Hoofdstuk 3: de cel gestuurd vanuit de kern: eiwitsynthese Flashcards
DNA =
het molecule in de cel waarin de kenmerken van het organisme liggen opgeslagen
waaruit bestaat DNA?
uit een lange keten van deoxyribonucleotiden. de nucleotiden zijn gekoppeld via de fosfaatgroep die is gebonden aan de 5’ positie van het ene nucleotide en de 3’ positie van het volgende nucleotide. de ruggengraat wordt gevormd door een lange keten van suikermoleculen met ertussen steeds een fosfaatgroep
waar heeft de eerste nucleotide van de keten een vrije bindingsplaats?
op de 5’ positie –> dit uiteinde wordt beschouwd als het begin van de keten en wordt 5’ begin genoemd
waar heeft de laatste nucleotide een vrije bindingsplaats?
op de 3’ positie –> dit uiteinde wordt beschouwd als het eind van nee keten en wordt 3’ einde genoemd
waardoor worden de 2 polynucleotideketensketens samengehouden
door waterstofbruggen tussen complementaire basen
a tegenover … ? (bij DNA)
t
c tegenover … ? (bij DNA)
g
waarom zijn de 2 polynucleotideketens complementair?
omdat ze bijeengehouden worden door paren van complementaire basen en het begin van de ene keten ligt tegenover het uitende van de andere keten
wat bepaalt de volgorde van de DNA-keten?
de volgorde van de aminozuren van alle proteïnen in het organisme
wat is de chemische ‘boodschapper’ tussen het DNA in de celkern en de ribosomen in het cytoplasma?
een RNA molecule
wat is transcriptie?
de kopiëring van het DNA naar RNA om de genetische informatie ergens anders in de cel te gebruiken
onder invloed van wat gebeurt de transcriptie / opbouw van RNA?
onder invloed van het enzym RNA polymerase
wat is de enige manier voor aanmaak van RNA moleculen? en welke soorten RNA kunnen zo worden aangemaakt?
transcriptie, mRNA, rRNA en tRNA kunnen worden aangemaakt
wat is een gen?
het DNA gedeelte dat wordt overgeschreven naar mRNA en overeenkomt met de lengte van een proteïne
bestaan RNA moleculen uit een enkele polynucleotideketen of een dubbele?
uit een enkele (in tegenstelling tot DNA)