HC.10.4: Pathologie van bijnieraandoeningen Flashcards

1
Q

wat is het verschil tussen hyperplasie en adenoom (neoplasie)?

A

neoplasie = nieuwvorming en dit is irreversibel
hyperplasie is reversibel en is vermeerdering van aantal

neoplasie leidt tot kanker en kan verspreiden naar andere plekken. hyperplasie geeft alleen vergroting. het proces is dus hetzelfde maar neoplasie kan ook kwaadaardig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de associatie tussen functie- en vormafwijking?

A

zie schrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is hyperplasie?

A

vergroting van een orgaan o.b.v. van het aantal cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is hypertrofie?

A

vergroting o.b.v. celgrootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is neoplasie?

A

autonome groei: groei die niet meer gevoelig is voor feedbacksignalen en geen mogelijkheid tot regressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het Cushing syndroom?

A

hoog cortisol spiegel meest voorkomend is endogeen door medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de ziekte van Cushing?

A

ACTH producerend adenoom in de hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een incidentaloom?

A

zwelling die toevallig wordt gevonden bij bijv. een controle op iets anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe maak je het onderscheid tussen een carcinoom en een adenoom?

A
  • carcinoom: > 100 g en > 5-6 cm
  • adenoom <50g en < 5 cm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is anaplasie?

A

verlies van orde en regelmaat: differentiatie van cellen neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly