Aortaklepsclerose Flashcards

1
Q

Definitie van aortaklepstenose?

A

Obstructie van de bloedstroom vanuit de linkerkamer door een subvalvulaire, valvulaire of supravalvulaire vernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de gradaties van ernst van aortaklepstenose:

A

Mild: > 1,5 cm2
Matig: 1-1,5 cm2
Ernstig: < 1 cm2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken van aortaklepstenose?

A
  • Aortaklep sclerose
  • Bicuspiede aortaklep
  • Reumatische hartziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pathofysiologie van aortaklep sclerose?

A

Calcificatie en fibrose van arotaklepbladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PF van bicuspiede aortaklep?

A

Fusie van 2 van de 3 klepbladen in utero –> patiënten presenteren zich met klachten van aortastenose eerder dan normale aortaklep calcificaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belangrijkste oorzaak van subvalvulaire stenosen?

A

Hypertrofe cardiomyopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de fysiologische gevolgen van aortaklepstenose?

A

Ernstige belemmering bloedstroom –> drukbelasting kamer –> hypertrofie hartspier:
o Eerste: diastolische dysfunctie LV –> diastolisch hartfalen
o Vervolgens: systolische dysfunctie/ pompdysfunctie LV –> systolisch hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kliniek van aortaklepstenose?

A
  • Moeheid
  • Kortademigheid
  • Angina pectoris
  • Syncope
  • Plotse dood door VF
  • Nachtelijke dyspneu
  • Longoedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Afwijkingen op KO bij arotaklepstenose?

A
  • Kleine polsdruk
  • Lage systolische bloeddruk
  • Frémissement boven a. carotis
  • Cardiomegalie –> ictus cordis buiten medioclavicularie lijn
  • Ruitvormig mid/laatsystolisch ruw hartgeruis
  • Paradoxaal gespleten 2e harttoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BO bij vermoeden aortaklepstenose?

A
  • ECG: linkerkamerhypertrofie
  • RX thorax: cardiomegalie
  • Echocardiogram + doppleronderzoek
  • Hartkatheterisatie
  • Inspanningstest
  • MRI- of CT scan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kunnen we bij bicuspiede aortaklep zien op RX thorax?

A

post-stenotische verwijding aorta ascendens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is een systolisch geruis altijd pathologisch?

A

NEEN, het kan ook gaan om een functioneel uitdrijvingsgeruis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Levensverwachting van patiënten met aortaklepstenose?

A

Eenmaal symptomatisch –> levensverwachting < 5 jaar

Bij ontwikkelen hartfalen –> levensverwachting < 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling aortaklepstenose?

A
  • Asymptomatisch: geen therapie
  • Chirurgische implantatie kunstklep
  • Percutane aortaklepvervanging (transcutane aortaklepinterventie, TAVI)
  • Rol van medicamenteuze behandeling eerder beperkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de meestvoorkomende klepafwijking?

A

Aortaklepstenose

–> gevolgd door mitralisklepinsufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke types klepprothesen zijn er?

A
  • Mechanische kleppen

- Bioprothesen

17
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van mechanische kleppen?

A

V: lange levensduur: 15-20 jaar
N: - Levenslange anticoagulantia aangewezen
- Risico op endotheelingroei en endocarditis –> AB profylaxe bij iedere ingreep met risico op bacteriemie (bv. tandheelkundige ingrepen)

18
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van bioprothesen?

A

V: hemodynamisch beter, geen antistolling nodig (behalve eerst 2-3 maanden)
N: beperkte levensduur 4-5 jaar