3.1 Suicidaal gedrag Flashcards

1
Q

Wanneer is er sprake van psychopathologie?

A

Als bepaalde aspecten van het gedrag, het gevoel of de gedachten het leven van een persoon overheersen en de persoon zelf of zijn omgeving hiervan ernstig hinder ondervindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij veel psychiatrische aandoeningen komen suïcidale gedachten, suïcidepogingen en suïcides voor. Arsenault-Lapierre et al. verrichtten in 2004 een meta-analyse naar dit verband. Welke bevindingen deden zij?

A

In de meta-analyse van Arsenault-Lapierre et al. was er bij 87 procent van alle mensen die door suïcide om het leven kwamen een psychiatrische stoornis in de voorgeschiedenis. Van het totaal had 43 procent als hoofddiagnose een depressieve stoornis, 26 procent een stoornis in de afhankelijkheid van middelen, 16 procent een persoonlijkheidsstoornis en 9 procent een psychotische stoornis. Dat wil niet zeggen dat al deze diagnoses vlak voor het moment van suïcide golden, noch dat er altijd sprake was van ggz-behandeling. Deze gegevens betekenen dat veel mensen die door suïcide om het leven komen, terugkijkend in de tijd ooit een psychiatrische stoornis hadden. Dat lijkt te suggereren dat suïcides begrepen kunnen worden als een symptoom van een onderliggende psychiatrische ziekte. Hoewel niet iedereen met een psychiatrische aandoening te kampen heeft met suïcidaliteit, betekenen deze bevindingen wel dat suïcidaliteit een belangrijk punt van aandacht moet zijn bij de behandeling van patiënten met een psychiatrische stoornis (Huisman, Van Houwelingen & Kerkhof, 2016).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In 2012 is de Multidisciplinaire richtlijn (MDR) diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag uitgekomen (Huisman, Van Houwelingen & Kerkhof, 2016). Uit welke vijf principes bestaat deze richtlijn?

A

De MDR geeft vijf algemene principes voor diagnostiek en behandeling (Huisman, Van Houwelingen & Kerkhof, 2016). Dit zijn de volgende:

  1. contact maken
  2. betrekken van naasten
  3. systematisch onderzoek van de suïcidaliteit
  4. systematische behandeling van suïcidaliteit
  5. veiligheid en continuïteit van zorg (Huisman, Van Houwelingen & Kerkhof, 2016).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij elke fase van diagnostiek en behandeling van suicidaliteit moeten, als het maar enigszins mogelijk is, naasten betrokken worden. Leg uit waarom dat belangrijk is.

A

Naasten geven belangrijke informatie voor de diagnostiek en zij kunnen als bondgenoot steun en hulp bieden bij de opvang en begeleiding van de patiënt en bij de evaluatie van de behandeling. Zij zijn onmisbaar bij de therapietrouw en voor de veiligheid en soms bewaking van de suïcidale patiënt in crisis. De hulpverlener kan niet zonder de naaste betrokkenen en de naasten kunnen niet zonder de hulpverlener. Zij vormen een bondgenootschap in het belang van de suïcidale patiënt. Patiënt en naasten moeten uiteraard wel akkoord gaan met deze betrokkenheid. De hulpverlener stelt zich ook op de hoogte van de draagkracht van het steunsysteem. Uiteraard moeten patiënten de gelegenheid hebben om vertrouwelijke informatie uitsluitend met de hulpverlener te delen, maar liefst wisselen familie en hulpverlener alle informatie uit die nodig is voor de veiligheid van de patiënt, en ook liefst weer in elkaars aanwezigheid. Bij jongeren moeten altijd ouders betrokken worden bij diagnostiek en behandeling (Huisman, Van Houwelingen & Kerkhof, 2016)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Alle min of meer acute vormen van suïcidaal gedrag vragen om een veiligheidsplan. Leg uit wat hiermee bedoeld wordt.

A

Een veiligheidsplan is een serie afspraken en interventies die als doel hebben te garanderen dat de patiënt veilig is, veilig tot het volgende contact. Hierbij geldt te allen tijde: safety first. Wat de behandelsetting van de patiënt ook is (opname, vrijwillig of gedwongen, of ambulante behandeling): de suïcidaliteit vraagt specifieke aandacht. Er moet een veiligheidsplan zijn opgesteld waarin gedetailleerd wordt beschreven welke acties de patiënt en zijn naasten kunnen ondernemen om zijn veiligheid te waarborgen. In welke risicosituaties kunnen suïcidale verlangens weer gaan toenemen, wat kan hij dan doen, wie kan hij bellen, wat kunnen familieleden dan doen, wat zullen hulpverleners dan doen, moet de patiënt hand in hand begeleid worden, kan hij onder begeleiding van de afdeling, is permanent toezicht nodig enzovoorts? Hoe veilig is het om naar huis te gaan? Zijn er naastbetrokkenen die steun en veiligheid kunnen bieden? (Huisman, Van Houwelingen & Kerkhof, 2016)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neem ten slotte een kijkje op de website van Stichting Zelfmoordpreventie. Leg uit wat het doel is van deze stichting en geef enkele voorbeelden van diensten die deze stichting aanbiedt.

A

Stichting 113 zelfmoordpreventie wil zelfmoord voorkómen en het taboe op praten over zelfmoord opheffen. De stichting biedt via internet en telefoon hulp aan mensen met suïcidale gedachten en/of gevoelens, en aan hun omgeving. Diensten worden geboden op basis van vertrouwelijkheid. Persoonsgegevens hoeven dan ook niet verstrekt te worden. 113 zelfmoordpreventie werkt met getrainde vrijwilligers en een professioneel team van psychologen, orthopedagogen en psychiaters. De vrijwilligers zijn 24 uur per dag bereikbaar voor crisisgesprekken via chat of telefoon. Het professionele team biedt chat-, e-mail-, en telefonische therapie en ondersteunt de vrijwilligers. Verder kan bij 113 zelfmoordpreventie een zelfhulpcursus worden gevolgd en wordt lotgenotencontact aangeboden via een forum en chatgroepen. Naast het bieden van hulp geeft 113 ook voorlichting op het gebied van zelfmoordpreventie in de vorm van trainingen, lezingen en workshops.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar of niet waar?

Bij mensen met depressie is de ernst van de suicidale gedachten evenredig met de ernst van depressie

De belangrijkste oorzaak van verhoogde sterfte onder depressieve patiënten is suïcide

Suïcide risico t.o.v. gewone bevolking is bij depressie 10x groter

Onder depressieve patiënten gaat suïcide vaak samen met comorbide stoornissen en lichamelijke aandoeningen

A

Waar

Waar

Niet waar (20x)

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de belangrijkste voorspeller van suïcide in depressieve patiënten?

A

Eerdere suïcidepoging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent de ernst van een stoornis?

A

combi van duur stoornis, aantal en intensiteit van symptomen en de subjectieve ervaring van de ernst en de daarmee gepaard gaande hopeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar of niet waar?

Van de mensen met bipolaire stoornis neemt >50% een of meerdere suïcidepogingen

40% van de mensen met bipolaire stoornis heeft suicidegedachten

Kans op suïcide is onder mensen met bipolaire stoornissen 5x groter

Bipolaire stoornissen en suicide komen naar verhouding vaker meerdere keren voor in bepaalde families

A

Waar

Niet waar 80%

Niet waar 15x

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar of niet waar?

Er is een duidelijke relatie tussen angststoornissen en suicidegedachten en -pogingen

Suicide is een risico bij PTSS, vooral wanneer er sprake is van comorbide angststoornis

Suiciderisico is groter bij drugsverslaafden dan bij alcoholverslaafden

Associatie tussen suïcide en alcoholafhankelijkheid is wereldwijd voor mannen en vrouwen even sterk

Bij anorexia is er een 8x groter risico op suicide, maar bij boulimia is er geen verhoogde kans op suicide

Wat betreft persoonlijkheidsstoornissen komt vooral bij borderline vaker suïcide vaker voor

A

Waar

Niet waar, .. “vooral wanneer er sprake is van comorbide depressie en alcoholverslaving”

Waar

Niet waar, sterker voor mannen

Waar

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In voorbereiding op DSM-5 zijn stemmen opgegaan om een afzonderlijke 6e as voor suïcidaliteit te reserveren, om te benadrukken dat het een onafhankelijke dimensie is die aandacht vereist in de behandeling. Is dit in de definitieve versie terecht gekomen?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Suïcidaal gedrag bij de verschillende stoornissen is ook te begrijpen als een complicatie van of gevoeligheid voor hopeloosheid, impulsiviteit en agressiviteit. Volgens van Heeringen houdt deze voorbeschiktheid verband met…

A

een disfunctie van het serotonerge systeem met een sterke psychobiologische respons op confrontatie met uitlokkende omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Suïcidaliteit kan begrepen worden als een symptoom van een aandoening, maar ook als. een XXX ervan.

A

Consequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van degenen die door suïcide om het leven zijn gekomen, heeft XXX al eerdere pogingen gedaan.

De meerderheid van alle mensen die na een eerste suïcide poging in het ziekenhuis behandeld worden laat het bij deze ene poging XXX, maar XXX herhaalt de poging.

De mate van XXX heeft voorspellende waarde voor toekomstige suïcide.

A
  1. 50%
  2. 60% - 40%
  3. Hopeloosheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is het herpesvirus een goede metafoor voor suicidaliteit?

Wat is hierbij de conclusie?

A

herpesvirus is vaak sluimerend aanwezig en komt tot uiting in de vorm van een koortslip etc. wanneer de patiënt griep krijgt, vermoeid is, stress heeft, … Dragers van het virus weten dat ze het virus nooit meer kwijtraken. Het kan lange tijd latent zijn, maar komt terug in tijden van stress.

Belang van terugvalpreventie in de hulpverlening bij suïcidaliteit is dus groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is dichotoom denken?

A

neiging ervaringen en evaluaties te verwoorden in alles-of-nietstermen: iets is óf helemaal goed óf helemaal slecht)

18
Q

Wat zijn karakterkenmerken die geassocieerd worden met suicidaliteite? 8x

A
  1. Relationele problemen
  2. Hulpeloosheid
  3. Gebrekkige affectregulatie
  4. Impulsiviteit
  5. Dichotoom denken
  6. Rigiditeit
  7. Overgeneraliseren
  8. Krenkbaarheid van het zelfbeeld (Suïcide kan een manier zijn om het zelfbeeld blijvend te beschermen tegen verder verlies)
19
Q

Wat is piekeren?

En rumineren?

A

-Piekeren: reeks oncontroleerbare, negatieve, gedachten waarmee een oplossing geprobeerd gevonden
te worden voor een probleem waarvan de uitkomst onzeker is.

  • Rumineren: het steeds weer in gedachten stilstaan bij de eigen klachten

Van piekeren en rumineren word je vooral moe, het leidt meestal niet tot een oplossing en niet tot opluchting. Het
zijn twee bijzondere vormen van het meer algemene repetitieve denken dat mensen nu eenmaal doen wanneer ze te
maken hebben met een probleem. We gaan dan hard nadenken, waarbij we vaak dezelfde elementen in ons denken
herhalen totdat we een oplossing of strategie vinden of tot we ons neerleggen bij een negatieve uitkomst.

20
Q

Wat zijn flashforwards?

A

Vaak gaat het piekeren over suïcide gepaard met opdringende levendige beelden van suïcide. Deze intrusieve beelden
fungeren als een soort mentale voorbereiding op de laatste handeling. Suïcidale mensen rapporteren dat ze zulke
beelden net zo min als hun gedachten onder controle hebben. De voorstellingen van eigen zelfdoding worden soms
als traumatiserend ervaren, de beelden kunnen de regie overnemen en gevoel van verlies van controle geven.

21
Q

Hoe kan suicidaliteit gezien worden als zelfbescherming?

A

Suïcide is de laatste daad van autonomie in een wereld waarover men helemaal geen controle meer heeft
(gedwongen kiezen tussen slecht alternatief, doodgaan, of nog slechter alternatief, doorgaan met leven).

22
Q

Hoe kan suicidaliteit gezien worden als communicatie?

A

Suïcidaliteit heeft altijd een relationele, communicatieve kant. Het weerspiegelt vaak een isolement, en het uiten van
suïcidegedachten heeft de bedoeling dit isolement te doorbreken. Naast de communicatieve betekenis bestaat er wel
degelijk en tegelijkertijd een doodswens. Wanneer suïcidaliteit wordt ingezet als ogenschijnlijke manipulatie, is het
toch eerder een demonstratie van onmacht dan weldoordachte chantage. Het is daarom vaak een schreeuw om hulp
en een handreiking om contact te maken. Het schudt dierbaren wakker, soms resulteert het in betere betrekkingen
met de naaste omgeving. Soms was een suïcidepoging nodig om opgemerkt te worden.

23
Q

Hoe komt het nu dat zoveel mensen met suïcidale gedachten en veel risicofactoren toch geen suïcide plegen?

A

Kennelijk kunnen we er toch van uitgaan dat verreweg de meeste mensen die aan suïcide denken helemaal niet dood willen zijn of dood willen gaan. Men wil alleen niet verder leven op de wijze waarop het leven nu geleefd wordt.

24
Q

Wat zijn beschermingsfactoren op het niveau van de patiént? 7x

A

Interne hulpbronnen:
1. affectregulatie
2. impulscontrole,
3. het vermogen tot relativeren (rijpe afweer)
4. flexibiliteit
5. een goed ontwikkeld zelf
6. een goede relatie met zichzelf
7. het besef dat de ander in principe te vertrouwen is in plaats van iemand die je
toch laat vallen en dat je daarom hulp mag vragen en dat ook durft.

25
Q

Wat zijn beschermingsfactoren op het niveau van de omgeving? 6x

A
  1. Begripvol contact met medemens; luisterend oor misschien wel effectiefste preventie middel (bv. 113)
  2. Familie, partner, vrienden; hecht
  3. Afwezigheid van middelen; kan tot impulsieve acties leiden, ook beschikbaarheid van middelen met absolute zekerheid op pijnloze dood
  4. Religie
  5. Jonge kinderen (enkel bij vrouwen)
  6. Goed bereikbare en deskundige gezondheidszorg: hoe meer en sneller ernstig suïcidale patiënten in behandeling komen, hoe minder suïcides plaatsvinden in de regio. Dat daarbij soms meer suïcides zijn in de instellingen is te verwachten, maar zeker geen indicatie van slechtere hulp. In NL is ong. 40–45 % van iedereen die door suïcide sterft op dat moment in behandeling bij de ggz. In het buitenland is dit percentage
    aanmerkelijk lager.
26
Q

Wat zijn de meest voorkomende uit angst geboren, onjuiste reacties op suïcidale personen? 7x

A
  1. oppervlakkig geruststellen
  2. heftige gevoelens bij de patiënt uit de weg gaan
  3. een formele en afstandelijke opstelling
  4. suïcidaliteit niet herkennen
  5. weinig directief of zelfs passief handelen
  6. defensief reageren.
  7. niet luisteren
27
Q

Wat is een veelvoorkomende misvatting over met patiënt praten over suïcidaliteit?

A

Veel voorkomende misvatting: je kan pas met de patiënt over suïcide praten als er een vertrouwensband is. Dit is niet
waar, juist door het praten erover kan een vertrouwensband ontstaan.

28
Q

Om tot een goede risico-inschatting te komen, is systematisch onderzoek van de
suïcidaliteit nodig, waarbij de volgende groepen factoren aan bod moeten komen: 9x

A
  1. Langdurige en momentane risicofactoren
  2. Risicovolle momenten
  3. Vragenlijsten
  4. Wilsbekwaamheid
  5. Afweging en structuurdiagnose
  6. Dossiervorming
  7. Veiligheid en veiligheidsplan
  8. Klinische opname
  9. Alert blijven
29
Q

Wat is structuurdiagnose?

A

opgebouwd uit formulering van suïcidale toestand en belangrijkste
stress en kwetsbaarheidsfactoren, een werkhypothese over het ontstaan en instandhouding van het suïcidale gedrag
en over de mate waarin patiënt in staat wordt geacht om belangen bij suïcidale gedrag te overzien en te waarderen.

30
Q

Wat is het acuut-op-chronisch risico?

A

Ook als het gaat om chronische suïcidaliteit is het van belang suïcidale uitlatingen serieus te blijven nemen en alert
te blijven op levensgebeurtenissen die het risico extra vergroten

31
Q

Wat zijn effectieve psychotherapievormen voor suicidaliteit? 3x

A
  1. CGT
  2. MBCT
  3. Probleemoplossende therapie
32
Q

Waar moet de therapie zich op richten?

A

Therapie moet richten op leren omgaan met doodsverlangens als reactie op teleurstellende ervaringen;
hulpeloosheid; dichotoom denken; rigide stijl van oplossen interpersoonlijke conflicten; piekeren/
rumineren; hopeloosheid t.a.v. toekomst; zelfhaat t.g.v. vroege mishandeling.

Met patiënt nagaan of er oplossingen te bedenken zijn om leven in toekomst draaglijker gemaakt kan
worden ’ door bespreken belangrijkste levensdoelen, en wat te doen nu deze kennelijk bedreigd worden.

33
Q

Wat zijn de richtlijnen voor psychofarmaca bij suïcidale personen?

Van welke twee farmaca is aangetoond dat zij de kans op suïcidaliteit verkleinen?

A

Psychofarmaca bij suïcidale personen moet in kleine hoeveelheden en voor korte termijn worden voorgeschreven.

  • Lithium voor uni- en bipolaire stoornis
  • Clozapine voor schizofrenie en andere psychotische stoornissen
34
Q

Wat zegt onderzoek over antidepressiva en suicidaliteit?

Waarover moeten naasten en patiënten ingelicht worden voordat ze starten met antidepressiva?

A

De werking van antidepressiva op suïcidaliteit is nog onvoldoende aangetoond

Naasten en patiënten moeten ingelicht worden dat met starten van AD de suïcidale impulsen en de energie
om deze uit te voeren, eerst kunnen toenemen voordat ze afnemen.

35
Q

Waarom wordt er gebruik gemaakt van een dakpan-principe (=zorg stopt pas wanneer deze door anderen daadwerkelijk is overgenomen) bij de zorg van suicidale mensen?

A

Verandering in de zorgsoort is een bekend risicomoment bij suïcide ’ continuïteit tijdens behandeling daarom zoveel
mogelijk waarborgen.

36
Q

Wat zegt onderzoek over non-suicidecontracten?

A

Werkzaamheid niet aangetoond! Veel verschillende versies van dergelijke contracten in omloop. Non- suïcidecontract
kan open communicatie belemmeren (niet durven zeggen de afspraak niet na te kunnen komen). Sommige
hulpverleners maken zo’n contract om de eigen angstgevoelens te sussen, echter geeft dit enkel een vals gevoel van
veiligheid. Het afsluiten van non-suïcidecontracten wordt afgeraden als vertrouwensband ontbreekt (bv. bij
crisisdiensten of psychotische patiënten) en bij acute suïcidaliteit.

37
Q

Wat zijn proximale factoren?

En distale factoren?

A

• Proximale factoren (factoren die spelen in aanloop tot suïcide bv. verlies, vernedering, afscheidsbrief schrijven)

• Distale factoren (langetermijnrisicofactoren), de zaken die al een lange tijd spelen en die de drager ervan
kwetsbaar maken, zoals depressie, verslaving, een psychotische stoornis of een persoonlijkheidsstoornis ’
die kunnen groepen identificeren, zo is er de groep oudere, depressieve, mannelijke alleenstaande
alcoholisten met kans van 1 op 6 om suïcide te plegen ’ echter ook onmogelijk om te bepalen wie van deze
zes suïcide zal plegen en wanneer

38
Q

Het systematisch onderzoek naar suïcidaliteit omvat welke 7 onderwerpen?

A
  1. langdurige kwetsbaarheidsfactoren: psychiatrische beelden zoals depressie, schizofrenie (vooral indien
    hogere intelligentie i.v.m. beter inzicht in langetermijneffecten van aandoening), …
  2. langdurige beschermingsfactoren; religieuze betrokkenheid (in algemene zin, hoeft in individueel geval niet
    te gelden), vrouw met kleine kinderen, hechter sociaal netwerk
  3. eerdere suïcide-ideatie (ook al zijn er geen suïcidepogingen ondernomen)
  4. eerder suïcidaal gedrag (meeste mensen laten het bij één poging, tweede poging is wel nadrukkelijk
    aanwijzing voor langdurige kwetsbaarheid); ook episoden van zelfbeschadiging kunnen leiden tot suïcide
  5. huidige suïcide-ideatie (kern van suïcidale gedachten is vaak wanhoop, dit dus zeker uitvragen!)
  6. risicomomenten
  7. huidige kwetsbaarheids- en beschermingsfactoren, vooral continuïteit van zorg!
39
Q

Wat is belangrijk na een suicidepoging?

Wat is opvallend hierbij?

Wat zijn de 2 meest genoemde motieven wereldwijd?

A

Motieven uit te vragen. Dit kan met behulp van de gratis lijst van motieven.

Opvallend: degenen die aangaven dat ze wilden sterven gaven vaak ook aan dat ze hulp wilden => kenmerkend voor
suïcidepogingen, tegenstrijdige motieven die tegelijkertijd aanwezig zijn (ambivalentie).

  1. De situatie was zo ondraaglijk dat ik niets anders wist om te doen
  2. Mijn gedachten waren zo vreselijk dat ik daar vanaf wilde zijn.
40
Q

Patiënten die welk motief hadden aangekruist bleken in follow-up degenen te zijn die door suicide om het leven kwamen?

A

Ik wilde het voor anderen gemakkelijk maken.