HC 7.2 Exogeen en endogeen lipide transport Flashcards
Wat zijn lipiden? En wat zijn de belangrijkste soorten?
Lipiden = vettige substanties in het bloed. En de twee belangrijkste zijn cholesterol en triglyceriden.
Welke twee vormen cholesterol zijn er? En hoe wateroplosbaar zijn ze?
2 vormen: vrij cholesterol en cholesterolester. Vrij cholesterol is nog een beetje wateroplosbaar en de cholesterolester totaal niet.
Wat is de functie van cholesterol?
- Bouwsteen celmembraan
- Gal
- Voorloper steroidhormonen
- Voorloper vitamine D
Wat doet de lever in verband met cholesterol? Waar komt het cholesterol vandaan? En waar gaat het naartoe?
De lever is het centrale orgaan in het cholesterol metabolisme. De lever krijgt het cholesterol via de voeding, via novo synthese, via synthese in extrahepatisch weefsel. In de lever heb je een cholesterol voorraad. Vanuit de lever moet het naar het bloed of naar het gal worden getransporteerd. Naar het bloed in de vorm van HDL en VLDL, naar het gal in de vorm van vrij cholesterol of als galzouten/zuren.
Hoe vindt de cholesterolsynthese plaats? Welk medicijn grijpt hierop in en hoe gebeurt dat?
Begint met Acetyl CoA en via heel veel tussenstapjes wordt dat cholesterol. Het belangrijkste eiwit om cholesterol te kunnen maken is HMG-CoA reductase. Er is een medicijn ontwikkeld die dit eiwit remt, dit zijn de statines. Het zijn cholesterolverlagende medicijnen.
- De lever heeft altijd cholesterolhonger, dus de lever gaat doordat het zelf geen cholesterol meer kan maken, meer cholesterol uit het bloed opnemen. Hierdoor verlaagd het cholesterol in het bloed.
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van statines?
Spierpijn, je remt met de statines niet alleen de vorming van cholesterol, maar ook wat zijstapjes in de cholesterolsynthese, waaronder de vorming van ubiquinone (Q10), dit is een stofje dat nodig is voor de energiehuishouding in de spieren.
Hoe komt cholesterol binnen via de voeding?
- Het zit in dierlijke producten.
- Aangeraden intake max 300 mg/dag
- Ongeveer 50% wordt geabsorbeerd
- Excretie = 1 gr/dag (voornamelijk via gal)
Maar 15% van het cholesterol komt uit de voeding, de rest wordt zelf gesynthetiseerd.
Wat zijn triglyceriden en wat zijn verzadigde en onverzadigde vetzuren?
1 glycerol met 3 vrije vetzuurmoleculen
- Verzadigde vetzuren = geen dubbele binding
- Onverzadigde vetzuren = 1 of meer dan 1 dubbele binding
Hoe meer onverzadigde vetzuren aan het glycerol zitten hoe gunstiger de triglyceriden zijn.
Wat is de functie van triglyceriden?
Brandstof
Wat is de functie van lipoproteïnen?
Cholesterol en triglyceriden zijn NIET wateroplosbaar –> vervoer via lipoproteïnen.
Wat zijn lipoproteïnen?
Lipoproteïnen: bevatten aan de buitenkant fosfolipiden en eiwitten (wateroplosbaar) en aan de binnenkant triglyceriden en cholesterolesters (vetoplosbaar).
Welke soort lipoproteïnen gaan vooral plakken aan de vaatwand?
Vooral de deeltjes waar veel cholesterol in zit kunnen gaan plakken aan de vaatwand –> atherosclerose, en atherosclerose is de belangrijkste oorzaak van hart- en vaatziekten.
Welke verschillende groottes en dichtheiden aan lipoproteïnen kennen we?
- Chylomicronen: bevatten veel triglyceriden en weinig cholesterol (dus lage dichtheid).
- Chylomicron remnants: deel van de triglyceriden is eruit, dus iets kleiner deeltje met hogere dichtheid.
- VLDL: very low density lipoprotein. Dit zijn grote deeltjes met een lage dichtheid (weinig cholesterol).
- LDL: low density lipoprotein. Kleinere deeltjes met een wat hogere dichtheid. Kleinere LDL-deeltjes zijn gevaarlijker voor hart- en vaatziekten, omdat ze makkelijker onder de vaatwand kruipen.
- Lp(a): soort LDL-deeltje, maar hieraan zit nog een staart (waardoor ze wat groter worden)
- HDL: high density lipoprotein. Klein deeltje met een grote dichtheid (veel cholesterol). Dit deeltje wordt gezien als het goede cholesterol.
Wat zijn apolipoproteïnen?
Structurele eiwitten van lipoproteïnen. Ze hebben te maken met de regulering van de lipoproteïnes.
Wat is de functie van apolipoproteïnen?
- Ligand voor receptoren
- Beïnvloeding binding van andere apo’s aan receptoren
- Cofactoren voor enzymen
Hoeveel apolipoproteïnen draagt HDL met zich mee?
HDL draagt veel eiwitten met zich mee (>100 verschillende): we kennen HDL van het cholesterol metabolisme maar waarschijnlijk heeft HDL veel verschillende functies. Omdat het bijv. ook eiwitten meedraagt die betrokken zijn bij de bloedstolling, met inflammatie, etc.
Welke apo’s komen het meest voor? In welke deeltjes bevinden deze zich? En wat is de functie?
Wat is LCAT?
LCAT = Enzym dat nodig is om cholesterol vanuit de vaatwand naar het HDL te krijgen.
Wat is hepatische lipase?
Hepatische lipase = belangrijk eiwit om HDL te vormen
Wat kun je zeggen over ApoB, ApoC en ApoE?
- ApoB zit op alle deeltjes die atherosclerose veroorzaken.
- ApoC: heeft te maken met de triglyceriden die eruit gaan
- ApoE: zit op alle lipoproteïnen behalve op LDL
Wat is de exogene pathway?
Als vetten worden opgenomen uit het darmkanaal wordt er al meteen een lipoproteïne van gemaakt (chylomicron). Je voeding bestaat meer uit vet dan uit cholesterol dus het is logisch dat er chylomicronen worden gevormd. Het chylomicron wordt gemaakt via het MTP enzym. Door LPL kunnen de triglyceriden uit de chylomicron naar de spiercel en de vetcel. Het deeltje wat je dan overhoudt is wat kleiner en bevat relatief minder triglyceriden (chylomicron remnants), dat wordt weer gebracht naar de lever.
Welke apolipoproteïnen stimuleren de werking van LPL en welke remmen de werking van LPL?
De lipoproteïnen plakken met bijvoorbeeld ApoC-II aan het LPL, dan kan ervoor worden gezorgd dat de triglyceriden uit de chylomicronen worden gehaald. Apo-A5 kan ook de werking van LPL stimuleren, Apo-C3 daarentegen remt de werking van LPL.
Wat is de endogene pathway?
Begint vaak bij de lever, de lever kan ook deeltjes maken: het VLDL. Dit deeltje bevat vooral veel triglyceriden en zorgt ervoor dat de brandstof wordt gebracht naar de cellen. Daar heb je weer hetzelfde LPL nodig. Dan heb je nog een tussendeeltje IDL en uiteindelijk houdt je LDL over. LDL is vooral een cholesteroldrager en dat zorgt ervoor dat cholesterol naar de cellen gaat waar het nodig is voor de stevigheid en de productie van hormonen, etc. En het lastige van LDL is dat het atherosclerose veroorzaakt.
Alles wat overblijft van het LDL gaat weer terug naar de lever.
Wat gebeurt er met het overgebleven LDL?
Alles wat overblijft van het LDL gaat weer terug naar de lever. De LDL receptoren liggen niet zomaar verspreid over de lever maar zitten in een soort holletjes (clathrin coated pitts genoemd), het gebonden LDL wordt op die manier opgenomen in een soort vescicle (endosoom). De receptor wordt opnieuw gerecycled naar de oppervlakte en het LDL wordt verwerkt in een lysosoom, het vrijgekomen cholesterol wordt hergebruikt.