HC.12.1: Fysiologie van het bot Flashcards

1
Q

wat zijn de functies van bot?

A
  • mechanisch: structuur, beweging en bescherming
  • synthetisch: vorming van bloedcellen en cellen van het afweersysteem
  • metabool: opslag van mineralen en groeifactoren en endocrien orgaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de samenstelling van bot?

A
  • botmatrix: mineraal (60%) en ECM (collageen type 1 en niet collagene eiwitten) (30%)
  • bloedvaten 8%
  • cellen 2%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke kleur heeft het bot en beenmerg?

A

bot = roze en beenmerg is wit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar bevinden de lining cells zich?

A

tussen het beenmerg en het bot en bedekken dus het botoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de functie van een osteoblast en wat is de voorloper? (5%)

A

oorsprong: mesenchymale stamcel
functie: botvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de oorsprong en functie van een osteocyt? (90-95%)

A

oorsprong: osteoblast
functies: reguleert botombouw, sensor van mechanische belasting en reguleert fosfaat homeostase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de oorsprong en functie van een osteoclast?

A

oorsprong: hematopoëtische stamcel
functie: botafbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe vind de botafbraak plaats door een osteoclast?

A

ze hechten aan de botmatrix, lossen het calcium op en breken de eiwitmatrix af. dit gebeurt door uitscheiding van Cl- en H+ ionen in een afgesloten resorptie compartiment. deze vormen zoutzuur dat het bot oplost. enzymen (cathepsin K) breekt ook eiwitmatrix af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

door welk systeem wordt de osteoclast gereguleerd?

A

receptor: RANK
ligand: RANKL
decoy receptor: OPG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe vindt de regulatie van osteoclast vorming plaats’?

A

RANKL bindt aan RANK en dan wordt bot afgebroken. OPG kan RANKL wegvangen waardoor het niet aan de receptor bindt. de verhouding van RANKL en OPG bepaalt de activiteit van de osteoclasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is trabeculair bot?

A

sponsachtig netwerk van fijne fijne botbalkjes en platen. het zit vooral aan de uiteinden van de botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de functies van trabeculair bot?

A
  • sterkte en elasticiteit
  • mineraal metabolisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is corticaal bot?

A

dichte buitenkant van compact bot en bepaalt de vorm van het bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de functie van corticaal bot?

A
  • verzorgt biomechanische sterkte
  • aanhechtingsplaats voor pezen en spieren
  • bescherming van beenmerg met daarin de stamcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het kanaal van Haver?

A

kanaal in corticaal bot met bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een osteon?

A

concentrische lagen van botweefsel en centraal een Havers kanaal

17
Q

wat is het periosteum?

A

buitenkant van botweefsel
het is voorzien van zenuwvezels, bloedvaten en lymfevaten

18
Q

uit welke 2 lagen bestaat het periosteum?

A
  • buitenste: bindweefsel en collageen
  • binnenste: cellen
19
Q

wat is de functie van het periosteum?

A
  • diktegroei van het bot
  • zorgen voor peesverbindingen
20
Q

wat is het endosteum?

A

binnenkant van botweefsel
het is enkellaags met MSC’s en collageen vezels

21
Q

wat is de functie van het endosteum?

A

rol in groei en ontwikkeling van bot

22
Q

welke 2 processen zijn er voor botvorming?

A

endochondrale en intramembraneuse botvorming

23
Q

wat is endochondrale botvorming?

A

vervanging van kraakbeen door bot

24
Q

wat is intramembraneuze botvorming?

A

directe botvorming bij vorming van schedel en sleutelbeen

25
Q

wat is appositionele groei?

A

dikte groei waarbij er afbraak van binnen in is en opbouw van buiten

26
Q

ligt de botvorming en afbraak bij elkaar of gescheiden?

A

ligt eraan of de groeischijven open staan. als ze openstaan is het gescheiden en anders bij elkaar

27
Q

wat is bot remodeling?

A

bot dat ter vervanging is verwijderd moet ook aangevuld worden zo blijven ze gezond en sterk

28
Q

wat gebeurt er met het bot wanneer je ouder wordt?

A

diameter neemt toe maar minder dik dit houdt wel de zelfde sterkte, maar de grotere diameter geeft meer ruimte voor resorptie en breekt het dus wel sneller