PD2.7: GPA Flashcards

1
Q

Granulomatosis met polyangiitis (GPA)

A
  • ANCA geassocieerde vasculitis
  • Vroeger: ziekte van Wegener
  • GPA is een ANCA geassocieerde vasculitis waarbij met name het KNO gebied is aangedaan, maar ook de longen en nieren kunnen betrokken raken
  • Zadelneus: door vaatontsteking in de neus ontstaat necrose van het septum waardoor deze verdwijnt en de neus inzakt
  • Moet agressief worden behandeld
  • Het is een systemische vasculitis van de kleine vaten
  • Begint met aantasting van bovenste en onderste luchtwegen en later de andere organen (nieren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belangrijke bijwerking cyclofosfamide

A

Infertiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drie varianten ANCA geassocieerde vasculitis

A
  • GPA: granulomateuze polyangiitis
  • EGPA: eosinofiele granulomateuze polyangiitis
  • MPA: microscopische polyangiitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

GPA begin
EGPA begin

A
  • GPA: problemen met bovenstel luchtweten
  • EGPA: astma

GPA veroorzaakt door ANCA-antistoffen: antistoffen gericht tegen antigenen die zich bevinden in het cytoplasma van neutrofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Epidemiologie GPA

A
  • 8.5 per 1.000.000 persoonsjaren
  • Middelbare leeftijd, vaker bij mannen
  • Hoe jonger ziektebeeld ontstaan, hoe heftiger het meestal verloopt
  • Neiging om opnieuw op te vlammen
  • Incidentie verloopt in pieken en is mogelijk geassocieerd met bepaalde infecties of omgevingsfactoren
  • Ook lijkt er een associatie te zijn met ANCA-geassocieerde ziekten en cocaïnegebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Klassieke vorm van GPA

A

Gegeneraliseerde vorm waarbij vele organen kunnen worden aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gelokaliseerde vorm (25%)

A
  • Beperkt tot bovenste of onderste luchtwegen
  • Geen nierbetrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Symptomen

A
  • Gepaard met niet-specifieke ziekteverschijnselen zoals koorts, algehele malaise, gewichtsverlies, spierpijn
  • Bij 70% begint ziekte met bovenste luchtwegproblemen en uiteindelijk krijgt meer dan 90% dergelijke problemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symptomen bovenste luchtweg

A
  • Rhinitis
  • Zweertjes en korstjes in neus
  • Neusuitvloed
  • Septumperforatie
  • Zadelneus als gevolg van inzakking van de neus door septumperforatie, DD breed (trauma, cocaïne)
  • Recidiverende sinusitiden
  • Laryngotracheale betrokkenheid, met eventueel subglottische stenosoe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pathogenese x pulmonale klachten

A
  • Bij 45% begint ziekte met pulmonale klachten en uiteindelijk krijgt 90% hier last van
  • Klachten bestaan uit hoesten, bloed opgeven, pleuritis
  • Op X-thorax longinfiltraten, granulomen, noduli, pleuravocht en longbloedingen te zien
  • Longbloedingen worden eerst veroorzaakt door vasculitis
  • Leidt tot afsluiting van bloedvaten en hiermee ischemie en necrose
  • Daarnaast ook kans op aneurysma wat kan barsten en longbloedingen kan veroorzaken
  • Patiënt kan hierbij stikken in bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pathogenese x nierproblemen

A
  • Bij 18% nierproblemen eerst, uiteindelijk krijgt 80% hier last van
  • Problemen kunnen variëren van milde klachten (proteïnurie en microscopische hematurie) tot snel progressieve NI bij necrotiserende glomerulonefritis
  • Biopt toont dan uitgebreide ontsteking in en rondom glomeruli met uiteindelijk littekenvorming en verlies van nierfunctie
  • Als er snel en agressief behandeld wordt, kan littekenvorming worden voorkomen en kan nierfunctie gedeeltelijk herstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Symptomen buiten KNO gebied, longen en nieren

A
  • Huidafwijkingen (25%)
  • Neurologische afwijkingen, voornamelijk perifere zenuwen (50%)
  • Oogafwijkingen (50%): keratitis, conjunctivitis, scleritis, episcleritis, retro-orbitale pseudotumor (ontstekingshaard waardoor oog naar voren komt)
  • Hartafwijkingen (10%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diagnose GPA

A
  • Stellen a.d.h.v. gepresenteerde symptomen in combinatie met positieve ANCA
  • ANCA’s zijn voornamelijk gericht tegen proteïnase-3-receptor die worden c-ANCA’s genoemd
  • ANCA’s gericht tegen MPO zijn p-ANCA’s
  • PR3 en MPO bevinden zich in neutrofieel granulocyten en worden op buitenkant geplaatst zodra cel is geactiveerd tijdens infectie
  • ANCA zorgt daarnaast voor extra activatie van neutrofiele granulocyt waardoor er adhesiemoleculen tot expressie komen op oppervlak
  • Hierdoor zijn neutrofielen in staat om te plakken aan vaatwand en deze te vernietigen
  • Vasculitis
  • Bio biopsie granulomateuze ontsteking
  • Andere belangrijke factor die betrokken is bij ANCA geassocieerde vasculitis is C5a van complement: chemotactische factor en komt in verhoogde concentratie voor wat tot ontsteking leidt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling GPA

A
  • Agressief
  • Hoge dosering steroïden (solumedrol of prednisonn) zo nodig IV
  • Bij monotherapie met prednison is na 1 jaar 80% overleden, daarom cyclofosfamide (chemotherapeuticum met immunosuppressieve werking en veel bijwerkingen)
  • Tenminste 2 jaar behandelen
  • Plasmaferese heeft mogelijk gunstige effecten, maar tot nu toe geen standaard therapie en alleen toegepast bij acuut levensbedreigende situaties zoals bijvoorbeeld diffuse longbloedingen door GPA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bijwerkingen cyclofosfamide

A
  • Steriliteit
  • Misselijkheid
  • Beenmergdepressie
  • Infecties (waarvoor profylactisch co-trimoxazol)
  • Haaruitval
  • Hemorragische cystitis
  • Secundaire maligniteiten (blaaskanker vooral)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Alternatief voor cyclofosfamide

A

Azathioprine, maar ook dit immunosuppressivum heeft bijwerkingen zoals beenmergdepressie en huidafwijkingen

17
Q

Huidige behandeling GPA

A
  • Rituximab en C5a blokkade
  • Rituximab werkt in op B-cellen waardoor B-cellen ten onder gaan
  • Anti-C5a therapie zorgt ervoor dat C5a geremd wordt
  • Met deze behandeling is remissie mogelijk en kunnen bijwerkingen van langdurig prednisongebruik voorkomen worden