HC.13.1: Biologie van veroudering Flashcards
wat zijn factoren die de (kwaliteit) van leven beïnvloeden?
- genetica
- omgeving: woonplaats maakt verschil
- preventie en controle van chronische ziektes
- levensstijl: lichamelijke activiteit en voeding
- toeval
voor hoeveel procent bepaald genetica de levensverwachting van de mens?
25%
waarom krijgen we op een oudere leeftijd verhoogde bloeddruk?
hart werkt minder efficiënt en bloedvaten worden stugger
welk type hypertensie komt vooral bij jongeren voor?
systolisch-diastolische en diastolische hypertensie
welke type hypertensie zien we bij ouderen?
systolische diastolische
is de flow van bloed sneller bij jongeren of ouderen?
ouderen
hoe ontstaat de systolische bloeddruk?
bloedvaten zijn stijger en de bloedflow stijgt. hierdoor is de terugkaatsende golf in de systolische fase i.p.v. de diastolische fase
waar is de diastolische fase belangrijk voor?
bloedvoorziening naar het hart zelf
wat verandert er aan de nier als je ouder wordt?
nieren krimpen en aantal glomeruli nemen af. hierdoor neemt de GFR af en RAAS
wat kun je bij ouderen beter bepalen van het creatinine bij de bepaling van de nierfunctie?
cystatine C
wat is sarcopenie?
ouderen krijgen minder spiermassa waardoor je zowel kwantitatief als kwalitatief achteruit gaat
welke fase zijn er in de farmacikinetiek?
absorptie, distributie en metabolisme
welk effect heeft polypharmacia op absorptie?
- normaal: niets
- interactie tussen medicatie kan dit veranderen
- en bij ziekte is er vertraagde maaglediging
wat is belangrijk bij distributie?
- minder water dan meer medicatie nodig
- meer vet geeft toegenomen t1/2
- lager albumine geeft meer concentratie medicatie