Cerebrovasculaire stoornissen: EEG Flashcards
Rol EEG en CT bij CVA (bloeding vs ischemie), indicaties EEG
CT voor onderscheid bloedig of niet-bloedig CVA, kan niet met EEG.
Ischemie, CT eerst biet afwijkend, pas later, EEG wel al snel afwijkend.
Oorzaak CVA niet met EEG te bepalen (trombose, embolie, stolling etc.)
Indicaties EEG:
- informatie geven over uitgebreidheid van functionele stoornis
- prognose
- rol in differentiële diagnostiek
Sterke punten EEG bij CVA, indicaties
- onderzoek van functie
- geschikt voor monitoring
- vaststellen bijkomende problemen als epilepsie
Indicaties:
- bij twijfel aan echte neurologische aandoening
- wanneer patiënt suf is, terwijl op CT maar kleine bloeding
- bij wisselende zwakte
- bij schokjes in verzwakte lichaamshelft
Zwakker punten EEG bij CVA
- kleine, diepe laesies niet zichtbaar op EEG
- niet voor anatomische conclusies
- niet bloeding van ischemie onderscheiden, of tumor van CVA
- EEG na TIA vaak normaal
EEG bij anoxie, volgorde veranderingen
- afname alfa- en beta-activiteit
- toename activiteit <3 Hz
- afname activiteit 1,5-3 Hz, dan lagere frequenties
- iso-elektrisch EEG
Bij eerste veranderingen O2-verbruik gedaald met 30%, bij eerste delta met 70%
EEG algemenen kenmerken bij CVA, focale afwijkingen (vaten) vs diffuus
Focaal:
- komt overeen met verzorgingsgebied arterie
- polymorfe trage activiteit
- som vermengd met scherpe activiteit
- EEG-maximum correleert niet altijd met haard op CT
- traagste component = dicht bij plaats ischemie
- scherpe golven = randzone
- als lokale afwijkingen niet overeenkomen met verzorgingsgebied arterie, dan CVA onwaarschijnlijk
- EEG-afwijkingen op vertex, frontopolair, centropariëtaal zelden bij CVA
Vaten:
- a. cerebri media: voor- en midtemporaal
- a. cerebri anterior: frontaal
- a. cerebri posterior: pariëto-occipitaal
Diffuus:
- bij anoxie groot deel hemisfeer
- bij acute afsluiting a. carotis)
Bilaterale EEG-afwijkingen bij CVA
- anoxie verzorgingsgebied a. basilaris, waarbij hersenstam betrokken raakt
- dan diffuse vertraging, FIRDA of diffuus veel snelle activiteit met kleine amplitude
- bij zwelling rond de ischemie, dan hogere druk
- bij metabole stoornissen
- bij slechte toestand bloedvoorziening andere zijde
Verandering AGP in EEG bij CVA
- bij lokale ischemie
- kan eenzijdige vertraging van alfa, mu of slaapspoelen van 0,5 Hz
- kan vertraging frontocentrale beta
- kant van vertraging kant van CVA
- amplitude alfa vaak afgenomen aan pathologische kant, kan soms ook toenemen
- muritme kan flink toenemen qua voorkomen, bij diepe ischemie (ontremd muritme)
- muritme kan verdwijnen bij oppervlakkige ischemie
- reactiviteit kan eenzijdig verminderd zijn
- amplitudeverschil niet betrouwbaar criterium voor lokalisatie
EEG afwijkingen stroomgebied, a. carotis interna
- ipsilateraal veel delta, maximum frontocentrotemporaal
- delta-activiteit is traag, polymorf en vermengd met theta- en alfa
- na 1 week minder afwijkingen, dan wel meer temporaal gelokaliseerd
- soms activiteit van kleine amplitude in hele hemisfeer, prognose slecht
EEG afwijkingen stroomgebied, a. cerebri media
- lijkt op beeld bij a. carotis interna
- delta maximum temporaal
- eenzijdig strikt frontale delta niet hierbij
- kan wel bilateraal FIRDA
- AGP vaak asymmetrisch, verlies AGP aangedane zijde
- bij grote infarcten bdz polymorfe delta max temporaal, AGP verdwijnen
- lokale delta kan in half jaar na CVA verdwijnen, asymmetrie in AGP vaak langer aanwezig
EEG afwijkingen stroomgebied, a. cerebri anterior
- zeldzaam
- eenzijdige vrij ritmische delta-activiteit frontaal
EEG afwijkingen stroomgebied, a. cerebri posterior
- zeldzaam
- eenzijdige delta-activiteit pariëto-occipitaal
- verdwijnen alfaritme pariëto-occipitaal
EEG afwijkingen stroomgebied, waterscheidingsinfarcten
- op grens van 2 stroomgebieden
- bij oudere patiënten met uitgebreide atherosclerose
- bij ernstige tensiedalingen
- zeer ernstige anemie
- EEG vaak ernstig diffuus gestoord
- maximum afwijkingen achterste kwadrant (achtertemporaal, occipitaal, pariëtaal)
- heel vaak scherpe golven en pieken, periodiek (LPD’s)
- delta-activiteit
- vaak epileptische aanvallen
EEG afwijkingen stroomgebied, a. basilaris
- verschillende EEG-patronen mogelijk
- hangt af van plaats in hersenstam waar aandoening optreedt
- lage stoornis in hersenstam -> diffuus snel EEG met kleine amplitude (low-voltage)
- laesie hoog in hersenstam -> diffuus traag EEG, normale amplitude
- laesie midden in hersenstam -> geen of lichte EEG-veranderingen
- bewustzijn vaak intact, niet in staat ledematen en ademhalingsspieren te bewegen (locked-in)
EEG afwijkingen stroomgebied, a. vertebralis
- EEG meestal diffuus licht gestoord
- kan low-voltage EEG zijn
Waarbij geen of geringe EEG-afwijkingen, 3 gevallen, hoe analyseren
- Afsluiting dicht bij arteriestam
- bloedstroom in stand houden door collateralen hogerop - Ischemie diepgelegen eindarterie
- lenticulostriataire arteriën, geen netwerk, door trombose dicht
- vertakken niet tot hersenoppervlak, niet op EEG te zien
- bij hoge bloeddruk of diabetes - Afsluiting groot bloedvat
- bijv. a. carotis dicht door trombosering, maar geen CVA veroorzaakt
- door collateralen bloedtoevoer goed
Analyse door frequentieanalyse, dan kleine veranderingen meten.
- m.n. piekfrequentie
- amplitude kleinere rol
EEG bij CVA, rol provocatiemethoden
Hyperventilatie:
- versterkt EEG-afwijkingen bij CVA
- versterkt lokale ischemie door afname CO2-spanning en toegenomen vasoconstrictie
- na recent CVA HV vermijden, echter 3 minuten is geen bezwaar
Lichtflitsprikkeling:
- soms beter volgen bij hogere frequenties aan gezonde zijde en bij lage frequenties aan aangedane zijde, Farbrot-fenomeen
Slaap:
- EEG-afwijkingen van ischemie minder duidelijk, want meer fysiologische langzame activiteit diffuus
Carotiscompressie:
- vroeger veel toegepast om functie cirkel van Willis te controleren
- niet betrouwbaar, duur compressie te kort om EEG-veranderingen te veroorzaken
-compressie geeft risico’s, kan bradycardie opwekken
EEG bij CVA, prognose
- van belang voor behandelingen in acute fase bij CVA
- risico’s bij die behandelingen, daarom kan EEG helpen voor prognose
- bij patiënten met veel neurologische uitval in acute fase is EEG handig voor bepalen prognose op langere termijn als geen acute behandeling plaatsvindt
- slechte prognose bij continue, polymorfe delta met vertraging alfa en beta
- goed prognose bij normaal EEG of geringe asymmetrie
- relatief goede prognose bij alleen intermitterende theta of delta
Andere cerebrovasculaire stoornissen die hersenen betreffen
- hypertensieve encefalopathie
- bewustzijnsdaling, hoofdpijn, braken, blindheid, insulten
- subarachnoïdale bloedingen
- diffuus traag EEG
- vaatspasmen
- veneuze trombose
- EEG sterk afwijkend, multifocale delta, vermengd met scherpe/epileptiforme activiteit