HC.12.2: Farmacokinetiek: effecten van veroudering Flashcards
wat is de top 3 middelen die bejaarden gebruiken?
- cardiovasculaire middelen
- psychofarmaca
- analgetica: pijnstilling
is er verandering in absorptie bij ouderen?
geen grote verandering maar duurt wel langer
is er verandering van distributie bij ouderen?
- meer vet en minder water
- minder albumine dus meer vrije fractie
is er een verandering in metabolisme bij ouderen?
- hepatische klaring daalt
- afname fase 1 metabolisme, weinig bij 2
- genetica heeft invloed op de hoe snel er op wordt gereageerd
is er een verandering van eliminatie bij ouderen?
- renale klaring wordt lager: dus je krijgt het niet makkelijk uit je lichaam
- plasma renine daalt en aldosteron ook dus kans op hyperkaliëmie
waar is de steady state afhankelijk van?
dosis, t1/2 en doseringsinterval
wat zijn de gevolgen van een hogeren Css?
- krachtigere bijwerkingen
- grotere kans op interactie met andere farmaca
waar hangt absorptie vanaf?
maag/darmmotiliteit
waar hangt de distributie van af?
eiwitbinding
waar hangt het metabolisme vanaf?
enzyminductoren
waar hangt eliminatie vanaf?
stoffen die urineflow/pH beïnvloeden
wat zijn farmacodynamische interacties?
wat doet het geneesmiddel met het lichaam
- additief: 1 + 1 = 2
- synergie: 1+1 = 4
- antagonisme
wat zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen bij geneesmiddelen?
de werkingsverschillen zijn nihil maar vrouwen gebruiken wel meer medicatie omdat die ouder worden