41-Taylor/bronnen mod indiv Flashcards
MORELE ZELF / INSTINCTEN?
Hoe verschillen instinctieve reactie van morele reacties?
Instinct:
(Tlr: niet de basale morele reacties). Reacties die ons overkomen, vragen ons niet af of die terecht is (samentrekken maag bv)
Morele:
- bepaald door cultuur en opvoeding.
- morele objecten (verdienen of rechtvaardigen een bep morele reactie) verschillen van obj die instinctieve reacties uitlokken (louter feitelijk).
Moraliteit kan rationeel gearticuleerd worden: we kunnen onze morele reacties expliciteren en rechtvaardigen.
MORELE ZELF
Tlr’s stelling is dat persoonsidentiteit en moraliteit onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Want?
Geen ‘zelf’ zonder moraal en geen moraal zonder menselijke identiteit.
p175
MORELE ZELF / STERKE EVALUTATIES
Wat bedoelt Tlr met ‘sterke evaluaties’?
De ene aspiratie/verlangen is sterker dan de andere. Als een keuze steunt op een moreel principe (‘ecologie is belangrijk’),
- ik expliciteer mijn morele identiteit en
- ben bereid te reflecteren om mijn moreel gedrag en
- neem deze reflectie als basis voor mijn handelen.
Dat is ‘sterke evaluatie’.
In dgl leven gebrek aan reflexieve activiteit (morele tradities familie en maatschappij): routine onttrekt vermogen tot ‘st evaluatie’ aan het zicht.
p177
MORELE ZELF / CONSTITUTIEVE IDEALEN
Wat is de bron voor kwalitatief onderscheid tussen constitutieve goods/waarden en life goods?
Te vinden door
- articuleren en
- verantwoorden
van onze morele keuzes.
Wat wij waardevol vinden (handelingen, gevoelens, levenswijzen) zijn levenswaarden (life goods).
Bron levenswaarden:
- de ultieme drijfveer is een ideaal dat alle andere waarden inspireert/overstijgt: hyperwaarde/hypergood (is een constitutief ideaal);
- hieruit bep waarden/normen afleiden;
- Plato: Idee vh Goede:hele werkelijkh ontleent haar orde en streven naar perfectie hieraan.
- Kant’s morele hyperwaarde/ideaal: respect voor redelijke zedenwet in ons, voortvloeiend uit redelijk wil.
Tlr: constit idealen hebben ‘erotische’ kracht v Plato/Socrates.
Falen om idealen na te streven gaat gepaard met verdriet (‘bedrog ve geliefde’) . Dus constit idealen roepen respect/liefde op.
- hyperwaarden leveren verschillende levenswaarden op.
- idealen + waarden = moreel referentiekader waarbinnen je beweegt.
- morele (referentie)kaders maken deel uit van transcendent kaders.
Kenmerken:
1. oorsprong in taal, cultuur, reli, opvoeding (systemen en structuren)
2. kader is onontkoombaar.
Tlr: moreel kader is transcendent voorwaarde om van ‘mensen’ te kunnen spreken.
3. morele kaders zijn meervoudig; er zijn meerdere constit idealen. En deze idealen kunnen inhoudelijk verschillen (collectief en indiv vlak).
p178
MOREEL ZELF / MOREEL PLURALISME
Fundamenteel punt Tlr: idealen kunnen kwalitatief verschillen/onverenighbaar zijn en NIET gereduceerd worden tot een hoger, intergrerend goed.
Wat als die waarden conflicteren?
De onontkoombare dilemma’s zijn aristotelisch (Plato: het ene Goede; Arist: meerdere deugden, niet te herleiden tot 1 integrerend Idee vh Goede. Aristoi konden slagen in combineren versch aspiraties).
Tlr: conflicten tussen morele eisen kunnen onweerlegbaar en onverzoenbaar voorkomen.
Niet aanvoelen ve conflict:
- bekommernissen en horizonten te eng
- te snel tevreden met pseudo-oplossingen.
Maar Tlr ook: morele ontologie.
= ons morele handelen heeft een band met de werkelijkheid/zijnsstructuren die ons handelen voorafgaan.
Keert zijn fil dan toch terug naar klass, metafys kaders (vgl Arist). Dus Tlr toch premodern filosoof?
p179
MOREEL ZELF / FALSIFIEERBAAR MOREEL REALISME
Tlr’s epistemologische positie is dat onze morele waarden en idealen gebaseerd zijn op de werkelijkheid zelf (‘world guided’: waarneembare wereld/gedrag gidst bij totstandkoming ervan). Wat voegt Tlr hier aan toe?
Morele eigenschappen bevatten ook een
- evaluatieve component, niet gescheiden vd
- feitelijk component vd waarneming.
en
- morele oordelen zetten aan tot handelen (action guided: handelen in bep richting sturen).
Moderne projectivisten (bv Blackburn): moreel oordeel wordt achteraf op werkelijkheid.
Opvolgers van moreel functionalisme:
- morele eigenschappen zijn toevoegingen van mensel geest aan feitel situaties (Hume grondlegger).
Twee hoofdstellingen:
1. morele eigenschappen maken geen deel uit vd werkelijkheid maar zijn ficties.
2. betreft levensnoodzakelijke ficties (er is voor morele oordelen geen obj grond, maar praktisch gesproken moeten we er van uitgaan).
Tlr oneens.
- eens met mensel rol in totstandkoming morele oordelen, want subj elementen.
- maar: elk meent dat zijn oordeel het meest objectieve is.
- ipv objectiviteit te reduceren tot subjectiviteit zegt Tlr: Best Account-principe (beste verklaring): we hebben geen betere theorie voor de verklaring vh feit dat we morele waarden als obj ERVAREN, dan de aanname dat die waarden ook echt obj ZIJN.
Best Account principe falsifieerbaar:
er zou een theorie kunnen ontstaan die uitlegt dat mensen onterecht ve dergelijke objectiviteit uitgaan.
p180
MODERNE ZELF
Geef een kort hist overzicht van de wending tot het subject.
Klass oudheid:
- homerische heldenmoraal: held, bezeten door irrationele krachten om dapper te strijden, hoopt eeuwige roem te verwerven. Held vehikel van godd handelen. Held als met goden aan zijn kant (ipv op eigen kracht) genoten roem. Summum v moraal = ongetemde strijd en uitverkorenh goden door gedrag = uitwendig
- dichterlijke creativiteit als hoogste morele domein.
- Plato: zelfbeheersing = innerl controle vd passies vd ziel door de rede (zelfcontrole en zelfreflectie). Interne zelfbeheersing/redelijkheid summum van moraal = inwendig.
- Aristoteles: morele kennis is eerder praktische wijsheid dan kennis v eeuwige waarheden (wijze mens = phronimos). Maar ontologische band tussen kosmische orde en morele orde. Ratio/verstandelijk evenwicht is doel vd mensel natuur.
Wending tot subject:
- Via Augustinus (si fallor, sum) en Descartes (cogito ergo sum): primaat vh subject/zelf. Twijfelen aan objectiviteit v onze kennis.
- Tlr noemt deze identiteiten ‘buffered selves’ (zelf poneert zzelf als enige geestelijke werkelijkheid to blinde materiele wereld. ‘onttovering wereld’). Contrast: poreuze zelf v premoderne wereld (voortd beinvloeding ‘bezielde’ dingen/magische relaties).
Polytheisme -> monotheisme:
Polyth (ambivalent jegens mensel welvaart) transformeert in axiale religie (1 God/Godmens. Jaspers: 800-200 vC is axiale tijd in China, India, Europa).
- 1 centrale figuur of fil systeem leidt tot dualisme tussen gevestigde orde v ‘deze wereld’ en een transcendente ‘andere wereld’ vd waarheid. Indiv zelf verantw voor verhouding tot waarheid en goddelijke.
Mod wending naar subject niet alleen epistemologisch maar ook existentieel (graven in eigen ziel; streven naar persoonl genot).
Tweede kenmerk mod subject = wending naar gewone leven.
p183
MODERNE ZELF / ALLEDAAGS LEVEN & PERSOONL SUCCES
De moderne nadruk op alledaags leven is niet van alle tijden. Hoe ontwikkelde zich dat?
- oudheid en middeleeuwen: indiv in dienst van collectief.
- Aristoteles: hierarchie van waarden: dgl activiteiten ondergeschikt hogere activiteit: denken.
- Middeleeuwen: ieder speelt eigen rol in samenleving (complementariteit). Gewone man in dienst van clerus en adel. Clerus zorgt voor gewone man die adel gunstig gezind blijft. Wereldse activiteiten minderwaardig voor clerus.
- Reformatie va 16eS: bemiddeling van geestelijken niet nodig (Luther). Wereldse werk uitvoeren ter meerdere eer en glorie Gods.
- Hume: belang van mensel passies beklemtoond, maar iom belang vd gemeenschap of gericht op godd natuurorde (mn calvinisme: predestinatie. God eren door hard te werken.)
- Weber: verband tussen calv ethiek en westers kapitalisme. Welvaart = uitverkiezing door God; gaandeweg losgekoppeld en kreeg waarde op zich.
Dubbelzinnig reform gedachtengoed:
1) leidt tot bevrijding individu (rechtstr relatie met God)
2) weinig opbeurende predestinatieleer.
Zodra orientatie vh gewone leven op God wordt losgelaten, is de mens waarlijk vrij. Tlr: dilemma’s. Na afwerpen juk religie, waarom zijn de dagelijkse dingen eigenl belangrijk?
p185
MODERNE ZELF / INDIV RELATIE TOT STAAT & SAMENL
Voor de moderniteit had de westerse mens een ‘netwerkidentiteit’. Daarna verschuiving naar meer indiv georienteerde categoriale identiteiten (indiv heeft dir toegang tot die rechten: ‘direct access society’). Deze steunt op drie pijlers. Vertel.
1) markteconomie (individuele handelingen; fundamenteel voor 2 + 3). Hier ontstond indiv vrijheid, daaruit ontsproten 2+3 vormen van coll handelen.
2) publieke sfeer (nwe vorm v collectief handelen). Ruimtelijk/topisch aspect uitgebreid naar metatopisch (deel van massa medemensen, zonder in publieke ruimte te verschijnen - op tv kijken naar Elfstedentocht; collectieve betekenis).
3) soevereiniteit vh volk (nwe vorm v coll handelen)
= onze sociale verbeelding (social imaginary: manier waarop mensen zich hun sociale leven voorstellen, hoe ze hun soc werkelijkh spontaan verstaan).
‘Verbeelding’ want naast theor opvattingen ook beelden, legendes, verhalen ve bep cultuur (ontsnapping aan intellectualistisch ‘transcendent referentiekader’).
p186
HEDENDAAGSE AUTHENTICITEIT
Hoe komt Tlr er toe om de hedendaagse samenleving te kenmerken als authenticiteit centraal?
- auth is opvolger van collectieve mobilisatie.
- Am en Fr rev’s: verregaande ontvoogding individu.
- 19eS: strijd om engagement individu (strijden/sterven voor ideologieen).
- WO II: failliet van deze aanspraken
Tlr: identiteit westerse mens na WO II ligt braak.
- hippiebeweging: ultieme consequentie 19e S romantiek.
- romantiek: overbruggen kloof tussen mens en natuur (immers: verlichting). Bv
- ideologieen
- vorm v indiv expressivisme (in kunstwerk iets dat hun individualiteit overstijgt, tegelijk indiv, creatieve talenten nodig om te ontstaan: epifanie).
Tlr: westerse samenleving vertoont affiniteit met romantische, indiv expressivisme.
Maar: concept v autonomie te beperkt (vrij wat en hoe je doet). Immers: handelingen (wat we doen) vloeien niet altijd uitsl uit onze eigen subjectiviteit voort. Onderscheid tussen
- zelfverwijzing vh wat (self-referentiality of matter) en
- zelfverwijzing vh hoe (self-referentiality of manner).
Autonomie omvat beide.
Moderne individu (heeft wending naar innerlijkh en reflexiviteit gemaakt) legt nadruk op zelfverwijz vh hoe. Vormgeving morele bronnen in mijn handelen wordt niet meer van buiten bepaald. Sluit niet autom de zelfverwijz vh wat in. Wat ik doe kan eigen subjectiviteit overstijgen. Maar: kunstenaar kan ervaring vh overstijgende/transcendente niet overtuigend vorm geven vanuit gesloten wereld vh louter subjectieve. Tlr: expressivisme vd moderne mens weigert zich te verbinden met de obj orde vd klass metafysica.
Authenticiteit en bronnen van buiten sluiten elkaar niet uit: auth mens zoekt contact met iets dat buiten hemzelf ligt en waarvan hij vervreemd is geraakt, maar wat toch intiem met de eigen identiteit vervlochten blijft.
=> Tlr plaats vraagtekens bij concept v autonomie. Er is recht op auth, maar deze auth is er een vh hoe, en niet noodz vh wat.
p188
PROBLEMEN MOD ZELF & OPLOSSINGEN / AFSTANDELIJKE ZELF
Wat is het probleem vh autonomieconcept vlgs Tlr?
Vertrekt vu problematische dualistische wereldbeeld v Descartes. Plaatsen geestelijk/bezield wezen to mechanische/zielloze natuur resulteert in afstandelijk/gesloten zelf (afstand v spontane betrokkenheid op wereld). Obj/neutrale houding dreigt zich uit te breiden naar menswetenschappen en spontane mensel soc relaties.
p188
PROBLEMEN MOD ZELF & OPLOSSINGEN / ONTTOVERDE WERELD
Wat is onttoverde wereld?
Wereld ontdaan van goden en magische objecten, mens nu enige bezielde wezen.
Van poreuze mensel identiteit (vage grenzen bi/bu, goed/kwaad) nu gesloten zelf (mensel ziel is burcht, scheidt ondubbelzinnig kwaad v goed).
Leidt tot excarnatie.
p189
PROBLEMEN MOD ZELF & OPLOSSINGEN / EXCARNATIE
Wat wil Tlr zeggen met excarnatie?
Excarnatie = ontvlezing = worteling mens in en betrokkenheid op het weefsel vd wereld is verloren gegaan. Leven wordt nu geregisseerd (jongerenfestival/uit je bol gaan tussen examens en vakantiewerk in).
A Secular Age: Tlr verbreedt klass theorieen over ontstaan vd moderniteit.
- disciplinering vd maatschappij begint bij axiale religies (strikte scheiding goed/kwaad).
- pos gevolgen v morele rationalisatie: God betrouwbaarder en is vb voor morele ontwikk vd gemeenschap.
- keerzijde: mensen moeten in toenemende mate volmaakt zijn (vb losgeslagen leefstyle en fitnesscultuur = excarnatie want mod indiv beslist lichaam van buitenaf te disciplineren).
p189
PROBLEMEN MOD ZELF & OPLOSSINGEN / DEPRESSIE
Wat zegt Tlr over melancholie door de eeuwen heen?
- premoderne mens leefde in onwankelbaar referentiekader (Nietzsche: eeuwige terugkeer v hetzelfde). Hoogst bereikbare morele inzicht was aanvaarding v tragische bestaan, onmogelijke strijd tegen noodlot.
- melancholie was tijdelijke loskoppeling v dit vaste kader.
- mod mens ervaart totaal zinverlies, geen refkader waaraan indiv opnieuw kan worden vastgekoppeld (gevaarlijker!).
Tlr: honger naar zingeving ontstaan omdat we uitgaan van zinloosheid vd wereld. De ‘wetensch objectiviteit’ plaatst direct vraagtekens bij gegeven zinvolheid.
- Othello als metafoor: O kan niet geloven dat Desdemona hem waarlijk haar liefde schenkt. Mod mens kan niet geloven dat gegeven wereld intrinsiek betekenis bevat en weg wijst naar bestaansvervulling. Voor Tlr: vorm v transcendentie (i.c. kath geloof).
p191
PROBLEMEN MOD ZELF & OPLOSSINGEN / CROSS PRESSURED SELF
Wat bedoelt Tlr met de ‘cross pressured self’?
- door moderne betekenisverlies aangetrokken tot meerdere, overlappende, uiteenlopende levensbeschouwel posities (er is meer: ietsisme). Mens voelt druk.
- romantiek probeerde de mens weer te verbinden met natuur => scala aan levensbesch posities.
Tlr: drie hoofdstromingen:
- exclusief humanisme (moraal steunt op mens alleen: liberalisme, kantianisme, utilitarisme. Mensel waardigh en welvaart).
- antihumanisme (reactie op excl hum. Nietzsche, Foucault, Bataille. Hekelen nivellering mensheid:
A) mensen als gelijk beschouwen; die gelijkwaardigheid als ultiem doel v rechtvaardigh. Aspiraties, om boven zzelf uit te stijgen, verdwijnen en
B) excl hum: mensel leed de wereld uit helpen. Antihum: lijden en geweld inherent aan mensel bestaan, stuwen creativiteit op.
- vormen v transcendentie.
Cross pressure: elke stroming heeft iets gemeenschappelijks met een ander + een punt van strijd (kruisbestuiving en tegenstelling).
Gelovigen + antihum: tegen reductionisme excl hum.
Gelovigen + excl hum: pos bevestiging mens + erkenning mensel waardigh. Hoop op verlossing uit lijden.
Antihum + excl hum: ontkenning vert transcendentie + antireligieuze reflex.
Tlr: hoopt dat chr traditie kan tegemoet komen aan dilemma’s mits:
- zzelf opnieuw uitvindt en
- subtielere talen ontwikkelt.
Mensel bestaan transformeren tot iets hogers, oznder de mensel bestaansconditie fundamenteel te wijzigen.
Nussbaum: behoud mensel bestaansconditie is bezwaar tegen elke vorm v transcendentie.
Tlr: oneens. Als mens excl zijn eigen eindigheid cultiveert, ontzegt hij zzelf de mogelijkheden die het strikt menselijke overstijgen en juist de eindigheid vd mens kunnen bekronen en voltooien.
Kracht v vergeving om mensel aangelegenheden te transformeren. Hij hoopt op christendom dat
- in staat is gebreken vh verleden achter z te laten
- om kan gaan met probleem vh lijden (bekommernis)
- orientatie op transcendente God de mensel conditie (gewone leven) volwaardig blijft erkennen.
p193