37-Gadamer/waarheid Flashcards

0
Q

CORRESPONDENTIEMODEL METHOD HERMENEUTIEK

Hoe wordt verstaan opgevat in method hermeneutiek?

A

Als een reconstructie vd oorspronkelijke betekenis ve tekst, door overbrugging vd kloof tussen huidige en toenmalige lezers.

Meth herm tracht regels op te stellen die
- in het verstaan
- obj uitspraken kunnen doen.
(= uitspraken die corresponderen met het geinterpreteerde object).

p120

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

CORRESPONDENTIEMODEL WAARHEID NATUURWETENSCH

Het correspondentiemodel vd waarheid wordt gebruikt in de moderne, positivistische kentheorie. Wat is het?

A

Een uitspraak is waar wanneer zij met de feiten in overeenstemming is.

Natuurwetenschap: empirisch toetsen van hypothetische uitspraken.

Is obj, want niet geworteld in een vooroordeel, maar heeft betrekking op onderzochte obj zelf. Bijstelling in toekomst is mogelijk, dus voorlopig.

Dit model wordt in natuurwetensch praktijk altijd op een/andere manier gebruikt. Ondanks bezwaren.

p119

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

CORRESPONDENTIEMODEL METH HERM

Welke kritiek heeft Gdr op Schleiermacher en Dilthey inz de uitwerking vd verstehende Methode?

A

Niet dat ze de verklarende methode vd natuurwetenschappen hadden overgenomen.

Maar dat ze zich onbewust hebben laten leiden door het natuurwetensch ideaal ve langs meth weg bereiken ve objectieve waarheid.

p121

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HERMENEUTIEK SCHLEIERMACHER

Schl benaderde verstaan als een dialogische relatie tussen spreker/schrijver en toehoorder/lezer. Vertel.

A
  • hermeneutiek: reconstrueren vd scheppende activiteit vd schrijver.
  • niet Einfuehlen, maar als een interpretatie vh denken adhv de talige uitdrukking (bij Schl vallen denken en taal samen).
  • twee momenten/aspecten v interpretatie:
    1. grammaticale: taal/geschr tekst (obj zijde vh verstaan). Afgrenzende moment: analyse taalsysteem aan tekst ten grondslag.
    2. psychologische: in taal uitgedrukte gedachten (subj zijde vh verstaan). Individualiteit vd gedachtengang inhoudelijk begrijpen en verstaan als uitdrukking ve indiv leven.

p122
Beide wezenl op elkaar betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HERMENEUTIEK SCHLEIERMACHER

Het individuele denken is niet rechtstreeks toegankelijk. Hoe verstaan we dan, vlgs Schl?

A

Taal is het excl object vh verstaan, dus individualiteit gedachtengang kan alleen op taalniv gevonden worden. Via:
- semantische vernieuwing;
- stijl vd tekst: noemt Schl techn interpretatie. Is bemidd moment tussen gramm en psych interpretatie.
Verstaan stijl kan niet worden opgevat als mechanisch toepassen alg regels, want taal verandert steeds.

Verstaan vereist congenialiteit van interpreet, dus reconstructie is altijd een creatieve herschepping, is dus een kunst.
- geniale schepping is een onbewuste productie (vgl Kant), daarom kan tekst beter verstaan worden dan door auteur zelf, want in congeniale reconstructie worden de door het genie gestelde vragen bewust gemaakt.

Twee methoden van techn verstaan vd indiv stijl:
1) vergelijkende: vergelijken indiv stijl met andere indiv’en.
2) divinatorische: stijl trachten te vatten in zijn individualiteit (mogelijk omdat elk mens een minimum van iedere individualiteit in zich draagt; vgl Augustinus: iedere ziel draagt iets van God in zich, illuminatie).
Dus vergelijking noodzakelijk; die veronderstelt een alg begrip waarmee wordt vergeleken (door andere vergelijkingen verkregen en divinatorisch gevat). Dus altijd cognitieve component bij divinatie (obv analogieen methodisch raden), bij Schl ook een intuitieve component (vgl reflecterend oordeel Kant).

Beide benaderingen (vergelijkend en div) vooronderstellen elkaar.

Schl: indiv stijl is slechts bij benadering te verstaan, blijft mysterieus (vgl hermeneuein v Plato, goddelijke bijbetekenis).

p122

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HERMENEUTIEK SCHLEIERMACHER

De hermeneutische cirkel verheldert de oneindige opgave vh verstaan ve tekst in zijn individualiteit. Beschrijf.

A

Cirkel manifesteert zich in grammaticale, psychologische en technisch verstaan.

  • Schl: een woord heeft geen vaste, onverand betekenis, want afh van contexten waarin gebruikt.
  • Dus woord krijgt een voorl betekenis in alg betekenissfeer (VAB), van daar uit specifieke betekenis (SB) duiden.
  • Specifieke betekenis verruimt al betekenis weer.
  • Heen/weer bewegen heet herm cirkel.
  • Niet vicieus: eerder een oneindige spiraal.
  • Betekenis wordt voortd verrijkt, zonder dit proces af te kunnen sluiten.

(model: p123)

p123

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HERMENEUTIEK SCHLEIERMACHER

Hoe werkt de herm cirkel bij de psych en techn interpretatie?

A

PSYCH

  • gedachte/ervaring auteur laat zich begrijpen in context vh gehele leven vd auteur.
  • omgekeerd is leven vd auteur te begrijpen vanuit afz gedachten en ervaringen.

TECHN

  • indiv en algemene aspect vd stijl:
  • indiv ve stijl alleen te doorgronden indien te vergelijken met andere stijlen.

Concl: volkomen objectiviteit vh verstaan kan nooit volledig worden bereikt (parallel met telkens bijstellen van hypothetische uitspraken in natuurwetensch). Waarheid kan alleen in oneindige vooruitgang worden benaderd, maar nooit gerealiseerd.

p124

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HERMENEUTIEK SCHLEIERMACHER
Obv Schl’s analyse vh verstaan stelt hij 44 canons (methodologische regels op, waaraan interpreet zich moet houden bij gramm, psych en techn interpretatie. Bespreek de twee voorbeelden.

A

1) interpretatie ve tekst uit verleden mogen woorden uitsl gerelateerd worden aan taalgebruik vd auteur en de oorspr lezers. Doel: voorkomen dat latere betekenis projecteren op tekst en dus anachronismen.
2) Bepaling vd betekenis ve woord relateren aan woorden die het omringen. Vloeit voort uit gramm herm cirkel.

Centrale psych regel: denkbeelden ve auteur altijd vanuit totaliteit v zijn leven begrijpen (dus herm cirkel ook hier methodologische betekenis).

p124

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HERMENEUTIEK DILTHEY

Hoe verhoudt zich Dth’s herm tot die van Schl?

A

Dth heeft Schl’s herm tot een alg methode vd geesteswetenschappen gemaakt.

Kernbegrippen (bv gramm en psych interpretatie en herm cirkel) kregen dus ruimere betekenis.

Ook: opvatting v verstaan als reconstructie. Zie Dth’s analyse van structurele samenhang vd
- beleving (Erlebnis),
- de uitdrukking (Ausdruck) en
- verstaan (Verstehen).
Op deze drie activiteiten zijn geesteswetenschappen gefundeerd.

p124

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

HERMENEUTIEK DILTHEY
Dth’s Kritik der hist Vernunft zag hij als krit aanvulling op Kant’s Kritik der reinen Vernunft. Op welke punten is hij het (on)eens met Kant?

A

K wil ervaring die ten grondslag ligt aan natuurwetensch kennis analyseren, Dth wil ervaring analyseren die aan geesteswetensch ten grondslag ligt.

Eens:
ervaring kan niet wordne opgevat als afspiegeling vd werkelijkh. Erv hebben een apriorische structuur, waarin gegevens uit de erv worden geordend.

Oneens:
1. ervaringsstructuur is geen tijdloze structuur. Dth benadrukt dat deze structuur in loop vh hist proces aan verandering onderhevig is (historisch a priori)

  1. Apriorische structuur mag niet worden begrepen als louter intellect vermogen om werkelijkh voor te stellen, maar omvat ook vermogens vd wil en gevoel.
    Categorieen v ervaring zijn niet louter formeel, maar levenscategorieen, waarmee hist-maatsch (itt natuur) werkelijkh op samenhangende wijze
    - theoretisch wordt voorgesteld;
    - met praktische doeleinden wordt verbonden;
    - esthetisch wordt gewaardeerd.

Dus: subject en object vd ervaring laten zich niet scheiden: werkelijkh die we ervaren is beleefde werkelijkheid (beleving itt kantiaans ervaringsbegrip: beleving als geesteswetensch tegenhanger vd natuurwetensch ervaring).

p125

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HERMENEUTIEK DILTHEY

Wat is vlgs hem kenmerkend voor belevingen?

A

Ze zijn

  • intern gestructureerd en
  • vertonen onderlinge samenhang (inherent verbonden met andere belevingen uit het verleden en verwijst naar toekomstige belevingen).

Vormen samen een zich voortd ontwikkelende psych structuur, die bepalend is voor wijze waarop wij werkelijkh beleven (samenhang heet belevingshorizon). Deze maakt mogelijk dat zaken aan ons verschijnen en sluit andere uit.

p125

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

HERMENEUTIEK DILTHEY

Zijn belevingen prive-aangelegenheden?

A

Nee. We brengen belevingen voortd tot uitdrukking (taal, gelaatsuitdr, handelen, kleden, huisinrichting). Is niet bij voorbaat afspiegeling v bewuste beleving, uitdr KAN betekenissen ah licht brengen, waarvan we ons id beleving niet bewust zijn. Geldt ook voor zaken niet product v enkel indiv (bv moraal, recht, staat, religie, kunst, wetensch, fil) => hele hist-maatsch wereld te beschouwen als uitdrukking vh leven (wereld vd uitdrukkingen = objectieve Geest (vgl Hegel)).

Duurzame uitdrukkingen vormen werkingssamenhang (Wirkungszusammenhang), vaak nog generaties later invloed op belevingen v individuen.

Wij verstaan uitdrukkingen v anderen omdat we opgroeien in domein van gemeenschappelijkheid.

p125

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

HERMENEUTIEK DILTHEY

Wat bedoelt hij met Nacherleben?

A

Nabeleven/reconstructie ve beleving ad hand v haar uitdrukkingen.
Is laatste element van samenstelling
- beleving,
- uitdrukking,
- verstaan (van bu naar bi, van levensuiting naar betekenis ervan).

Twee vormen:
- verstaan gericht op reconstructie vd beleving ve andere persoon (reconstrueren psych beleving adhv gedrag - uitdrukking). Putten uit levenservaring.
- verstaan vaak gericht op betekenis vd uitdrukking zelf (beleving de personages ve tragedie reconstrueren ipv die vd auteur).
Gaat om reconstructie vd betekenis, waardoor onze eigen horizon wordt verbreed.

p126

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HERMENEUTIEK DILTHEY
Dth probeerde dmv analyse vh verstaan de mogelijkh ve obj verstaan aan te tonen, in dienst vd kentheor fundering vd geesteswetenschappen. Wat bedoelde hij precies met ‘objectiviteit’?

A

Ene keer: natuurwetensch kennisideaal (icm ‘algemeengeldigheid’) (vgl Kant’s categorieën vh verstand).

Andere keer: objectiviteit in geesteswetenschappen heeft heel andere betekenis, nl gefixeerde karakter v sommige uitdrukkingen (mn teksten) die id geesteswetensch worden geinterpreteerd => uitdrukking heeft vaste, toegankelijke structuur, telkens gebrukt om interpretatie te toetsen.

Beide gevallen: Dth wil aannemelijk maken dat het verstaan niet volstrekt subj of willekeurig is, maar zekere wetensch zekerheid heeft.

Streeft waarheid na die bestaat in de overeenstemm vd interpretatie en het geinterpreteerde werk => correspondentiemodel vd waarheid blijft intact.

p126

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Gdr looft Schl’s opvatting vh verstaan als een dialoog/gesprek, maar welke kritiek heeft hij tegelijkertijd?

A

Schl heeft het uitgangspunt niet consequent doorgevoerd: gesprekspartner wordt gereduceerd tot object dat kan worden begrepen (= kritiek op reconstructieve hermeneutiek van Schl en Dlt).

Zij vergelijken verstaan met beeld vd horizon; dus objectiever, want verleden niet door bril vh heden zien. Maar: gaat niet om aftasten horizon ve ander, maar om tot verstandhouding over een zaak komen (dialogisch karakter). Dan verabsoluteert eigen standpunt en versta je je niet met horizon vd ander.
DUS: miskenning waarheidsaanspraak vd ander/andere tijd + tekst gereduceerd tot object. Geen dialoog.

p128

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Wat is vlgs Gdr een werkelijk gesprek?

A
  • gericht op gedachtewisseling over een bep zaak.
  • vereist: van goede wil zijn.
  • gesprekspartner serieus nemen.
  • open staan voor waarheidsaanspraak die in gezegde besloten ligt.
  • beide gesprekspartners zetten vooringenomenheden op het spel.
  • inzicht ontstaat dat dat vd afzonderlijke gesprekspartners overstijgt.
  • beide gesprekspartners komen niet onveranderd uit gesprek.
    Vgl: dialogen v Plato: uitwisseling waardoor uiteindelijk dichter bij waarheid.

DUS: gesprek is niet reconstructie, maar integratie v interpreet en geinterpreteerde, heden/verleden (= horizonversmelting: nwe metaal heeft eigenschappen dat samenstellende metalen niet hebben).
NB: bij hist onderzoek niet twee afzonderlijke horizonnen, maar beweging waardoor interpreet als geinterpreteerde gedragen worden.
Ontwerpen ve hist horizon is slechts eerste fase in proces v verstaan, pas als we in gesprek raken is er sprake van verstaan. Wij veranderen EN geïnterpreteerde zaak.

p129

16
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Welke kritiek heeft Gdr op de opvattingen van Schl en Dlt tav de hermeneutische cirkel?

A

Zij zagen niet in dat interpreet deel uitmaakt v deze cirkel (zagen i’preet als obj waarnemer buiten gesch die hij interpreteert).

Horizonversmelting: i’preet maakt altijd deel uit vh voorwerp dat hij interpreteert. Dus herm cirkel bij Gdr vooraleerst een ontologische cirkel (vgl Hgger).

p129

17
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Welke kritiek heeft Gdr op de rol die Schl en Dlt toekennen aan tijd als mogelijkheidsvoorwaarde vh verstaan?

A

Gdr vindt tijdsafstand geen hindernis (door verstaan te overwinnen), maar maakt tijd juist verstaan mogelijk (vgl Hgger).

Tijdsafstand juist productief omdat
- daardoor beweging v horizonversmelting mogelijk wordt en
- daardoor ontstaan v nwe betekenissen.
= werkingsgeschiedenis (Wirkungsgeschichte).

Gesch is, al voordat zij object wordt van wetensch onderzoek, werkzaam in het verstaan; wij zijn al opgenomen id gesch, de werkingsgesch bepaalt wat er uit het verleden als onderzoeksobject tevoorschijn komt.

p129

18
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Hoe onderscheidt Gdr’s waarheidsbegrip zich vh correspondentiemodel vd waarheid?

A

Gdr’s waarheidsbegrip is ontologisch: heeft betrekking op feit dat in werkingsgesch mensen en dingen op bep wijze ah licht treden.

Ontologische waarheid gaat vooraf ad onderscheiding tussen ware/onware uitspraken.

p130

19
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Was Gdr het met Schl eens dat het mogelijk zou zijn een auteur beter te begrijpen dan hij zichzelf verstond?

A

Integendeel, verstaan is altijd een ander verstaan, nooit beter verstaan.

Ontologische waarheid opgevat als proces van onthulling en verhulling:

  • Horizonversmelting onthult dingen op manier die eerder nog niet mogelijk was.
  • Eerder aanwezige inzichten gaan verloren door horizonversmelting (dus: verstaan altijd een ander verstaan, niet beter).

p130

20
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Op welke drie wijzen wordt de radicale eindigheid vd mensel kennis onderstreept?

A
  1. kennis is afhankelijk vd werkingsgeschiedenis, waarin mens maar bescheiden rol speelt. Elk verstaan gedragen door een productief gebeuren, niet beheerst door meth regels.
  2. onbevooroordeeld verstaan onmogelijk. Horversmelting alleen mogelijk omdat we ons altijd al in een bep ervaringshorizon bevinden (uitsl dankzij bep vooroordelen hebben we toegang tot de te interpreteren zaak).
  3. menselijke kennis is eindig omdat op ieder moment vd werkingsgesch voor de mens slechts een gedeeltelijke waarheid bereikbaar is (Hegel: het is mogelijk om in fil reflectie de gehele wereldgesch te overzien/begrijpen). Gdr benadrukt dat totaliteit vh hist proces buiten ons bereik ligt.

p131

21
Q

WAARHEIDSBEGRIP

Welke twee kritiekpunten zijn er op Gdr’s hermeneutiek?

A

1) Critici uit Hggr-school: concept van integratie (i’preet/geinterpret) houdt tòch aanspraak op onbegrensde kennis in. Is vlgs hen in strijd met begrip vd werkingsgesch v Gdr. Gdr lijkt op dit punt dicher bij Hegel te staan dan bij Hgger.

2) Critici uit school v methodologische hermeneutiek: maakt ont waarheidsbegrip het mogelijk om te onderscheiden tussen goede/slechte interpretaties? Is niet elke interpretatie in gelijke mate waar? Gdr bestrijdt dat er geen criteria zouden zijn:
- eenheid v interpretatie (vgl herm cirkel Schl): in geslaagde interpretatie laten alle onderdelen vh geinterpreteerde zich in het geheel passen.
- in hoeverre houden interpretaties stand id geschiedenis? Als werken/interpretaties geen recht doen aan geinterpret zaak, vervliegen ze met de waan vd dag waarmee ze zijn verbonden. (bevredigende oplossing…?)

p132

22
Q

Wat is het correspondentiemodel vd waarheid?

A

Di een kentheoretische stellingname vlgs welke een uitspraak waar is als zij met de feiten overeenstemt.

p133/213 zelftoets1

23
Q

Hoe komt het correspmodel vd waarheid tot uitdrukkingh in de methodologische hermeneutiek van Schl en Dlt?

A

Toepassing vh correspmodel vd waarheid leidt tot de opvatting dat het verstaan begrepen moet worden als het reconstrueren vd oorspr betekenis. De interpretatie stemt dan uiteindelijk overeen met de oorspronkelijke intentie vh geinterpret verschijnsel.

p133/213 zelftoets2

24
Q

Waarin onderscheidt het ontologische waarheidsbegrip v Gdr zich vh waarheidsbegrip van Schl en Dlt?

A

Gdr’s ont waarheidsbegrip: verstaan niet opgevat als een def reconstructie maar als een integratie/versmelting.
Deze kan nooit worden afgerond en houdt altijd beperkingen in omdat ons eigen leven met zijn grenzen en vooroordelen er deel van uitmaakt.

p133/214 zelftoets3

25
Q

Hoe komt het ontologisch waarheidsbegrip tot uitdrukkikng id begrippen ‘werkingsgeschiedenis’ en ‘horizonversmelting’?

A
Werkingsgeschiedenis: waarheid ve interpretatie wordt altidj mede bepaald door de gesch waarvan het leven vd i'preet zelf onderdeel is; deze gesch reikt bep onderwerpen en vraagstellingen aan.
Daarom ontologisch (Hgger's terminologie) want eigen bestaan maakt deel uit vh waarheidsbegrip.

Horizonversmelting: gesprek vd i’preet met geinterpreteerde laat beide niet onveranderd, beide moeten vooronderstellingen herzien en daardoor wezenlijk veranderen.

p133/214 zelftoets4