HC 16 Transportverschijnselen Flashcards

1
Q

Transportverschijnselen

A

Optimale combinatie tussen stroming en diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stroming (advectie/convectie)

A

Transport van moleculen als deze een gemiddelde snelheid hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diffusie

A
  • Spontaan transport door moleculaire effecten
  • Gemiddeld gezien staan ze stil, maar er gebeurt wel iets!
  • Kost geen energie
  • Altijd thermische beweging, dus altijd diffusie (maar…)
  • Alleen op kleine afstanden, grotere afstanden hebben andere systemen nodig (stroming, angiogenese)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diffusiesnelheid hangt af van:

A
  • Uitwisselingsoppervlak
     Groter uitwisselingsoppervlak zorgt voor meer diffusie
  • Concentraties aan beide kanten van het membraan (en de gradiënt ertussen)
  • Diffusiecoëfficiënt (hoe hoger hoe sneller)
  • Dikte van de barrière
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil tussen osmose en diffusie

A

Bij osmose transporteert het vloeistof. Bij diffusie transporteren juist geladen deeltjes door de barriere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wet van Fick

A

berekenen van de flux (transport)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

permeabiliteitscoëfficiënt

A

P = D / a; als de D lastig te meten is, wordt dit gebrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Massatransport wordt verhoogd door:

A
  • Hoge diffusie/permeabiliteit
  • Hoge gradiënt in concentratie ( verschil in concentratie, lengteschaal)
  • Groot uitwisselingsoppervlak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarde van D wordt bepaald door:

A
  • Grootte molecuul
     Te grote moleculen hebben een ander (actief) mechanisme nodig
  • Lading molecuul (en lading wand)
  • Polariteit molecuul
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly