Geneeskunde 1C1 HC week 3 - 4-4 Flashcards
Wat zijn de functies van gal?
- Uitscheiding naar de darm: galzouten, cholesterol, toxinen, farmaca en afvalstoffen
- Vertering en opname van vitamines (voornamelijk vetoplosbaar)
Wat is cholestase?
Onderbreking en/of verstoring van de galproductie en/of afvloed waar dan ook (van levercel tot duodenum), met als gevolgen:
- Stapeling van stoffen in het bloed en lever die via gal worden uitgescheiden
- Tekort van deze stoffen in de dunne darm
Waar zorgt het uridine-phosphoglucuronate-glucuronosyltransferase (UGT) voor?
Een enzym dat bilirubine afbreekt, werkt bij een mutatie hierin niet meer goed waardoor het hepatische icterus kan veroorzaken (bijv. bij ziekte van Gilbert en Crigler-Najjar)
- Het wordt normaal uitgescheiden met gal (wateroplosbaar)
- Bilirubine ontstaat uit heam wat ontstaat bij afbraak van hemoglobine
Welke transporters zijn belangrijk voor het caniculaire transport?
In hepatocyten:
- FIC1: voor aminofosfolipiden
- BSEP: voor galzuren
- MDR1: voor drugs
- MRP2: voor geconjugeerd bilirubine en glutathion
- MDR3: voor fosfatidylcholine
- ABCG5/8: voor sitosterol en cholesterol
In de galgangen:
- CFTR: voor chloride
- AE2: voor bicarbonaat
Wat zijn de gevolgen van cholestase?
Icterus/geelzucht: serum bilirubine gehalte stijgt –> donkere urine, ontkleurde feaces
Pruritis/jeuk: grootste impact op leven, mogelijk reactie met galzouten
Xanthomen/xanthelasmata: stapeling cholesterol in huid/rond oogleden
Steatorrhoe: vettige ontlasting (plakkerig en lichtgekleurd) door slechte opname vetten, hierdoor:
- Buikpijn/diarree/krampen
- Gewichtsverlies
- Tekort vitamines A (nachtblindheid), D (osteoporose/osteomalacie), E (neuromusculaire afwijkingen) of K (bloedingsneiging)
Galstuwing in de lever: galmeren/abcessen of ontwikkeling van leverfibrose-/cirrose
Wat is de belangrijkste eerste stap bij een patiënt met verdenking op cholestase?
De context van de ziekte: of het acuut of chronisch is en of het intrahepatisch of extrahepatisch is –> hebben verschillende kenmerken (zie afbeelding)
Wat zijn belangrijke laboratoriumwaarden om te meten bij leverziekten en waar zeggen deze iets over?
Zie afbeelding
Mate van verhoging zeggen iets over in welke richting je moet denken, maar gebruik in de kliniek is maar gering
Wat zijn belangrijke oorzaken van prehepatische cholestase, intrahepatische cholestase en extrahepatische cholestase?
Zie afbeelding
Kenmerkend bij extrahepatische cholestase is verwijde galwegen –> met echografie te zien
Wat is de epidemiologie en kenmerken van onderstaande ziektebeelden:
- Cholelithiasis
- Pancreascarcinoom
- Extrahepatisch cholangiocarcinoom
- PSC
- PBC
- HBV
- HCV ?
- Carcinomen: vaak oudere leeftijd
- Extrahepatisch cholangiocarcinoom: al PSC en aziatische afkomst
- PSC: jonge mannen (< 40 jaar)
- PBC: vrouwen middelbare leeftijd
- HBV/HCV: risicogedrag of eerste generatie migranten
Welk onderzoek voer je uit na de volgende bevindingen uit anamnese/eerder onderzoek:
- Cholestase
- Obstructie in echo
- Geen obstructie in echo maar wel verdenking
- Geen obstructie ?
- Cholestase: altijd een echo (of CT-scan) en kijken voor uitgezette galwegen
- Obstructie: bijna altijd ERCP
- Geen obstructie maar wel verdenking: MRCP (MRI met contrast) of EUS (soort endoscopie)
- Geen obstructie: aanvullend onderzoek naar intrahepatische leverziekte
Wat zijn de oorzaken van intrahepatische cholestase?
- Toxische hepatitis (DILI)
- Virale hepatitis
- Alcoholische hepatitis
Minder voorkomend:
- Primair biliaire cholangitis (PBC)
- Primair scleroserende cholangitis (PSC)
Zeldzaam: BRIC (benigne recurrente), PFIC (familiair), zwangerschap (ICP), mucoviscoidose, afstoting na levertransplantatie, graft vs. host ziekte, lymfoproliferatie ziekte, sarcoïdose
Wat zijn de oorzaken van extrahepatische cholestase?
- Galstenen
- Pancreaskop carcinoom
- Cholangiocarcinoom
Minder voorkomend: biliaire atresie, PSC, pancreatitis, papil adenoom, galblaas carcinoom, galweg cysten, cholecystitis, na chirurgie, ascaris lumbricoides, cryptosporidium species, fasciola hepatitis, clonorchis sinensis
Wat is primaire biliaire cholangitis (PBC)?
Immuun-gemedieerde ontsteking en destructie van kleine intrahepatische galwegen
- Verlies galwegen, verlies biliaire secretie, verlies retentie toxische substanties –> apoptose en necrose –> fibrose en cirrose
- Langzaam progressieve cholestatische leverziekte
- Mortaliteitsrisico van 3%
Hoe kun je de diagnose PBC stellen?
Als er voldaan wordt aan 2 van de volgende 3 dingen:
- (cholestatische) leverenzymen verhoogd (vaak AF)
- anti-mitochondriale antistoffen (AMA) (bij 90-95% v.d. patiënten)
- asymmetrische destructie van galwegen in portaalvelden
Wat is de epidemiologie van PBC?
- Zeldzame ziekte: 14,6 per 10.000 mensen
- Vrouw-man verhouding is 9:1
- Meestal tussen 40-60 gediagnostiseerd
- 60% asymptomatisch, anders klachten als: moeheid, jeuk, pijnlijke gewrichten, droge ogen en slijmvliezen, osteopenie en buikpijn
Hoe is PBC te behandelen?
Afweeronderdrukkende medicatie? –> werkt niet goed
Wel anti-cholestase behandeling:
- UDCA (ursodeoxycholzuur): niet toxisch en hydrofiel galzout dat nauwelijks bijwerkingen heeft, zo’n 12-16 mg/kg/dag
–> bepaalde mate van cholestase zal wel blijven, hoe hoger alkalisch fosfatase en bilirubine tijdens behandeling = hoe ongunstiger het resultaat –> daarom het zo veel mogelijk proberen te verlagen
Wanneer ga je voor een levertransplantatie bij PBC en zijn deze uitkomsten goed?
- end-stage liver dissease –> behandeling slaat niet aan
- te erge jeuk
- ontwikkeling van kanker
Uitkomsten zijn goed: 5 jaar overleving = 75-80% in Europa, echter kan PBC wel in 11-42% van de gevallen terugkomen en is nog steeds behandeling met UDCA belangrijk
Wat is primaire scleroserende cholangitis (PSC)?
Immuun-gemedieerde chronische cholestatische leverziekte waarbij intra- en extraheptatische galwegen betrokken zijn–> diffuse inflammatie en fibrose van de galboom
- Middelmatige en grote galwegen betrokken
- Oorzaak is onbekend (mogelijk microbioom)
- Verhoogd risico op darm-, galblaas- en galwegkanker
- Zeer zeldzame cholestatische leverziekte
- Meest frequentie indicatie voor levertransplantatie
Wat is de epidemiologie van PSC?
Komt voor bij 6 op 100.000 in NL (1000 totaal in Nederland)
- Vooral bij mannen (64%) rond het 39e levensjaar
- Gemiddelde overleving 13,2 jaar (transplantatie vrije-overleving)
Hoe kun je de diagnose PSC stellen?
Moeilijke diagnose
- Bij 80% recirculeert antistof pANCA, maar deze is niet specifiek
- Kan ook MRCP met typische bevindingen: kralensnoer galboom en daarnaast ook: galwegstenosen, divertikels in galwegen, galstenen, grote galblaas, atrofie en hypertrofie lever
- In leverbiopt kan je uienschil zien (circulair om de galweg littekenvorming)
Hoe presenteren patiënten met PSC zich?
Veel asymptomatisch (15-44%)
Anders klachten als:
- Vermoeidheid (75%)
- Jeuk (70%)
- Geelzucht (30-69%)
- Buikklachten
- Gewichtsverlies
- Periodes van galwegontsteking
- Varicesbloedingen
- Ascites
Wat zijn de risico’s van PSC wat het een gevaarlijke ziekte maakt?
- Cholestase: problemen met stofwisseling, vitaminetekorten, botontkalking
- Ontwikkelen dominante stenose in galboom (30% in 10 jaar tijd) –> behandelen met primair ballondilatatie of stentplaatsing
- Bacteriële cholangitis in de stenoses: erg gevaarlijk en je kunt er binnen 24 uur door op de IC liggen
- Cholangiocarcinoom (1 jaar overleving van 10%)
- Galblaascarcincoom
- Colorectaal carcinoom: door IBD (70% van PSC patiënten heeft ook IBD)
- Complicaties van cirrose: decompensatie leverfunctie, variceale bloedingen, infecties of hepatocellulair carcinoom