Hoofdstuk 7: de weefsels, bindweefsel Flashcards
basisbouw van bindweefsel
- cellen
- vezels
- grondsubstantie
(vezels + grondsubstantie vormen de extracellulaire matrix)
kenmerken van het bindweefsel (4)
- cellen in het bindweefsel sluiten niet dicht aaneen
- bindweefsel ligt verspreid over heel het lichaam, maar is nooit blootgesteld aan de buitenwereld
- de meeste bindweefsels zijn goed doorbloed
- kan zintuigen bevatten
functie van bindweefsel (4)
- steun, stevigheid en bescherming
- transport van voedings- en afvalstoffen naar en van de omliggende weefsels
- afweer (bv witte bloedcellen)
- reserve en stapelfunctie (vetten kunnen opgeslagen worden in vetcellen
welke cellen zitten er in het bindweefsel in enge zin?
- fibroblasten (heel actief, voor productie van de vezels en de grondsubstantie)
- fibrocyten (inactieve fibroblasten, wanneer er een verwonding ontstaan vormen ze zich terug tot fibroblasten)
- macrofagen (fagocyterende cellen, vrije macrofagen worden naar het bindweefsel aangetrokken als een weefsel geïnfecteerd wordt)
- mestcellen/mastcellen (beweeglijke bindweefselcellen dichtbij bloedvaten
- witte bloedcellen (worden naar het bindweefsel getrokken bij een infectie en ruimen de m.o. op)
welke vezels komen er in het bindweefsel in enge zin voor?
- collagene vezels (sterk en buigzaam)
- elastische vezels ( elastisch, niet trekvast, na vervorming keren ze spontaan terug)
- reticulaire vezels (dunne collageenvezels, komen voor in beenmerg, lymfeklieren en milt)
hoe ziet de grondsubstantie er uit bij bindweefsel in enge zin?
helder, kleurloos en met een stroperige consistentie: dit kan de beweeglijkheid van m.o. sterk verminderen
bindweefsel in enge zin: plaatsen waar los bindweefsel zich bevind
onder de dermis, rond spijsverteringskanaal, luchtwegen en urinewegen, tussen spieren, rond bloedvaten, zenuwen en rond gewrichten
bindweefsel in enge zin: functies los bindweefsel
beschermt organen tegen schokken, biedt stevigheid, maar laat onafhankelijke bewegen toe, fagocyterende cellen bieden bescherming tegen ziekteverwekkers
bindweefsel in enge zin: plaatsen waar vetweefsel zich bevind
diep onder de huid vooral bij de zijden, billen, borsten, kussentjes rond de ogen en nieren
bindweefsel in enge zin: functies vetweefsel
- schokbreker
- isolatie
- opslag energiereserves
bindweefsel in enge zin: plaatsen waar dicht bindweefsel zich bevind
- tussen skeletspieren en skelet
- tussen beenderen onderling
- als deklaag van skeletspieren
- kapsels van inwendige organen
bindweefsel in enge zin: functie dicht bindweefsel
- biedt stevige aanhechting
- brengt trekkracht van spieren over
- verminder wrijving tussen spieren
- stabiliseert onderlinge posities van beenderen
- helpt overmatige uitrekking van organen
bindweefsel in enge zin: plaatsen waar reticulair bindweefsel voorkomt
lever, nieren, milt, lymfeknopen en beenmerg
functies bindweefsel in enge zin: reticulair bindweefsel
ondersteunend netwerk
wat voor vorm van bindweefsel is vetweefsel?
een vorm van los bindweefsel dat grote hoeveelheden vetcellen of adipocyten bevat