Hoofdstuk 14: begrippen Flashcards
abdomen
buik
anus
ring, aars
anaal
met betrekking tot de aars
appendix
aanhangsel
aqua
water
ascendens
opstijgend
colon ascendens
het opstijgende deel van de dikke darm
bilirubine
galkleurstof
bilis
gal
bulbus
plaatselijke verdikking
bulbu duodeni
eerste deel van de 12 vingertje darm
circulair
cirkelvormig verlopend
caecus
blind
caecum
de blinde darm
cardi
hart, maagmond
cavum
holte
cavus
hol
chymus
spijsbrei
colon
karteldarm
curvatura
kromming
curvatura major
de grote maagbocht
curvatura minor
de kleine maagbocht
descendens
afdalend
colon descendens
het afdalende deel van de dikke darm
ductus
buis, kanaal
duodenum
12 vingerige darm
durus
hard
enteron
darm
enteraal
van de darm
fel
gal
gingiva
tandvlees
glossitis
ontsteking van de tong
haustrum
welving
hepar
lever
ductus hepaticus
galgang die van de leven naar de galblaas loopt
ileum
kronkeldarm
jejunum
nuchtere darm
lingua
tong
glandula sublingualis
onderkaakspeekselklier
mucineus
slijmerig
mucosa
slijmvlies
submucosa
de laag onder het slijmvlies
muscularis mucosae
de spierlaag in het slijmvlies
muscularis
spierlaag
oesophagus
slokdarm
os
mond
papilla
verhevenheid, bultje
peristaltiek
Een golfbeweging van de darmwand waardoor een voedselbrok telkens een stukje verder door het spijsverteringskanaal wordt geduwd
peritoneum
buikvlies
intraperitioneaal
binnen het buikvlies
retroperitoneaal
achter het buikvlies
subperitoneaal
onder het buikvlies
plica
plooi
proteolytisch
eiwitsplitsend
rectum
de endeldarm, laatste deel van de dikke darm
sereus
waterig
sfincter
sluitspier
taenia
band
taeniae coli
banden van longitudinaal verlopend spierweefsel in de dikke darm
transversus
in dwarse richting
colon transversum
dwarse deel van de dikke darm
uvula
(druifje), huig
vesica
blaas
vesica fellea
galblaas
villus
darmvlok
microvillus
kleine vingervormige uitstulping op de celmembraan