Hoofdstuk 10: begrippen Flashcards
ductus lymfaticus
lymfevat
chyl
vetrijke lymfe afkomstig van de dunne darm
chylvaten
lymfevaten waarlangs chyl naar de ductus thoracius gevoerd wordt
ductus thoracicus
groot lymfevat dat de lymfe afkomstig van de linker kan van het lichaam, de buik en de onderste ledematen afvoert
nodus
knoop, knobbel
thymus
zwezerik
lympha
helder water
lymfe
weefselvocht dat opgenomen wordt in een lymfevat
myelum
beenmerg
myeloïd weefsel
merg
oedeem
Zwelling door extracellulaire vochtophoping in een weefsel, zonder toename van het aantal cellen
tonsilla
amandel
tonsilla pharyngealis
keelamandel / neusamandel
tonsilla lingualis
tong amandel
tonsilla palatina
gehemelte amandel
ring van Waldeyer
de keelamandel + neusamandel + tongamandel
de platen van Peyer
eilandjes lymfoïd weefsel in de dunne darm
sternum
borstbeen
septum
tussenschot, wand
trabecula
bindweefselschot dat een orgaan in verschillende delen onderverdeelt
thymocyt
stamcel uit de thymus die zich kan ontwikkelen tot een T-lymfocyt
abdomen
buikholte