3.13 Eetstoornissen Flashcards

1
Q

Welk concept staat centraal in het model van Fairburn over eetstoornissen? Licht dit concept toe.

A

In het model van Fairburn staat de disfunctionele manier waarop eigenwaarde beoordeeld wordt centraal. Terwijl gezonde mensen hun eigenwaarde van een heleboel verschillende eigenschappen, kenmerken en gedragingen laten afhangen, koppelen mensen met eetstoornissen hun eigenwaarde vrijwel uitsluitend aan opvattingen over hun eigen lichaam. Ze beoordelen zichzelf in termen van hoe ze eruit (denken te) zien, hoeveel ze wegen en hoe goed ze hun eetgedrag en lichaamsgewicht onder controle hebben (Jansen, 2018).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Interpersoonlijke therapie (IPT) werd oorspronkelijk ontwikkeld voor depressieve stoornissen maar werd later ook ingezet bij de behandeling van boulimia nervosa (BN). Wat is het uitgangspunt en het doel van IPT bij de behandeling van BN? Hoe zijn de effecten vergeleken met de effecten van cognitieve gedragstherapie?

A

Het uitgangspunt van IPT voor BN is dat de eetstoornis in stand wordt gehouden door verstoorde interpersoonlijke relaties en het doel van de therapie is om het huidige sociaal functioneren van de patiënt te verbeteren. In tegenstelling tot CGT richt IPT zich dus niet direct op het gestoorde eetgedrag en lichaamsbeeld. Met IPT worden vergelijkbare resultaten bereikt als met CGT, zij het dat die gunstige resultaten in geval van IPT pas ruim een jaar na de behandeling zichtbaar worden. Direct na de behandeling is CGT aanzienlijk effectiever (Agras, Walsh, Fairburn, Wilson, & Kraemer, 2000; Fairburn et al., 2015). Experts zijn daarom van mening dat CGT de voorkeur verdient boven IPT (Jansen, 2018).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is een klinische opname bij eetstoornissen geïndiceerd? Licht uw antwoord toe.

A

Klinische behandeling is geïndiceerd als er sprake is van zeer ernstige somatische of psychiatrische problematiek, zoals een zeer ernstig ondergewicht met medische complicaties of groot risico op zelfdoding. In deze centra worden patiënten met eetstoornissen meestal multidisciplinair en ‘eclectisch’ behandeld, wat betekent dat behandelaars verschillende technieken en benaderingen naar eigen inzicht combineren. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat dit ook in het buitenland gangbaar is; patiënten met eetstoornissen worden in de dagelijkse praktijk meestal niet volgens protocol behandeld; slechts 36 procent van de behandelaars gebruikt een behandelprotocol en ook de voorkeursbehandeling CGT wordt meestal niet aangeboden (Wallace & Von Ranson, 2011; Waller, 2016). Waller (2016) waarschuwt terecht dat behandelingen volgens eigen inzicht meestal minder effectief zijn dan de behandelingen die in onderzoek het meest effectief bleken te zijn. Voor eetstoornissen zonder ondergewicht is dat CGT (Jansen, 2018).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Worden sinds de DSM 5 voedings- en eetstoornissen gecombineerd binnen 1 categorie?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke voedingsstoornissen zijn er? 3x

A
  1. Pica: eten van niet-eetbare substanties, niet passend bij leeftijd, ontwikkelingsfase of cultuur. Niet gerelateerd aan
    lichaamsbeeld of gewichtscontrole. Behandeling: weinig bekend, gedragstherapie voor de hand liggend.
  2. Ruminatiestoornis: voedsel uit de maag terughalen om vervolgens te herkauwen en opnieuw in te slikken of uit te
    spugen. Behandeling: weinig bekend, gedragstherapie voor de hand liggend.
  3. Vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis (Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder, AFRID): onvoldoende
    eten, voortkomend uit desinteresse, vermijding om sensorische redenen of angst voor aversieve gevolgen van eten. De
    ondervoeding leidt tot ernstige voedingsdeficiënties en flink gewichtsverlies/geen gewichtstoename (bij kinderen).
    Ontwikkeld zich meestal bij jonge kinderen en kan het hele leven blijven bestaan. Behandeling: gedragstherapeutisch.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor wordt anorexia gekenmerkt?

A

kenmerkt zich vnl. door vermagering. Angst om aan te komen (dik worden). Vaak ontkenning
van ernst laag lichaamsgewicht en denken vaak dikker te zijn dan zij in werkelijkheid zijn. Hoe ze over hun
lichaam/gewicht/aantrekkelijkheid denken bepaalt in sterke mate hoe ze over zichzelf als persoon in het geheel
oordelen (ook het geval bij BN).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 2 typen anorexia zijn er?

A

• Restrictieve type => vermagert door weinig te eten en veel energie te verbranden (bewegen) zonder dat er
sprake is van eetbuien of purgeren.
• Eetbuien-purgerende type => eet weinig en beweegt veel, maar heeft ook eetbuien en purgeert.
Soms komt het voor dat iemand geen eetbuien heeft maar wel de kleine hoeveelheden purgeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor kenmerkt boulimia zich?

A

kenmerkt zich door eetbuien. Tijdens eetbui wordt objectief veel gegeten, er is sprake van
controleverlies. Vervolgens maatregelen om gewichtstoename te voorkomen (bv. braken, laxantia, in literatuur ook wel
ongepast compenserend gedrag genoemd). Vaak gezond gewicht, maar patiënt maakt zich ernstig zorgen om
lichaamsvormen en -gewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kenmerkt eetbuistoornis? ofwel binge eating disorder

A

Eetbuien zijn geassocieerd met minimaal drie van volgende vijf kenmerken: 1) sneller eten dan normaal, 2)
dooreten tot een oncomfortabel gevoel, 3) veel eten zonder fysieke honger, 4) alleen eten (vanwege
schaamte voor hoeveelheid die gegeten wordt), 5) walging van zichzelf, depressiviteit of schuldgevoel na
eten. Verschil tussen BED en BN = compensatie ontbreekt bij BED, dus ook vaak sprake van overgewicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt de ernst vastgesteld van anorexia, boulimia en BED?

A
  • AN stelt ernst vast a.d.h.v. BMI: hoe ernstiger het ondergewicht, hoe ernstiger de AN.
  • BN stelt ernst vast a.d.h.v. frequentie van ongepast compenseren
  • BED stelt ernst vast a.d.h.v. frequentie van eetbuien (hoe meer hoe ernstiger BED)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mensen met een eetstoornis vertonen ook vaak andere kenmerken zoals stemmingswisselingen of -stoornissen,
angsten, waaronder obsessies en compulsies, en interpersoonlijke problemen.
Patiënten met een eetstoornis kunnen onderverdeeld worden in twee groepen.
Welke 2?

A

1) groep die gekenmerkt wordt door
negatief affect en

2) groep die niet gekenmerkt wordt door negatief affect. Dit is gerelateerd aan het verloop van de
eetstoornis: de prognose bij een hoog negatief affect is aanzienlijk ongunstiger dan bij een laag negatief affect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een cross-over (zie voorbeeldcasus p.367) tussen de verschillende eetstoornissen komt vaak voor. Waar pleiten sommige experts daarom voor?

A

voor een transdiagnostisch model van eetstoornissen waarin het diagnostische onderscheid tussen
AN, BN en BED niet gemaakt wordt: er is eenvoudigweg sprake van een eetstoornis. Wel worden symptomen
gediagnosticeerd (ondergewicht/overgewicht, eetbuien/restrictief etc.). die symptomen kunnen wisselen over tijd.
ð Dit model past beter op de empirische realiteit dan de DSM-indeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt de diagnose gesteld?

A

Diagnose stellen a.d.h.v. diagnostisch interview:
• SCID-5
• liefst aanvullend ook semigestructureerd interview Eating Disorder Examination (EDE) => gouden standaard!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

comorbide psychiatrische problemen: komt vaak voor, maar cognitieve problemen zoals
vertraagd denken en zwakke executieve functies kunnen een (tijdelijk) gevolg zijn van,…

A

e ernstige vermagering en

duiden niet per se op neuropsychologische stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vaak purgeren en/of ondervoeding kunnen leiden tot…

A

dehydratie en
ernstige stoornissen in de elektrolytenhuishouding (hyponatriëme, hypokaliëme), kan leiden tot verzwakking hartspier
en verslappen ademhalingsspieren ’ levensgevaarlijk en vereist direct medisch handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de bewezen effectieve behandeling voor eetstoornissen?

Wat staat er centraal?

A

CGT-Model. Centraal: disfunctionele manier waarop eigenwaarde beoordeeld
wordt. Gezonde mensen laten dit van veel verschillende eigenschappen
afhangen, mensen met eetstoornissen vrijwel uitsluitend aan opvattingen
over lichaam.
Gevolg: leven draait om eten, gewicht en uiterlijk ’ gedrag van mensen met
eetstoornis wordt begrijpelijk, wie denkt pas iets waard te zijn als ze haar
eetgedrag en gewicht volledig onder controle heeft, kan dit hardnekkig
nastreven en angst voor controleverlies en gewichtstoename is groot.
CGT concentreert zich volledig op de verandering van eetgedrag, gewichtscontrolemaatregelen, en disfunctionele
opvattingen. CGT is geschikt voor alle eetstoornis patiënten, is transdiagnostisch en wordt op maat gegeven.

17
Q

Welke 3 andere therapieen kunnen toegepast worden bij eetstoornissen?

A

Interpersoonlijke therapie (IPT): wordt ook toegepast voor BN, met als uitgangspunt dat de eetstoornis in stand wordt
gehouden door verstoorde interpersoonlijke relaties, en met als doel het huidige sociaal functioneren te verbeteren.
IPT richt zich i.t.t. CGT dus niet direct op het gestoorde eetgedrag en lichaamsbeeld. IPT behaald vergelijkbare
resultaten als CGT, echter worden de gunstige resultaten van IPT pas na een jaar zichtbaar. Direct na de behandeling is
CGT aanzienlijk effectiever, daarom heft CGT de voorkeur boven IPT.

Psychoanalytische therapie: is gebaseerd op veronderstelling dat eetstoornissymptomen geworteld zijn in een
behoefte om bepaalde gevoelens en wensen af te weren. CGT is echter overtuigend effectiever bij BN. Bij andere
eetstoornissen is de waarde van psychoanalytische therapie nog nooit onderzocht.

Psychofarmaca: zijn meestal niet erg effectief, vooral antidepressiva niet. Hoewel AD op korte termijn tot reductie van
eetbui- en purgeerfrequentie leidt van 60%, is dit bij CGT en IPT 80%. Abstinentie met alleen psychofarmaca komt veel
minder vaak voor dan bij CGT. De toevoeging van AD bij CGT heeft geen meerwaarde

18
Q

CGT is de meest effectieve behandeling voor eetstoornissen zonder ondergewicht.
Wat wordt er gedaan bij ondergewicht?

A

Zodra er sprake is van
ondergewicht, dan is niet precies duidelijk wat de meest effectieve behandeling is. Vaak wordt er dan multidisciplinair
en eclectisch behandeld en wordt ook het systeem van de patiënt bij de behandeling betrokken

19
Q

Hoe ziet de behandeling van eetstoornissen er in de dagelijkse praktijk uit?

A

In de dagelijkse praktijk worden eetstoornissen meestal niet volgens protocol behandeld, slechts 36% van de
behandelaars gebruikt een behandelprotocol en ook de voorkeursbehandeling CGT wordt meestal niet aangeboden