Hypernatriemie/ diabetes insipidus Flashcards

1
Q

Definitie hypernatriemie?

A

Serumconcentratie natrium > 145 mmol/l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorzaken hypernatriemie

A
  • Verlies van water: osmotische diarree, perspiratie, …
  • Vermindering dorstmechanisme ouderen
  • Diabetes insipidus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is perspiratio insensibilis?

A

Bij hoge koorts kan de patiënt via perspiratie vocht verliezen zonder dit te voelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Etiologie van diabetes insipidus?

A
  • Centraal: primair vs. secundair

- Nefrogeen: hereditair of verworven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken van verworven nefrogene diabetes insipidus?

A
  • Medicatie: lithium, vasopressine antagonisten

- Hypokalemie, hypercalcemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pathofysiologie diabetes insipides?

A

Verminderde hoeveelheid ADH (centraal) of defect in renale ADH receptor (nefrogeen) –> nieren zijn nier meer in staat om urine te concentreren
–> hyperosmotische volume contractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kliniek diabetes insipidus?

A
  • Polyurie
  • Nocturie
  • Polydipsie
  • Dehydratatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Betekenis polydipsie?

A

Overdreven dorst/ veel drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

BO vermoeden diabetes insipidus?

A
  • Bepalen van natrium, plasma en urine osmolaliteit
  • water deprivatie test
  • Desmopressine test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BO bij bevestigde diabetes insipidus?

A

CT of MRI hersenen –> uitsluiten hersentumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verloop waterdeprivatie test bij diabetes insipidus?

A
  • -> patiënt mag 2-3 uur geen water drinken:
  • Stijging in plasma osmolaliteit ( > 290 mOsmol/ Kg)
  • urine osmolaliteit blijft laag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Labo afwijkingen bij diabetes insipidus?

A
  • Milde hypernatriemie > 145 mmol/l
  • ADH kan gedaald, normaal of gestegen zijn
  • Plasma osmolaliteit verhoogd > 280-290 mOsm/kg
  • Urine osmolaliteit laag! (< 500 mOsm/kg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kan het onderscheid tussen een centrale en nefrogene diabetes insipidus gemaakt worden?

A

Door toediening van desmopressine (synthetisch ADH analoog) na water deprivatietest.

  • -> CENTRAAL: stijging urine osmolaliteit
  • -> NEFROGEEN: geen verandering in urine osmolaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling centrale diabetes insipidus?

A

Desmopressine (vasopressine analoog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling nefrogene diabetes insipidus?

A
  • Stoppen van uitlokkende medicatie (bv. lithium, demeclocycline)
  • Thiazide diuretica
  • NSAIDs
  • Amiloride
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Labo afwijkingen bij onvoldoende waterinname?

A
  • Maximale urine osmolaliteit
  • Na in urine < 25 mmol/l
  • Oligurie
17
Q

Definitie oligurie?

A

weinig plassen

18
Q

Definitie anurie?

A

Geen urineafscheiding

19
Q

Symptomen hypernatriemie?

A

MILD: tekens dehydratie

MATIG: verwardheid, lethargie, spierzwakte, hyperreflexie, irritatie

ERNSTIG (> 160 mmol/l): focale neurologisch deficit, epilepsie, daling bewustzijn en coma

20
Q

Behandeling hypernatriemie?

A
  • Vnl. Hypovolemie: isotone oplossing (bv. normaal saline)
  • Vnl. Hypernatriemie: vervangen van vrij water deficiet door po waterinname of IV hypotone oplossing

! Opsporen en behandelen onderliggende oorzaak.

21
Q

Aan welke rate moet hypernatremie gecorrigeerd worden?

A

ACUTE HYPERNATREMIE ( < 48 uur) : SNEL: 1-2 mmol/l per 1 uur

CHRONISCHE HYPERNATREMIE ( > 48 uur): TRAAG 0,5 mmol/l per 1 uur