Geneeskunde 1C1 ZO week 4 (incompleet) Flashcards

1
Q

Is de H. pylori infectie een oorzaak van ulcervorming?

A

Het veroorzaakt zelf geen ulcera maar is wel een belangrijke predisponerende factor, want:
- Slechts een klein deel met H. pylori ontwikkelt uiteindelijk een ulcus
- Ontstaan van ulcera is multifactorieel bepaald (bacteriële factoren, gastheerfactoren en omgevingsfactoren)
- Ulcus kan herstellen bij succesvolle behandeling met antibiotica en als infectie zelf verwijderd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het verstandig combinatietherapie te gebruiken bij de bestrijding van een infectie met de H. pylori?

A
  • Gebruik van 1 antibioticum kan in korte tijd leiden tot antibioticum-resistentie
  • Antibiotica hebben een syergistische werking waardoor ze elkaar versterken
  • Elk antibioticum heeft andere eigenschappen (activiteit, diepte in de mucuslaag, snel/langzaam groeiende bacteriën doden, bactericide/bacteriostatisch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is urease een essentiële factor voor kolonisatie van de maag door H. pylori en kunnen uraseremmers hier nuttig in zijn?

A

Urease zorgt ervoor dat de pH toeneemt, waardoor H. pylori beter kan overleven in de zure pH van de maag (speelt in mucuslaag met neutralere pH al minder grote rol)

Ureaseremmer kan helpen als profylactisch middel maar doet onder aan de normale H. pylori therapie, dus wordt het niet gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn 3 alternatieven voor de bestrijding van H. pylori?

A
  • Remming van adhesie van H. pylori door saccharides die specifiek zijn voor pylorie adhesines: goedkoop, als monotherapie weinig succes door variatie in adhesines
  • Preventie en therapeutische vaccinatie met immunodominante antigenen (urease, flagellen of heat-shock proteïnen): kansrijk maar moet op geconserveerde antigenen vanwege variatie
  • Probiotica die antimicrobiële middelen produceren (lactobacilli): nog onduidelijk of resistentie kan ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer spreek je van anemie (bloedarmoede)?

A

Als het Hb lager is dan 7,3 mmol/l bij vrouwen of 7,8 mmol/l bij mannen

–> tijdens zwangerschap daalt deze altijd naar 6,5-7,0 mmol/l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vragen zijn belangrijk bij de anamnese bij anemie?

A
  • Is er bloedverlies
  • Last van misselijkheid/overgeven
  • Maag-darmklachten
  • Last van vol gevoel in de buik
  • Wat is de voedingsgewoonte (vlees, groente)
  • Gewichtsverlies
  • Andere ontlasting
  • Eerder een vitaminetekort
  • Eerder een maagresectie
  • Last van neurologische klachten (gevoelsstoornis/verlammingsverschijnselen)
  • Last van reuma
  • Keelpijn klachten
  • Nachtzweten
  • Huisdieren
  • Eerder al last van anemie
  • Last van pfeiffer
  • Komt anemie voor in de familie
  • Zijn er zieken in de omgeving
  • Kunnen het zwangerschap gerelateerde problemen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is belangrijk om op te letten bij lichamelijk onderzoek bij anemie?

A
  • Bleke conjunctivae en slijmvliezen
  • Bloeddruk
  • Hartfrequentie
  • Zwangerschapsstatus
  • Lymfadenopathie
  • Weerstand in de buik (bij vergrote milt of meer tumor in maag/darm)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is belangrijk om te doen bij laboratoriumonderzoek voor anemie en wat kun je nog extra doen voor een volledig bloedbeeld?

A

Hb en celindices testen (Ht, MCV, RDW, leukocyten en trombocyten) –> kijken of er sprake is van micro-, normo- of macrocytaire anemie
- Microcyntaire anemie: chronisch bloedverlies door carcinoom in maag of colon, evt. non-Hodgkin lymfoom van tractus digestivus
- Normocyntaire anemie:
- Macrocyntaire anemie: vitamine B12 of foliumzuurtekort

  • laag MCV + normaal RDW: hemoglobinopathie
  • hoog RDW (+ trombocytose): ijzergebreksanemie

Volledig bloedbeeld: leukocytendifferentiatie en trombocytenaantal, ijzerstatus, LDH, bloedgroep, kruisbloed voor bloedtransfusie, leverenzymen, nierfunctie (GFR), vit. B12, foliumzuur, bilirubine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarin zit foliumzuur en aan welke andere vitaminen heb je snel een tekort als je niet gevarieerd genoeg eet?

A

Foliumzuur zit in bladgroenten (folium betekent blad), granen, volkorenbrood en orgaanvlees

Vitamines waarvan weinig voorraad in het lichaam zit; foliumzuur (B11), thiamine (B1) en pyridoxine (B6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly