HC.12.7: Behandeling van osteoporose Flashcards

1
Q

welke leefstijl maatregelen raden we aan bij de behandeling van osteoporose?

A
  • inname van calcium en vitamine D
  • lichaamsbeweging
  • stoppen met roken en drinken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke medicamenteuze opties hebben we in Nederland voor osteoporose?

A
  • remmers van de botafbraak (antiresorptiva)
  • stimulatoren van botaanmaak (anabolica)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke medicatie vallen onder antiresorptiva?

A
  • oestrogenen
  • SERM’s
  • bifosfonaten
  • antilichamen tegen RANKL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom geven de oestrogenen niet vaak meer?

A

geven een verhoogde kans op borstkanker en HVZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn de voordelen van SERM’s (raloxifene)?

A

hebben een agonist effect op bot en Hart en vaatstelsel, antagonist op borsten en baarmoeder waardoor verminderde kans op borstkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het nadeel van SERM’s?

A

geen invloed op niet-wervelfracturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat schrijven we het meest voor die de botafbraak remmen?

A

bisfosfonaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe werken bisfosfonaten (alendronaat, risedronaat)?

A
  • remmen de functie van osteoclasten
  • lichte stijging van BMD en verbetering microarchitectuur
  • verlaging botturnover
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de belangrijkste bijwerking van bisfosfonaten?

A

maagdarm-klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een voorbeeld van antilichamen tegen RANKL?

A

Denosumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet teriparatide (PTH 1-34) en abaloparatide (PTHrP 1-34)?

A

lijkt op PTH hormoon
- stimulatie osteoblasten en clasten
- toename botturnover
- botaanmaak > botafbraam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet romososumab (anti-sclerostine)?

A

dus de botaanmaak wordt niet meer geremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doet sclerostine?

A

remmen de botaanmaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat geef je als eerst bij een hoog fractuur risico?

A

altijd leefstijladviezen en start met oraal alendronaat of risedronaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat overweeg je bij het niet verdragen van alendronaat en risedronaat?

A

zoledronaat of denosumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer is teriparatide en romosozuman toegestaan?

A

bij hoog risico

17
Q

wat zijn de bijwerkingen van notafbraakremmers?

A

atypische femurfracturen en kaak-osteonecrose

18
Q

wat is belangrijk bij de behandeling?

A

herevaluatie na 3-5 jaar voor beoordeling stoppen, nabehandeling, continueren of switchen

19
Q

wat is belangrijk bij denosumab?

A

nooit staken zonder nabehandeling met bisfosfonaten