HC.12.3: Klinisch onderzoek van het skelet Flashcards

1
Q

wat is osteoporose?

A

dichtheid en kwaliteit van het bot nemen af door onbalans tussen de productie en resorptie van bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is osteopetrose?

A

toename botmineraaldichtheid dus witter op röntgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wie hebben een risico op het ontwikkelen van een osteoporose fractuur?

A
  • postmenopausale vrouwen ouder dan 60
  • oudere mannen dan 70
  • vrouwen en mannen ouder dan 50 die eerder een fractuur hebben gehad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar bestaat het axiale skelet uit?

A

wervels, de pelvis en de kop van de femur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar bestaat het perifere skelet uit?

A

lange botten in de armen en benen en de hand botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe ziet osteoporose er op de radiologie uit?

A
  • minder botdensiteit
  • dunnere cortex
  • verticale trabeculae
  • fractuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke ziektebeelden kunnen nog meer afname in botdensiteit geven?

A
  • osteomalacia
  • metastase
  • meerdere myeloma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is botdensitometrie?

A

techniek voor kwantificering van massa, dichtheid of andere materiaaleigenschappen van bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke soorten van botdensitometrie zijn er?

A
  • DEXA
  • CT
  • MRI
  • ultrageluid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe wordt de botmineraaldichtheid uitgedrukt?

A

T- score: afwijking van de meting tov de gemiddelde waarde van jong volwassenen
Z-score: afwijking tov gemiddelde waarde van mensen met dezelfde leeftijd en geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe heet het stadia voor een osteoporose?

A

osteopenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waardoor kan de botdensitometrie beïnvloedt worden?

A

artose, vaatverkalkingen en wervelinzakkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly