwijkingen, misschien door metabole ontregeling.
Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheid: geheel van emoties, gedrag, wijze van contactleggen en probleem oplossen, kenmerkend voor individu.
Bij stoornis een verstoring van deze structuur bi patiënt zelf, omgeving of beide en lijdensdruk veroorzaakt.
- borderline (vooral vrouwen), vaak 6 of 14 Hz positieve pieken, geassocieerd met impulsief gedrag
- 6Hz fantoom PGC’s geassocieerd met interpersoonlijke problematiek
- antisociale persoonlijkheidsstoornis (mannen)
- Geschwind syndroom: persoonlijkheidsstoornissen bij temporale epilepsie
- kleverig gedrag, langdradigheid, hypergrafie, extreme religie en filosofie, hyposeksualiteit
- hyperconnectiviteit in temporale en limbische structuren
- multipele persoonlijkheidsstoornis: meerdere persoonlijkheden, plotseling overgaand, weten niet van elkaar, aanwijzingen voor verschillende EEG’s voor de persoonlijkheden
Wanneer EEG gebruiken bij psychiatrische patiënt, indicaties
- verdenking op epilepsie, met name temporale en frontale epilepsie
- cognitieve stoornissen verdacht voor dementie
- atypisch verloop psychiatrische aandoening, verdenking neurologische oorzaak
- verdenking toxische effecten psychofarmaca
- prognose
- differentiaaldiagnose