HC 3 Anatomie hart mechanisch Flashcards
1
Q
Oriëntatie van het hart
A
- Anterieur: rechter ventrikel
- Inferieur (diafragma): grotendeels linker ventrikel, en gedeeltelijk rechter ventrikel
- Rechts: rechter atrium
- Links: linker atrium
2
Q
Interatriale septum
A
- Scheiding tussen rechter en linker atrium
- Fossa ovalis: tijdens de embryonale ontwikkeling is het interatriale septum niet volledig ontwikkeld en is er een opening. Door de opening kan zuurstofrijk bloed van de moeder via de placenta naar het hart van de baby
3
Q
Hart skelet
A
- Hartspieren zitten vast aan het hartskelet
- Verbindt myocardium
- Elektrische isolator
4
Q
Coronair vaten (kransslagaders)
A
- Bloedvoorziening van het hart
- Vertakking vanuit de aorta
5
Q
Linker coronair vaten
A
- Linker voorste dalende slagader (LAD)/ramus descendens anterior (RDA)/ramus interventricularis: voorkant van de linkerkamer en voorkant van het septum
- Ramus circumflex (RCx)/linker circumflex slagader: achterkant van de linkerkamer
6
Q
Rechter coronair vaten
A
o Rechterkant van het hart
o 3 branches:
Branch SA node
Branch AV node
Ramus descendens posterior (RDP)
7
Q
85% rechts dominant
A
RCA (rechter coronair arterie) –> RDP
8
Q
8% linker dominant
A
RCx –> RDP
9
Q
co-dominant
A
RCA en RCx –>RDP