HC 31 Longfunctie Flashcards
TV – teugvolume (tidal volume)
Normale ademteug; verschil tussen maximaal en minimaal
IC – inspiratoire capaciteit
Maximale volume dat ingeademd kan worden
IRV – inspiratoir reservevolume
IRV = IC – TV (inademing)
ERV – expiratoir reservevolume
maximale uitademing
VC - vitale capaciteit
hoeveel maximaal inademen/uitademen
RV – restvolume (lastig te meten)
Volume na maximale uitademen (1.8 L)
FRC – functionele residuale capaciteit
Normale longvolume na een rustige uitademing
TLC – totale longcapaciteit
Hoeveel lucht zit er na maximale inademing in je longen
FEV – Forced expiratory volume
- Niet een maat voor het volume, maar ook voor de weerstand
- Volume dat je na maximale inademing binnen 1 seconde kan uitademen
Spirometrie
- Volumina en capaciteiten
o Teugvolume
o Residuale capaciteit
o Vitale capaciteit - Weerstand (of afgeleiden)
o FEV1
o FEV1/vitale capaciteit goede maat voor de weerstand (door normalisatie naar VC)
o Flow-volume curves
Ouderdom longfuntie
- Door ouderdom stijgt het RV van 1.2 naar 2.5 L
o Verandering van fysiologie van longen en afname van buikspierkracht - TLC daalt maar een klein beetje
o VC wordt dus ook steeds kleiner - FRC stijgt ook
o Verandering in elasticiteit van je thoraxwand - Thorax wil meer naar buiten en is stugger
Afwijkende waardes
- Vitale capaciteit lager dan 80% voor jouw leeftijd, geslacht en lengte is afwijkend
o Categorisatie in normaal, mild, matig en ernstig - GOLD stadiëring op basis van FEV1
o Stadia I, II, III en IV
Helium-dilutie techniek
o Spirometer vullen met helium (met bekende concentratie)
Dan ademen door spirometer
o Uiteindelijk equilibreren de concentraties
Helium helemaal verdeel over spirometer en longen
o Dan concentratie meten en vergelijken met het totale volume
(gelijk aan beginhoeveelheid)
o Helium verdeeld over groter deel, maar hoeveelheid helium constant
Stikstof-washout methode
o Meten hoeveel N2 in de longen zit en je weet hoeveel concentratie stikstof is (normaal 78%) maakt berekenen normaal longvolume mogelijk
o Meten concentratie uitademing N2
o Inademen van pure zuurstof en uitgeademde lucht opvangen
o Stikstof wordt verplaatst, maar hoeveelheid blijft constant
Plethysmografie
Bodybox
Persoon in cabine en ademt door buis
o Op de buis zit een drukmeter en een klep om de flow te stoppen
o Spirometer registreert veranderingen in longvolume
Klep dicht: borstkas zet wel uit, maar er stroomt geen lucht naar binnen
o Volumeverandering in bodybox (toename) en drukverandering (afname) over buis