Hypertensie Flashcards

1
Q

Geef de verschillende gradaties van hypertensie?

A

Graad 1: SBD: 140-160 en/of DBD 90-99
Graad 2: SBD: 160-179 en/of DBD 100-109
Graad 3: SBD: > 180 en/of DBD > 110

Geïsoleerde systolische hypertensie: SBD > 140 en DBD < 90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt hypertensie correct gemeten?

A

Bepaald door minimaal 3 metingen met 3-5 minuten tussen, tijdens minstens 2 verschillende bezoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het cardiovasculair mortaliteitsrisico van hypertensie?

A

Dit risico verdubbeld bij iedere stijging van 20/10 mmHg in bloeddruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de gouden standaard voor vaststellen hypertensie?

A

Ambulante bloeddrukmeting

= 24 uur bloeddrukmeting, met metingen iedere 30 min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zijn de normaalwaarden van bloeddruk hetzelfde bij office metingen als thuismetingen?

A

NEEN

Thuismeting –> hypertensie vanaf > 135/85 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie hypertensieve crisis?

A

Sterke verhoging van bloeddruk: systolisch > 200 mmHg en/of diastolisch > 120 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie hypertensie urgentie?

A

Hypertensive crisis die asymptomatisch is of met geïsoleerde nonspecifieke symptomen (hoofdpijn, epistaxis, duizeligheid, …) zonder tekens van orgaanschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definitie hypertensive emergency?

A

Hypertensive crisis met tekens van eindorgaanfalen: cardiovasculair, CZS en nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaken hypertensive crisis?

A
  • Medicatie: niet nemen van antihypertensiva, MAOi, NSAIDS, cocaïne, amfetamines, …)
  • Pheochromocytoma, hyperthyreoïdie
  • Acute of snel progressieve nierziekten
  • Collageen vasculaire ziekte (SLE)
  • Eclampsie/ pre-eclampsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kliniek van hypertensive urgentie?

A
  • Hoofdpijn
  • Vertigo, lichthoofdigheid
  • Epistaxis
  • Rusteloosheid, insomnia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kliniek van hypertensive emergency?

A
  • Intracraniële bloedingen
  • Hypertensive encefalopathie
  • retinael bloedingen, verstoord zicht
  • hypertensief acuut hartfalen, myocard infarct
  • Hypertensief longoedeem
  • Aorta dissectie
  • Nierfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bo hypertensive crisis?

A
  • CBC, reticulocyten en fragementocyten (microangiopathische hemolyse)
  • Nierfunctietesten (nierfalen)
  • Fundoscopie (retinopathie)
  • ECG
  • RX thorax

Op indicatie: echo nieren, CT hersenen, CT angiografie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afwijkingen op fundoscopie bij hypertensive crisis?

A

Retinopathie: bilateraal pupiloedeem + cotton wool exsudaat + bleodingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling hypertensive emergency?

A

Meest gebruikte medicatie:

  • Nitroprusside
  • Labetalol
  • Nicardipine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarop moet er gelet worden bij de behandeling van hypertensive emergency?

A

–> BD daling moet voorspelbaar en controleerbaar zijn –> gemiddelde verlaging met 25% van uitgangsbloeddruk
!!! Te snelle daling -> onvoldoende vasodilatatie van cerebrale circulatie -> verlaagde cerebrale bloedflow en ischemie brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Behandeling hypertensive urgentie?

A
  • Patiënt gedurende 30-60 min in rustige omgeving –> 30% correctie BD = Pseudo-emergency!
  • Heropstart van stopgezette antihypertensivum
  • Nieuw antihypertensivum= amlodipine, nifedipine, labetalol, carvedilol
17
Q

Definitie essentiële primaire hypertensie?

A

= er kan geen onderliggende pathologie gevonden worden die de hypertensie verklaart.
= 90% van de gevallen van hypertensie

18
Q

Oorzaken van secundaire hypertensie?

A
  • Primaire hyperaldosteronemie
  • Nier-arterie stenose
  • Dropgebruik
  • Medicatie: OAC, XTC, amfetamine, cocaïne, Methylfenidaat, CS, decongestivum, …
  • Hormonaal
  • Zwangerschap
19
Q

Definitie primair hyperaldosteronisme?

A

= Autonome secretie aldosteron door een of beide bijnieren

20
Q

Oorzaken van primair hyperaldosteronisme?

A
  • Aldosteronproducerend adenoom (unilateraal)

* Bilaterale bijnierschorshyperplasie (bilateraal)

21
Q

Pathofysiolgie van hyperaldosteronisme?

A
  • Aldosteron veroorzaakt natriumresorptie in verzamelbuisjes van nefron
  • Onderdrukken reninegehalte
22
Q

Bijkomend onderzoek bij vermoeden hyperaldosteronisme?

A

Zoutbelastingstest:

  • Normaal: daling aldosteron tot zeer lage waarde
  • primair hyperaldosteronisme: aldosteron houdt hoge waarden aan
23
Q

BO bij bevestigde hyperaldosteronisme?

A

CT of MRI Bijnieren

24
Q

Behandeling primaire hyperaldosteronisme ?

A
  • Adenoom: laparoscopische adrenalectomie

- Bilaterale hyperplasie: mineralocorticoïden receptor antagonist (bv. spironolactone of epleronen)

25
Q

Pathofysiologie van nierarteriestenose in kader van hypertensie?

A

Nier arterie stenose –> RAAS stimuleren –> vasoconstrictie + vochtretentie –> stijging van BD

26
Q

Wat zijn de vormen van nierarteriestenose?

A

Atherosclerose (> 75%)

Fibromusculaire dysplasie (FMD)
o	Voornamelijk jonge vrouwen 
o	Distale of intrarenale nierarteriën 
o	Dunnen schotten in arteriewand, waardoor plaatselijk forse stenosen met ertussenin verwijdingen (kralensnoer)

Polyarteritis nodosa

27
Q

Wanneer meoten we screenen naar nierarteriestenose?

A
  • Ernstige hypertensie
  • Therapieresistente hypertensie
  • Onverklaarde NI +/- HT, NI ten gevolge van RAASi/BD daling
  • Onverklaarde UL kleine nier
  • Terugkerend flash acuut longoedeem
  • Fibromusculair oedeem in ander vaatbed
28
Q

Risicofactoren primaire essentiële hypertensie?

A
  • Familiale voorgeschiedenis
  • Hoge leeftijd
  • Etniciteit
  • Obesitas
  • Diabetes
  • Roken, alcohol of cafeïne inname
  • Dieet rijk in natrium
  • te weinig fysieke activiteit
  • Psychologische stress
29
Q

Wat zijn hormonale oorzaken van hypertensie?

A
  • Hyperaldosteronisme
  • Pheochromocytoma
  • Cushing
  • Acromegalie
  • Hyperparathyreoïdie
  • Hypo- of hyperthyreoïdie
30
Q

Pathofysiologie van geïsoleerde systolische hypertensie?

A

Verstijving van de media (arteriosclerose) bij toenemende leeftijd -> vergroting van systolische druk en vermindering van diastolische druk

31
Q

Wat is het risico van een lage diastole bloeddruk?

A

Bij een DBD < 70 mmHg kan de coronaire perfusie in gedrang komen