3.7 Psychische stoornissen Flashcards

1
Q

Diagnostiek van psychotische stoornissen gebeurt in de specialistische ggz op basis van gesprekken, semigestructureerde interviews, gedragsobservaties, (neuro)psychologische testbatterijen en vragenlijsten (Zorgstandaard psychose, 2017). Zoals wordt beschreven in het leerboek, beveelt de Zorgstandaard psychose een driedeling aan in de diagnostiek bij psychose.

Welke drie profielen worden onderscheiden en wat wordt door elk van deze profielen in kaart gebracht?

A

De volgende driedeling wordt onderscheiden:
1. Categoraal profiel – de aard, duur en beloop van psychotische symptomen, samenhang met andere psychische klachten en de gevolgen voor het sociaal functioneren worden in kaart gebracht. Bekeken wordt of de klachten binnen de definitie van een bepaalde psychische aandoening vallen.

  1. Dimensionaal profiel – er wordt in kaart gebracht welke symptomen (psychotische, negatieve, affectieve of cognitieve) aanwezig zijn en in welke mate (ernst) zij aanwezig zijn.
  2. Individueel profiel – de uitlokkende, onderhoudende en beschermende factoren worden in kaart gebracht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Naast dat het categoriseren van symptomen en klachten geen verklaring biedt voor deze verschijnselen, en dat het als stigmatiserend kan worden ervaren, is categorale diagnostiek ook niet helpend bij het bepalen van de zorgbehoefte. Waarom wordt categorale diagnostiek dan toch nog toegepast?

A

Categorale diagnostiek is nodig voor de bekostiging van verzekerde zorg (een DSM-5-diagnose is gekoppeld aan de DBC-systematiek), het spreken van eenduidige taal en de vergelijkbaarheid in onderzoek. Ook wordt het nog beschouwd als wetenschappelijke onderlegger voor de behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gepersonaliseerde diagnostiek levert een individueel profiel op dat de kwetsbaar makende, uitlokkende, onderhoudende en beschermende factoren beschrijft die gevolgen kunnen hebben voor keuzen in de behandeling. Voor deze beschrijving is een aantal profielkenmerken (in het leerboek wordt gesproken van ‘probleemgebieden’, zie paragraaf 13.3.3) relevant.

Welke probleemgebieden komen in het videofragment van Jerry naar voren? Wat zijn kwetsbaarmakende, onderhoudende, uitlokkende en beschermende factoren?

A

De volgende probleemgebieden komen in het filmfragment naar voren:
- Recente stressvolle gebeurtenissen: een relatiebreuk (= uitlokkende factor)

  • Middelengebruik: veelvuldig blowen (= uitlokkende/onderhoudende factor)
  • Sociaal functioneren (voorafgaand en tijdens psychose): het sociaal functioneren voorafgaand aan zijn psychose is lastig te beoordelen op basis van de informatie in het filmfragment. Jerry geeft aan dat hij twee weken vakantie had en veelvuldig blowde. De eerste werkdag na zijn vakantie verliep volgens eigen zeggen goed. Daarna is, na blowen en slaapgebrek (= uitlokkende/onderhoudende factor), de psychose ontstaan. Sociaal functioneren tijdens de psychose was niet meer mogelijk en een opname volgde.
  • Etniciteit en culturele aspecten: Jerry geeft aan dat hij niet religieus is opgevoed. Dat hij tijdens de psychose bezig was met religiositeit (‘God woke me up’) was niet passend bij zijn levensstijl.
  • Sociale steun in naaste omgeving: Jerry lijkt een goed contact te hebben met zijn moeder (= beschermende factor).
  • Mate van samenwerking in behandeling: Jerry werkt mee aan een vrijwillige opname en gebruik van medicatie. Een belangrijke kwetsbaarmakende factor die Jerry noemt is een derdegraads familielid (oom) met psychiatrische voorgeschiedenis (psychose), waardoor Jerry een verhoogd risico heeft op het krijgen van een psychose.

NB Bij gepersonaliseerde diagnostiek dient er ook aandacht te zijn voor de volgende probleemgebieden:

  • traumatische ervaringen en posttraumatische klachten
  • agressie en impulscontrole
  • suïcidaliteit
  • juridische voorgeschiedenis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het belangrijkste werkingsmechanisme van antipsychotica? In uw antwoord dienen de volgende termen gebruikt te worden: dopamineproductie, neurotransmitter, D2-receptoren.

A

Een psychose wordt gekenmerkt door onder andere een overmatige dopamineproductie in de mesolimbische banen. Het werkingsmechanisme berust vooral op het verminderen van de werking van de neurotransmitter dopamine door het bezetten van dopaminereceptoren, met name de D2-receptoren. Hierdoor kan dopamine niet langer de cellen stimuleren en nemen psychotische symptomen af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aanvankelijk werd de oorzaak veel gezocht in genetische componenten. Wat liet dit onderzoek zien?

A

onderzoek naar genen die direct
geassocieerd kunnen worden met een psychose is teleurstellend geweest: genetische determinanten zijn aspecifiek,
complex en polygenetisch en hebben daardoor weinig voorspellende waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omgevingsdeterminanten blijken echter tot een toename van het risico te leiden, zeker wanneer ze i.c.m. elkaar
voorkomen. welke 4 o.a.?

A
  • Cannabisgebruik
  • Slaapdeprivatie
  • Opgroeien in een grote stad
  • Blootstaan aan kindermishandeling en -misbruik

De focus wordt dan ook gericht op de gen-omgevingsinteracties die het risico op een psychose synergetisch
versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een psychose?

A

veranderende beleving van de waarneming of in het denken of een combinatie daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn 3 voorbeelden van positieve psychotische symptomen?

A

positieve symptomen zijn de belangrijkste psychotische symptomen

o wanen = denkbeelden die niet overeenkomen de algemeen geaccepteerde opvattingen, waarvan
iemand niet vanaf te brengen is met logisch redeneren
§ achtervolgingswaan of paranoïde waan = idee hebben in de gaten te worden gehouden
§ betrekkingswanen = idee dat bepaalde boodschappen speciaal voor jou zijn bedoeld, bv.
via tv.

o hallucinaties = waarnemingen in afwezigheid van externe sensorische prikkel, kunnen zich
voordoen op alle zintuigen dus visuele (zien), olfactorische (ruiken), gustatoire (proeven),
somatische (op het lichaam), tactiele (voelen vlak op of onder huid) hallucinaties.

o Verward gedrag of gedesorganiseerd denken: vorm van een denkstoornis. Bv. moeite hebben
woorden te vinden, nieuwe woorden verzinnen, nieuwe betekenis geven aan woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn negatieve psychotische symptomen?

In welke 2 componenten worden ze onderscheiden?

A

gedachten, gevoelens en gedragingen die zijn weggevallen, onderverdeeld in twee
componenten:
o 1) afname van expressie = beperkte affectieve modulatie, gebrek aan spontaniteit, maniërisme, pose
(onnatuurlijk aandoende lichaamshouding), motorische retardatie, avolitie (onvermogen om
initiatief te nemen of gebrek aan motivatie om taak te voltooien)
o 2) gebrek aan sociale motivatie = emotionele teruggetrokkenheid, passieve/apathische sociale
teruggetrokkenheid en actieve sociale vermijden

doen zich vaak al voor voorafgaand aan de positieve symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn affectieve psychotische symptomen?

A

affectieve ontregeling zoals angst, depressie, manische symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn cognitieve psychotische symptomen?

A

beperkingen in snelheid van informatieverwerking, aandacht en concentratie,
werkgeheugen, verbaal en visueel leren, planning en probleemoplossend denken, sociale cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diagnostiek en behandeling van psychotische stoornissen gebeurt tegenwoordig vanuit welk model?

A

clinical
staging (ook wel het stadiëringsmodel genoemd) en is afkomstig uit de oncologie. Gaat uit van het prinicipe dat door
preventieve behandeling voorkomen kan worden dat er zich daadwerkelijk een stoornis ontwikkelt en dat intensieve
behandeling in de eeste fasen voor een deel van de mensen kan voorkomen dat ze in een volgende fase
terechtkomen.
In verschillende fasen ligt een andere focus op de behandeling. Bv. iemand met een eerste psychose heef teen andere,
intensievere behandeling nodig met een ander tempo dan iemand die al jaren persisterende psychotische symptomen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 4 fases zijn er in het clinical staging model?

A

FASE 1: HOOG RISICO OP EEN PSYCHOSE

FASE 2: EERSTE PSYCHOSE

FASE 3: EPISODISCH VERLOOP

FASE 4: AANHOUDENDE ERNSTIGE PROBLEMATIEK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 4 fases zijn er in het clinical staging model?

A

FASE 1: HOOG RISICO OP EEN PSYCHOSE

FASE 2: EERSTE PSYCHOSE

FASE 3: EPISODISCH VERLOOP

FASE 4: AANHOUDENDE ERNSTIGE PROBLEMATIEK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

FASE 1: HOOG RISICO OP EEN PSYCHOSE
Voorafgaand aan het ontstaan van een psychose zijn er vaak al langer vluchtige psychotische verschijnselen aanwezig,
die samengaan met andere psychiatrische symptomen zoals angst en depressie en achteruitgang in dagelijks
functioneren.
- Ongeveer 1/3 in deze verhoogd-risicogroep krijgt uiteindelijk psychotische stoornis, vrijwel altijd binnen
3j.
- Fase onderscheidt 3 groepen. welke 3?

Wat is kenmerkend voor elke groep?

A

o 1) patiënten met subklinische psychoseachtige ervaringen
o 2) patiënten met een floride psychose korter dan een wek, die zonder behandeling in remissie
kwam
o 3) een familiaire belasting via ouder, broer of zus

bij allemaal moet sprake zijn van achteruitgang in sociaal functioneren:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

FASE 2: EERSTE PSYCHOSE

Patiënten zitten in deze fase wanneer zij voor het eerst een psychose doormaken, waarbij er minimaal XXX
psychotische symptomen aanwezig zijn, gepaard met achteruitgang in sociaal functioneren en toenemende lijdensdru.
Vroegtijdige passende behandeling is essentieel voor prognose ’ kortere onbehandelde psychoseduur brengt
gunstigere prognose met zich mee

A

1 week

16
Q

FASE 3: EPISODISCH VERLOOP

Waar gaat het in deze fase om?

A

In deze fase gaat het om onvolledige remissie, relapse of recidief.

17
Q

FASE 4: AANHOUDENDE ERNSTIGE PROBLEMATIEK

Wat is kenmerkend?

A

Deze patiënten hebben meerdere recidieven doorgemaakt of chronische aanwezigheid van psychotische symptomen.
Er is sprake van langdurige achteruitgang in functioneren.

18
Q

CATEGORIALE DIAGNOSTIEK MET BEHULP VAN DSM-5

Welke categorieen zijn er?

A

functionele psychosen
1. Schizofrenie (meest ernstig): min 6 maanden
2. Schizofreniforme stoornis: minder dan 6 maanden
3. Schizoaffectieve stoornis: psychotische symptomen zijn grootste deel van de tijd gecombineerd met
stemmingsstoornis

minder ernstige psychotische stoornissen

  1. waanstoornis
  2. korte psychotische stoornis

Overig:
1. psychotische stoornissen als gevolg van een organische oorzaak

  1. Attenuated psychosis syndrome = nieuw in DSM-5 en slaat op de fase voorafgaand aan een psychotische
    stoornis en kan gebruikt worden om de fase van verhoogd risico aan te duiden ’ staat in appendix van
    DSM-5 want nog weinig wetenschappelijk bewijs voor deze classificatie
19
Q

DIMENSIONELE DIAGNOSTIEK
Om tot een dimensioneel profiel te komen, wordt de aanwezigheid en ernst van symptomen vanuit vier clusters in
kaart gebracht. Welke 4?

A
  1. Psychotische symptomen (hallucinaties, wanen, mate van desorganisatie)
  2. Negatieve symptomen (anhedonie, sociaal terugtrekken, avolitie, afgestompt gevoel)
  3. Affectieve symptomen (angstklachten, stemming; zowel depressieve als manische stemming)
  4. Cognitieve symptomen
20
Q

GEPERSONALISEERDE DIAGNOSTIEK
Beschrijf uitlokkende, onderhoudende en beschermende factoren en laat deze meewegen in de behandeling. Er dient
altijd aandacht te zijn voor de premorbide en huidige situatie van de volgende aspecten/probleemgebieden… welke?

A
  • traumatische ervaringen en posttraumatische klachten;
  • recente stressvolle gebeurtenissen;
  • middelengebruik;
  • agressie en impulscontrole’
  • suïcidaliteit;
  • sociaal functioneren;
  • sociale steun in naaste omgeving;
  • etniciteit en culturele aspecten;
  • juridische voorgeschiedenis;
  • mate van samenwerking in behandeling
21
Q

DIAGNOSTIEK PER FASE

DAGNOSTIEK VAN HOOG RISICO OP EEN PSYCHOSE (FASE 1)

Door actief aan vroege opsporing te doen, ligt uitstellen, voorkomen of in ernst beperken van een eerste psychose
inmiddels binnen bereik. Diagnostiek in deze fase bestaat uit twee fasen. Welke 2?

A
  1. Screening op een mogelijk verhoogd risico met de zelfrapportagelijst Prodomal Questionnaire (PQ-16) ’
    jongeren tussen 14 en 35 jaar die hulp zoeken bij specialistische ggz worden hiermee gescreend
  2. O.b.v. uitkomst PQ-16 ’ aanvullende diagnostiek ’ Comprehensive Assesment of At Risk Mental State
    (CAARMS), gaat aanwezigheid van subklinische psychotische ervaringen na i.c.m. Social Functioning
    Assesment Scale (SOFAS), gaat sociale achteruitgang na
22
Q

DIAGNOSTIEK PER FASE
DIAGNOSTIEK BIJ EEN EERSTE PSYCHOSE (FASE 2)

Hoe wordt dit gedaan?

A

Bestaat uit categoraal, dimensionaal en individueel profiel. Het individuele profiel brengt in kaart welke factoren bij
deze patiënt van invloed zijn (geweest) op het ontstaan, uitlokken en in stand houden van de psychotische
symptomen en welke factoren beschermend en belemmerend zijn. Er moet ook aandacht zijn voor voorliggende
symptomen zoals angst en depressie. Er moet worden uitgesloten dat het een gevolg is van een lichamelijke
aandoening (somatische anamnese) of middelengebruik. Er moet een heteroanamnese worden afgenomen, dit helpt
ook bij het inschatten van de draaglast en draagkracht van de familie.

23
Q
DIAGNOSTIEK PER FASE
EPISODISCH VERLOOP (FASE 3) AANHOUDENDE ERNSTIGE PROBLEMATIEK (FASE 4)

Wat houdt dit in?

A

In deze stadia dient net als in de eerste twee fasen nagegaan te worden of in een eerder stadium iets over het hoofd
is gezien, zoals een verstandelijke beperking of ASS. Ook nagaan of krachten, talenten en hulpbronnen via naasten
voldoende bekend en ingezet zijn.

24
Q

Hoe verloopt de behandeling in fase 1?

A

Fase 1: CGT, speciaal ontwikkeld voor deze doelgroep, gecombineerd met psycho-educatie (uitleg over werking
dopamine en voorkomen psychoseachtige symptomen algemene bevolking). Nadruk ligt op normaliseren van en
leren omgaan met psychotische ervaringen.
(!) antipsychotica geven is een contra-indicatie omdat dit de kans op psychose juist kan vergroten in deze fase! SSRI’s
kunnen wel om angst als gevolg van psychotische ervaringen te verminderen!

25
Q

Hoe verloopt de behandeling in fase 2?

A

richt zich op terugdringen van symptomen en verbeteren van functioneren van patiënt. Er wordt niét
uitgegaan van het stepped-care-model ’ er wordt een behandelplan bedacht die past bij de persoonlijke situatie van
de cliënt. Bij de behandeling van mensen met een eerste psychose (meestal adolescenten) is sociale inclusie het
uitgangspunt. Voor deze fase zijn veel interventies, maar de belangrijkste zijn Individuele Plaatsing en Steun (IPS) die
zich richt op het behouden of verkrijgen van school/werk, ondersteuning met farmacotherapie, CT gericht op anders
leren omgaan met psychotische ervaringen, interventies gericht op ondersteunen gezin/systeem, leefstijlinterventies,
psycho-educatie.

26
Q

Hoe verloopt de behandeling in fase 3 en 4?

A

focus ligt meer op vinden van goede balans. ICF is ook hier een goed hulpmiddel.

27
Q

CGT wordt toegepast tijdens alle fasen van de behandeling. Richt zich op een andere houding tot… 2x

Wat is een relatief nieuwe vorm van CGT?

A

• de stemmen (’ veel patiënten schrijven grote macht en kwaadwillendheid aan stemmen toe, CGT verandert
deze opvattingen en normaliseert ’ veel mensen in de bevolking horen stemmen)
• of overtuigingen (iets binnen de waan wordt veranderd om imminente dreiging te laten verdwijnen)

…waardoor lijdensdruk, preoccupatie en hinder verminderen.

Relatief nieuwe vorm van CGT in de behandeling bij een psychose is Competitive Memory Training (COMET): een
interventie waarbij d.m.v. het inbeelden van positieve ervaringen een positiever zelfbeeld getraind kan worden door
het vervangen van negatieve opvattingen die iemand over zichzelf heeft. Hierbij wordt gebruik gemaakt van contra conditioneren

28
Q

Antipsychotica (AP) is een belangrijke interventie in de behandeling van psychotische symptomen. De AP worden
ingedeeld in twee typen. Welke 2?

A

de klassieke of eerstegeneratieantipsychotica AP

de moderne (atypische) of
tweedegeneratieantipsychotica
29
Q

Wat is de werking van klassieke AP?

A

gebaseerd op dopamine-antagonisme: psychose wordt gekenmerkt door overmatige
dopamineproductie in de mesolimbische banen. Deze AP bezetten de dopaminereceptoren waardoor
dopamine, dat nog steeds overvloedig aanwezig is, niet langer de cellen kan stimuleren. Alle gratificatie en
motivatie verloopt via het dopaminerge systeem ’ deze medicatie onderdrukt ook de algemene motivatie.

30
Q

Ook de motoriek wordt aangestuurd door dopamine en de medicatie heeft als effect verminderde
bewegingen en soms bewegingsstoornissen zoals…3x

A

o Dyskinesie (onwillekeurige bewegingen)
o Tardieve dyskinesie (kauw- en gelaatsbewegingen)
o Parkinsonisme (trillen, stijfheid, speekselvloed, onbeweeglijkheid, slikproblemen en
uitdrukkingsloosheid van gezicht)
ð Bewegingsstoornissen zijn belangrijkste reden om onderhoudsbehandelingen te staken

31
Q

Hebben moderne AP ook bewegingsstoornissen als bijwerkingen?

A

Moderne AP => bewegingsstoornissen treden niet of nauwelijks op, wel als bijwerkingen: seksuele
disfuncties, overgewicht en/of metabolismesyndroom en borstvorming (soms met enige melkproductie) bij
mannen.

32
Q

Keuze van AP wordt bepaald o.b.v. 3 aspecten. welke 3?

A

effectiviteit, bijwerkingen en toedieningsmogelijkheden

33
Q

Veel patiënten met psychotische kwetsbaarheid hebben ongezonde levensstijl. De gemiddelde levensduur van
patiënten met een chronisch psychotische stoornis is gemiddeld 20 tot 25 jaar korter dan mensen zonder
psychiatrische aandoening. Heeft te maken met o.a.:….

A

jarenlang slikken van AP leidend tot metaboolsyndroom,
ongezond eten, roken, alcohol, drugs, omdraaien dag- en nachtritme, beperkt bewegen, eenzaamheid. In deze
domeinen is vaak verbetering mogelijk.

34
Q

Verschillende methodieken beschikbaar om werk en school te behouden of verkrijgen, er wordt gewerkt vanuit…2x

A

• Individuele rehabilitatiebenadering (IRB) = samen met patiënt op zoek gaan naar wensen t.a.v. krijgen of
behouden van werk/school, van daaruit wordt gekeken welke hulpbronnen al beschikbaar en welke
wenselijk zijn
• Individuele Plaatsing en Steun (IPS) = biedt actief hulp bij het vinden van werk en daarna vindt coaching
plaats op de werkplek zelf om verlies van werk te voorkomen ’ wordt in zo vroeg mogelijk stadium ingezet,
ook wanneer psychotische symptomen nog aanwezig zijn

35
Q

Wat is cognitieve remediatietraining?

A

De cognitieve remediatietraining, ook wel cognitieve revalidatie genoemd, heeft verschillende vormen gericht op
herstel van functies, aanleren van strategieën of compenseren voor effecten van cognitieve functiestoornissen.
Gebeurt zowel met pen en papier als digitaal. Interventies richten zich op domeinen zoals aandacht, geheugen,
probleemoplossende vaardigheden, sociale waarneming of sociale cognitie.
ð bij deze trainingen wel probleem met generaliseren naar het leven van alledag, daarom is meest effectief
i.c.m. een interventie gericht op het verbeteren van maatschappelijke participatie (bv. arbeidsrehabilitatie)

36
Q

Een van de grootste zorgbehoeften die mensen met een psychotische aandoening hebben is…

Wat is een bewezen effectieve interventie?

A

het gebrek aan een
sociaal netwerk, terwijl sociale steun juist een belangrijke factor in iemands herstelproces is. Voorbeelden:
gezinsinterventies, lotgenotengroepen, zelfhulpgroepen, herstelgroepen, Wellness Recovery Action Plan (WRAP), eigenkrachtconferenties
gericht op bevorderen van empowerment ’ hebben allemaal wisselende wetenschappelijke
bewijskracht maar kunnen wel positieve bijdrage leveren.
Bewezen effectieve Resource Assertive Community Treatment (R-ACT) stelt hersteldoelen van cliënt central, voert deze
regie hier zelf over en naastbetrokken en professionals worden hierin actief betrokken. Afkomstig uit Zweden en
veelbelovend.