Hoofdstuk 4.2: celgroei en celdeling bij eukaryoten: de celcyclus Flashcards

1
Q

hoe gebeurt de cytokinese bij dierlijke cellen?

A

door afsnoering. er vormt zich een ring van plasmamembraan, die aan de cytoplasmakant bekleed is met stevige, parallel lopende bundels van actinefilamenten en die zich steeds verder vernauwt. daardoor ontstaat een steeds dieper wordende groef. wanneer beide kanten van de insnoering elkaar raken vindt er versmelting plaats en is de celdeling een feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat betekent haploïd?

A

dat ze 1 set van 23 chromosomen bevat (bij eicel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe kan de eicel diploïd worden?

A

door versmelting van de kern van de eicel met de kern van de mannelijke spermacel (nu 46 chromosomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat gebeurt er kort na de bevruchting met de eicel?

A

de menselijke eicel begint zich mitotisch te delen en produceert opnieuw 2 dochtercellen, die zich opnieuw delen tot 4 cellen, 8 enz (al deze cellen hebben 46 chromosomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

uit welke 2 opeenvolgende kerndelingen bestaat meiose?

A
  • meiose 1

- meiose 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe wordt de periode tussen meiose 1 & 2 genoemd?

A

interkinese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

in welke 5 substages wordt profase 1 opgedeeld?

A

leptoteen, zygoteen, pachyteen, diploteen en diakinesis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er in het leptoteen stadium?

A

de chromosomen worden zichtbaar. elke chromosoom is hier al gedupliceerd en bestaat uit 2 chromatiden verbonden aan het centromeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er in het zygoteen stadium?

A

de homologe chromosomen van ieder zullen met elkaar associëren (paren) (in lengte richting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er tijdens het pachyteen?

A

de chromosomen blijven zich condenseren en zijn de chromosomen volledig gepaard waardoor een 4 stengige structuur ontstaan. de chromatiden van verschillende chromosomen kunnen hier over elkaar gaan liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat gebeurt er in het diploteen?

A

de gepaarde chromosomen gaan duidelijker te onderscheiden zijn en worden bij elkaar gehouden door cross verbindingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurt er in de diakinesis?

A

de chromosomen bereiken de hoogste graad van condensatie en komen los van de kernmembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er in de metafase 1?

A

de kernmembraan verdwijnt, een spoelfiguur begint zich te vormen en de centriolenparen wijken uiteen. de chromosomen gaan zich verplaatsen in het equatorvlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er tijdens de anafase 1?

A

de gepaarde chromosomen worden van elkaar gescheiden en migreren 2 chromatiden naar elke pool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer breekt de spoelfiguur af?

A

tijdens telofase 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat gebeurt er in de metafase 2?

A

de chromosomen gaan zich positioneren in het equatorvlak

17
Q

wat gebeurt er in telofase 2?

A

de chromosomen gaan naar de interfasetoestand. 4 dochtercellen zijn ontstaan met de helft van het oorspronkelijke aantal chromosomen

18
Q

in welke fase worden chromosomen gescheiden in het equatorvlak?

A

anafase 2