Hoofdstuk 7: de weefsels, het spierweefsel Flashcards
1
Q
algemene kenmerken spierweefsel
A
- opgebouwd uit prikkelbare cellen die kunnen contraheren
- contractie gebeurt door het ineenschuiven van actine- en myosinefilamenten
- doel contractie: verkorten van de spier
- heel actief weefsel (stofwisseling is heel hoog)
- goed doorbloed weefsel
2
Q
waaruit is dwarsgestreept spierweefsel opgebouwd?
A
uit spiervezels die omgeven worden door een laagje bindweefsel
3
Q
myofibrillen =
A
structuren die even lang zijn als de spiervezel zelf
4
Q
kenmerken van de contractie van dwarsgestreept spierweefsel
A
- ze worden bewust gestuurd
- voor willekeurige bewegingen
- contractie is heel snel en krachtig maar ook snel vermoeibaar
- elke skeletspier is via zenuwen verbonden met de ruggengraat en de hersenen
5
Q
microscopisch uitzicht glad spierweefsel
A
spoelvormige cellen met 1 celkern, alle organellen aanwezig, veel mitochondriën in het cytoplasma, dunne filamenten bevatten actine en tropomyosine
6
Q
kenmerken van de contractie van glad spierweefsel
A
- trekken vrij traag samen, vrijwel onvermoeibaar
- wordt onwillekeurig bestuurd en aanstuurt door het autonome zenuwstelsel
7
Q
microscopisch uitzicht hartspierweefsel
A
- gestreept spierweefsel
- cellen zijn vertakt en vormen een netwerk
- hartspiercellen zijn met elkaar verbonden door intercallaire schijven (ze werken als functioneel syncytium)
- 1 hartspiercel bevat 1 of Max 2 kernen die in het centrum van de cel liggen
8
Q
kenmerken van de contractie van het hartspierweefsel
A
- continu actief en vereist veel energie
- snel en ritmisch contactueel
- eigen pacemaker: de sinusknoop die beïnvloed wordt door het autonoom zenuwstelsel