HC11.1: Systemische auto-immuunziekten Flashcards

1
Q

Systemische auto-immuunziekten

A
  • SLE
  • RA
  • Vasculitiden

Het afweersysteem is gericht tegen stoffen die in meerdere organen voorkomen

Bij RA wordt bijvoorbeeld het collageen aangevallen, hierdoor staan de gewrichtsproblemen op de voorgrond maar kunnen er ook problemen met de ogen, longen en hartkleppen ontstaan

Bij vasculitiden reacties tegen bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vasculitis

A
  • Ontsteking van bloedvaten waarbij het klinische beeld afhankelijk is van de plaats en het kaliber van de aangedane bloedvaten
  • Lumen sterk vernauwd, omdat er een ontstekingsinfiltraat in het vat zit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Indeling vasculitiden vroeger

A
  • Primaire/idiopatische vorm: geen andere ziekte ten grondslag
  • Secundaire vorm: wel veroorzaakt door andere ziekte zoals endocarditis
  • Vasculitis look-a-likes: syndromen die op vasculitis lijken zoals cholesterolembolieën en antifosfolipidensyndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indeling tegenwoordig is op grootte van aangedane bloedvat

A
  • Hangt samen met klinische presentatie, pathogenese en behandeling
  • Grote bloedvaten zoals aorta
  • Middelgrote bloedvaten zoals vaten naar darmen en nieren
  • Vasculitis van de kleine bloedvaten en arteriole/capillaire venulen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grote bloedvaten zoals aorta

A
  • Takayasu’s arteritis
  • Reuscel arteritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Middelgrote bloedvaten zoals vaten naar darmen en nieren

A
  • Klassieke polyarteritis nodosa (PAN)
  • Ziekte van Kawasaki
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vasculitis van de kleine bloedvaten en arteriole/capillaire venulen

A
  • Granulomatose met polyangiitis (GPA, vroeger ziekte van Wegener)
  • Microscopische polyangiitis
  • Churg-Strauss syndroom
  • Cryoglobulinemie
  • Cutane leukocytoclastische vasculitis
  • Henoch-Schönlein purpura
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pathogenese vasculitis van grote bloedvaten

A
  • Diverse lagen van binnen naar buiten: tunica intima, elastisch membraan, tunica media, adventitia
  • In adventitia DC en lymfocyten
  • Van belang bij de pathogenese van vasculitis van de grote bloedvaten
  • Vasculitis begint in adventitia dus vanaf buitenkant van grote bloedvat
  • Belangrijkste functie van DC is voorkomen van vasculitis, maar toch bij patiënten met vasculitis veranderen de DC’s
  • Geactiveerde DC hoort in lymfeklieren antigenen te presenteren
  • Bij vasculitis van grote bloedvaten worden DC’s geactiveerd, maar gaan niet naar lymfeklier toe
  • DC’s brengen chemokinen en chemokinereceptoren tot expressie waardoor een geactiveerde DC lymfocyten aantrekt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In adventitia zelf ook bloedvaten

A
  • Vasa vasorum
  • Hiermee kunnen lymfocyten de DC’s in de adventitia bereiken
  • Onduidelijk waardoor DC’s worden geactiveerd
  • Er wordt een Th1 respons op gang gebracht waardoor cytokinen worden geproduceerd, o.a. het IL6
  • Ontstekingsproces dat zich uitbreidt naar de binnenkant van bloedvat (media en intima)
  • Door ontsteking vernauwt het bloedvat (hyperplasie van vaatwand), maar wordt het tegelijkertijd ook slapper (kwaliteit gaat achteruit door ischemie)
  • Leidt tot functieverlies en mogelijk tot aneurysma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vasculitis van kleine bloedvaten

A
  • Andere pathogenese, omdat deze kleine vaten geen adventitia en dus ook geen vasa vasorum hebben
  • Kan door immuuncomplexen of door ANCA’s worden veroorzaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Immuuncomplex vasculitis

A
  • In het lichaam worden bij infectie immuuncomplexen gevormd
  • Macrofagen in lever en milt horen deze immuuncomplexen op te ruimen
  • Als er een grote overmaat aan Ig is, zijn de lever en milt niet meer in staat deze allemaal op te ruimen en slaan de immuuncomplexen neer in vaatwand
  • Neerslaan van immuuncomplexen zorgt voor verdere activatie van immuunsysteem en beschadiging van vaatwand
  • Meestal slaan ze neer in huid, maar ze kunnen ook in bloedvaten terechtkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom alleen neerslag in de kleinere vaten?

A

Flow is daar lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ANCA vasculitis

A
  • ANCA zijn gericht tegen antigenen aanwezig in cytoplasma van neutrofiele granulocyten zoals proteïnase-3 (PR2, sterk geassocieerd met GPA) en myeloperoxidase (MPO, sterk geassocieerd met Churg-Strauss syndroom)
  • Enzymen zitten normaal binnen in het cytoplasma van de neutrofiele granulocyt
  • Antistoffen zijn niet in staat om de cellen te betreden
  • Door vesikels kunnen deze antigenen aan de buitenkant van neutrofiele granulocyt komen te zitten waardoor ANCA wel kunnen binden
  • Neutrofielen worden geactiveerd en brengen adhesiemoleculen tot expressie
  • Zo kunnen ze zich hechten aan bloedvatwand
  • Leidt tot het vrijkomen van enzymen die vaatwanddestructie bevorderen
  • Neutrofielen kunnen in het speciaal geactiveerd worden door stafylokokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen vasculitis

A
  • Eerst als gevolg van vrijkomen van inflammatoire cytokinen
  • Algemene malaise
  • Koorts
  • Gewichtsverlies
  • Later ontstaan er ook problemen door vaatwandschade zoals ischemische schade door een verstopt bloedvat en bloedingen door een ruptuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Proces symptomen

A
  • Sluipend begin en subacuut (weken-maanden)
  • Vaak met pijn door ischemie waardoor vaten dicht gaan slippen
  • Tekenen van ontsteking (koorts, rash, artritis) wat later zal resulteren in multi-orgaan disfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gevolgen vaatwand

A
  • Vernauwing: ischemische gevolgen in kleine bloedvaten
  • Trombose
  • Vaatruptuur: levensbedreigende gevolgen in grote bloedvaten
17
Q

Diagnostiek vasculitis

A
  • Histologisch n.a.v. biopt
  • Uit groot bloedvat geen biopt nemen, want door gat niet meer functioneel
  • Angiogram maken ter bevestiging (contrast inspuiten, op sommige plekken verzwakking te zien, kralensnoer)
  • PET scan maken kan ook
18
Q

Arteriitis temporalis (reuscelartritis)

A
  • Grote vaten
  • Verdikte bloedvatwand van a. temporalis
  • Forse hoofdpijn
  • Ouderen
  • Complicatie: blindheid door embolieën
19
Q

Ziekte van Takayasu

A
  • Grote vaten, vooral arcus aortae
  • Aziatische origine, vrouw, <40 jaar
  • Vorm van vasculitis die sporadisch voorkomt en een slechte prognose heeft
20
Q

Behandeling van grote vaten vasculitis

A
  • Hoge dosis prednison
  • Evt. aangevuld met tocilizumab (IL6 remmer)
  • TNF-a-remmers of IL1-remmers niet effectief
21
Q

Polyarteritis nodosa (PAN)

A
  • Middelgrote vaten met sluipend begin
  • Lijkt eerst op griep
  • Huid, zenuwstelsel, nieren, tractus digestivus, hart aangedaan
  • Alle andere organen kunnen ook worden aangetast
  • Sterke associatie met hepB infectie
22
Q

Symptomen PAN

A
  • Huidafwijkingen: livedo reticularis (netvormige cyanotische verkleuring huid)
  • Angina abdominalis (buikpijn na eten door tekort aan bloedtoevoer, omdat de darm na eten extra zuurstof nodig heeft)
23
Q

Diagnose PAN stellen

A
  • Huidafwijkingen
  • HepB infectie
  • Angiografie
24
Q

PAN mortaliteit en behandeling

A
  • Mortaliteit hoog
  • Onderliggende infectie behandelen
  • Prednison en cyclofosfamide
25
Ziekte van Kawasaki
- Middelgrote vaten en vasculitis van coronairvaten - Betere prognose dan PAN - Bij kinderen onder 5 jaar - Incidentie 10:100.000 persoonsjaren - Uit zich in coronairen wat een hartinfarct tot gevolg kan hebben
26
Symptomen Kawasaki
- Hartinfarct - Aardbeientong - Rode huid - Kwijlen - Kind kan ernstig ziek zijn - Veen ontstekingsverschijnselen
27
Behandeling Kawasaki
- Ig en aspirine - Corticosteroïd niet bij kinderen vanwege bijwerkingen Mogelijk associatie met COVID19
28
Ziekte van Henoch-Schönlein
- Immuuncomplex gemedieerde vorm van kleine bloedvaten voornamelijk bij kinderen - IgA immuuncomplexen voornamelijk in huid en benen - Klachten van huid zoals purpura/petechiën, maar ook buikklachten met bloederige ontlasting, artritis, nierproblemen, koorts
29
Diagnose Henoch-Schönlein stellen
Biopsie huid waarbij leukocytoclastische vasculitis en IgA deposities kenmerkend zijn
30
Behandeling Henoch-Schönlein
- Vasculitis die ook zonder behandeling een goede prognose heeft en vaak vanzelf over gaat doordat wanneer hoeveelheid antigeen afneemt immuuncomplexen ook afnemen - NSAID - Corticosteroïden - Vaak ontstaat ziekte door infectie - Op oudere leeftijd krijgen is slechtere prognose -> chronisch beeld met NI
31
Hypersensitivity vasculitis
- Kleinste vaten beperkt tot huid - Uitgelokt door overgevoeligheidsreactie op exogene factoren zoals geneesmiddelen (met name eiwit-geneesmiddelen zoals AB)
32
Diagnose hypersensitivity vasculitis stellen
- Biopsie - Klinisch beeld
33
Onderscheid Henoch en hypersensitivity vasculitis
Bij hyper geen IgA deposities
34
Wanneer symptomen hyper?
- 10-14 dagen na toedienen medicijnen, omdat er vaak nog antistoffen gemaakt moeten worden - Bij 2e behandeling symptomen sneller
35
Problemen en behandeling hyper
- Problemen aan benen - Behandeling door elimineren van uitlokkende factor, medicatie - Prognose goed
36
Cryoglobulinemie
- Vasculitis kleine vaten - Cryoglobulinen zijn antistoffen die neerslaan onder koude omstandigheden en oplossen bij opwarming - Als het complex neerslaat, ontstaat er ontsteking en dus vasculitis - Antigeen is een ander lichaamseigen antistof - Vanwege het neerslaan bij koude omstandigheden is bij cryoglobulinemie voornamelijk de perifere huid betrokken zoals de vingers - Andere mogelijke betrokken organen zijn zenuwen en nieren - Ziektebeeld kan zich op zo'n manier uiten dat de vingers zelfs zwart worden - Cryoglobulinen kunnen zoals IgG, IgM als polyklonale antistoffen zijn - Associatie tussen cryoglobulinemie en hepC infectie, RA of maligniteit
37
Behandeling cryoglobulinemie
- Behandelen onderliggende ziekte (indien hepC infectie: alfa interferon + ribavirine) - Bij levensbedreigende ziekte wordt behandeld met hoge dosis steroïden en cyclofosfamide - Indien de ziekte beperkt is tot huid en geen onderliggende ziekte aangetoond wordt, hoeft dit niet behandeld te worden
38
Plasmaferese
- Complexen van antigenen en antistoffen wegwassen uit bloed - Therapie werkt wel, maar niet acuut - Komt doordat het probleem zich op dat moment al bevindt in bloedvatwand en niet in bloed - Werkt dus wel voor het verder voorkomen van vasculitis maar niet acuut in behandelen van al neergeslagen complexen