HC3.7: Behandeling van osteoporose Flashcards
1
Q
niet-medicamenteuze behandeling:
A
- lichaamsbeweging stimuleren en inactiviteit vermijden
- niet roken en geen overmatig alcohol
- niet te veel afvallen
2
Q
preventie van osteoporotische fracturen:
A
- valpreventie (sanering medicatie, visuscorrectie, fysiotherapie): eventueel valpolikliniek
- verminderen valimpact (bijv. heupbeschermers)
3
Q
aanbeveling calcium:
A
- 1000 tot 1100 mg calcium per dag middels de voeding binnenkrijgen
- bij < 2 zuivelproducten per dag, calciumsuppletie van 1000 mg/dag
- geef calciumsuppletie van 500 mg bij 2-3 zuivelproducten per dag
4
Q
aanbeveling vitamine D:
A
- adviseer iedereen met een verhoogd fractuur risico dagelijks 20 microgram vitamine D te gebruiken
- maar dagdoseringen > 75 microgram per dag en periodieke hoge doseringen worden afgeraden omdat zij mogelijk een verhoogd valrisico geven
5
Q
2 soorten osteoporose medicamenteuze behandeling:
A
- remmers van de botafbraak (antiresorptiva)
- stimulatoren van de botaanmaak (anabolica)
6
Q
remmers van de botafbraak (antiresorptiva):
A
- oestrogenen
- SERM’s
- bifosfonaten
- antilichamen tegen RANKL
7
Q
Oestrogenen als behandeling:
A
- reductie van risico op heupfracturen en alle andere fracturen
- maar wel toename risico mammacarcinoom
- en toename risico in hart- en vaatziekten
–> gunstige effecten van oestrogenen met progestagenen waaronder verminderde kans op heupfracturen wegen niet op tegen de toegenomen kans op hart- en vaatziekten en borstkanker.
8
Q
SERM’s (Selective Estrogen Receptor Modulator): (raloxifeen)
A
- het is een agonist in botweefsel en in het cardiovasculaire systeem, dat zorgt voor remming van de botresorptie
- het is juist een antagonist in de borsten en in de baarmoeder, en zorgt dus in de borsten voor remming van bortskanker
9
Q
Raloxifeen:
A
- zorgt voor significante reductie aantal wervelfracturen
- geen reductie aantal niet-wervel en heupfracturen
- significante reductie kans mammacarcinoom
- verhoogd risico trombo-embolische events
10
Q
bisfosfonaten als behandeling:
A
- meest voorgeschreven als behandeling van osteoporose
- ze remmen de osteoclasten
- verlaging van de botturnover (minder bot ombouw eenheden, minder diepe resorptie putjes)
- lichte stijging van de BMD en verbetering van de microarchitectuur
11
Q
Alendronaat en risedronaat:
A
- meest voorgeschreven orale medicatie
- hebben effect op zowel de wervel fracturen als de niet-wervel fracturen (verlaging) en ook verlaging van de heupfracturen
- beide 1 keer per week
12
Q
Ibandronaat:
A
- ook een bisfosfonaat
- 1 keer per maand
- minder sterk effect van de alendronaat en risedronaat
- heeft wel effect op verlaging wervel en niet-wervel fracturen, maar geen effect op heup fracturen
13
Q
Zolededronaat:
A
- ook een bisfosfonaat
- is intraveneus
- 1 keer per jaar
- sterk effect op verlaging wervel en heup fracturen
- uit studies blijkt ook een verminderde mortaliteit na heupfracturen
14
Q
positieve punten van bisfosfonaten:
A
- hebben sterker effect op wervel fracturen dan op niet-wervel fracturen
- zelfs na stoppen van behandeling blijven ze nog werken in het lichaam, dus door retentie in bot houden effecten op BMD en turnover enige tijd na staken van de behandeling aan
15
Q
nadelen bisfosfonaten:
A
- bij oraal: vooral maag-darm klachten als bijwerking
- inname op nuchtere maag, rechtop zittend en patiënt moet na inname nog half uur rechtop blijven zitten
- bij intraveneus is er een mogelijke relatie met atriumfibrilleren
- kans op atypische femurfracturen
- zeldzame bijwerking, net als femur fracturen, is osteonecrose van de kaak