Hoofdstuk 7: de weefsels, het epitheelweefsel/dekweefsel Flashcards
wat is een weefsel?
een verzameling van cellen (al dan niet met de extracellulaire stoffen) met een gemeenschappelijke functie
waaruit bestaat epitheel?
uit 1 laag of meerdere lagen dicht tegen elkaar geschikte cellen omgeven door een beperkte hoeveelheid extracellulair materiaal
welke grens vormt het bedekkende epitheel?
de grens tussen de buitenwereld en het individu of 2 verschillende biologische compartimenten
kenmerken van epitheelweefsel
- de cellen liggen dicht aaneengesloten, er is weinig of geen intercellulaire ruimte
- epitheel liggen op een basale membraan dat hen afscheidt en stevig verankert met het onderliggende bindweefsel
- de apicale zijde is blootgesteld aan de omgeving
hoe kunnen de epitheelcellen van het epitheelweefsel verbonden zijn?
- tight junctions
- gap junctions
- desmosomen
- hemidesmosomen
functie tight junctions
verhinderen dat spijsverteringsenzymen, maagzuur of afvalstoffen de onderliggende weefsels beschadigen
functie gap junctions
kunnen kleine moleculen en ionen uitwisselen tussen de cellen, noodzakelijk voor coördinatie van spiercontractie
functie hemidesmosomen
hechten de epitheelcel aan de basale membraan
bevat het epitheelweefsel bloedvaten?
nee, het is een avasculair weefsel. er lopen wel zenuwuitlopers tussen de cellen van het epitheelweefsel
volgens welke 3 morfologische karakteristieken wordt het bedekkend epitheel geklasseerd?
- het aantal cellagen waaruit het epitheel is opgebouwd of de schikking van de cellen
- de vorm van de cellen die de bovenste laag opbouwen
- de aanwezigheid van de oppervlaktespecialisaties
plaatsen waar eenlagig plaveiselepitheel voorkomt
- dekweefsels die ventrale lichaamsholten bekleden
- bekleding van haat en bloedvaten
- delen van de nierbuisjes
- binnenbekleding van hoornvlies
- alveoli van de longen
functies eenlagig plaveiselepitheel
- vermindert wrijving
- reguleert doorlaatbaarheid van de vaten
- opname en afscheiding
plaatsen waar eenlagig kubisch epitheel voorkomt
klieren, afvoerbuizen, delen van de nierbuisjes, thyroïd
functies eenlagig kubisch epitheel
beperkte bescherming, afscheiding, opname
plaatsen waar eenlagig cilindrisch epitheel voorkomt
bekleding van de maag, darmen, galblaas, oviducten en verzamelbuizen van nieren
functies eenlagig cilindrisch epitheel
bescherming, afscheiding, opname
plaatsen waar gelaagd plaveiselepitheel voorkomt
- huidoppervlak
- bekleding van de mond, keel, oesophagus, rectum, anus en vagina
functies gelaagd plaveiselepitheel
biedt fysieke bescherming tegen slijtage, ziekteverwekkers en chemische stoffen
plaatsen waar pseudo-gelaagd met trilharen bezet cilindrisch epitheel voorkomt
bekleding van de neusholte, trachea en bronchiën, gedeelten van de mannelijke voortplantingsorganen
functies pseudo-gelaagd met trilharen bezet cilindrisch epitheel
bescherming, afscheiding
plaatsen waar overgangsepitheel voorkomt
- urineblaas
- nierbekken
- ureters
functies overgangsepitheel
kan worden uitgerekt en keert na uitrekking tot oorspronkelijke vorm terug
wat zijn microvilli?
vingervormige uitstulpingen van de celmembraan, ze komen voor war een grote oppervlakte noodzakelijk is
wat zijn cilia of trilharen?
dunne membraanuitsteeksels die verbonden zijn met het cytoskelet. door de beweging van de trilharen kunnen vloeistoffen of slijm die zich boven op het epitheel bevinden voortbewegen
wat is het immobiele ciliasyndroom?
een aangeboren defect waardoor de gecoördineerde beweging van de trilharen van het slijmvlies van de luchtwegen verstoord. hierdoor treden ernstige of herhaalde infecties van de luchtwegen op
functies van het epitheelweefsel
- bescherming (doordat cellen dicht op elkaar liggen)
- regulering van de doorlaatbaarheid
- zintuigfunctie (opvangen van prikkels)
- productie van secreties
klieren ingedeeld naar de plaats waar ze hun producten vrijstellen (2)
- exocriene klieren: geven hun producten af via een afvoerbuis naar een uitwendig of inwendig oppervlak
- endocriene klieren: geven hun producten af zonder afvoerbuis, rechtstreeks in de bloedbaan of aan het weefselvocht
waar halen Endo en exocriene klieren hun grondstoffen vandaan?
uit de toevoerende bloedvaten
wat scheiden sereuze klieren af?
een waterige oplossing die enzymen bevat
wat scheiden muceuze klieren af?
mucinen die een dik, glad slijm vormen
eigenschappen van het epitheelweefsel
- kan zichzelf steeds vernieuwen en herstellen
- vermogen tot metaplasie: kan bij aanhoudende beschadiging overgaan in een andere vorm van epitheelweefsel