22. Verbale communicatie Flashcards
de vraag, het verzoek, de aanvraag
la domanda
vragen
domandare
iemand iets vragen
chiedere qc a qu
mogen, kunnen
potere
(be)antwoorden, reageren op
rispondere a
het antwoord
la risposta
iemand/iets onderbreken
interrompere qu/qc
het gesprek, de conversatie
la conversazione
met iemand spreken/praten
parlare a qu/con qu
praten, kletsen, roddelen
chiacchierare
het geklets, de praatjes, de roddels
le chiacchiere
iemand informeren/op de hoogte stellen
informare qu
de informatie
l’informazione
iemand iets meedelen
comunicare qc a qu
de raad(geving), het advies
il consiglio
iemand/iets aankondigen
annunciare qu/qc
de boodschap, het bericht
il messaggio
verklaren, beweren, bevestigen
affermare
verklaren, kenbaar maken
dichiarare
doorgaan met, voortzetten
continuare
(met iemand) over iets praten/discussiëren
discutere di qc (con qu)
matig, gematigd
moderato, moderata
gaan over/om
trattarsi di
iemand iets vertellen
raccontare qc a qu
het verhaal
il racconto
roepen, schreeuwen
gridare
de schreeuw, de kreet
il grido, le grida
iemand overtuigen iets te doen
convincere qu a fare qc
overtuigd
convinto, convinta
(be)commentariëren, (be)kritiseren
commentare
het commentaar, de kritiek
il commento
de mening, de opinie
l’opinione
naar mijn mening
secondo la mia opinione
iemand iets (toe)wensen
augurare qc a qu
de (beste) wensen
gli auguri
de wens
l’augurio
iemand met iets feliciteren/gelukwensen
congratularsi con qu per qc
de felicitaties, de gelukwensen
le congratulazioni
het compliment
il complimento
een compliment maken
fare complimenti
vrijuit, zonder beleefdheid
senza complimenti
Wat jammer!
Che peccato!
Arme kerel! / vrouw!
Poveretto, poveretta
wanhopig, radeloos
disperato, disperata
iemand troosten
consolare qu
de troost
la consolazione
iemand verzoeken iets te doen
pregare qu di fare qc
iemand iets aanraden / aanbevelen
raccomandare qc a qu
de raadgeving, de aanbeveling
la raccomandazione
de aanbevelingsbrief
la lettera di raccomandazione
alstublieft/alsjeblieft
per favore
zich duidelijk uitdrukken
spiegarsi
iets graag willen/wensen
desiderare qc
de wens, het verlangen
il desiderio
willen, verlangen, wensen
volere
gewild, opzettelijk
voluto, voluta
absoluut, beslist
assolutamente
iets van iemand verlangen/eisen
pretendere qc da qu
de pretentie, de eis
la pretesa
pretentieloos
senza pretese
moeten, verschuldigd zijn
dovere
verschuldigd, nodig, vereist
dovuto, dovuta
zoals voorgeschreven
in modo dovuto
het bevel, de order, de opdracht
l’ordine
garanderen, verzekeren
garantire
de garantie
la garanzia
uitvoeren
eseguire
de uitvoering
l’esecuzione
iemand gehoorzamen, naar iemand luisteren
obbedire a qu
oppassen voor
guardarsi da
handhaven, bewaren
mantenere
de handhaving, het onderhoud
il mantenimento
iemand verbieden iets te doen
proibire qc a qu
verboden
proibito, proibita
het verbod
il divieto
het rookverbod
il divieto di fumare
de toestemming
il permesso
toegestaan, geoorloofd
permesso, permessa
iemand toestaan iets te doen
permettere qc a qu
de toekenning, de verlening
la concessione
iemand iets verlenen/geven/toestaan
concedere qc a qu
iets goedkeuren, instemmen met iets
approvare qc
de instemming, de goedkeuring
l’approvazione
toelaten tot iets, iets toegeven
ammettere qc
de toelating
l’ammissione
aanvallen
attaccare
iemand met iets (be)dreigen
minacciare qu di qc
de belediging
l’insulto
beledigen, uitschelden
insultare
beledigen, kwetsen
offendere
iemand/iets vergeven
perdonare qu/qc
de vergeving, de vergiffenis
il perdono
iemand/iets excuseren/verontschuldigen
scusare qu/qc
het excuus, de verontschuldiging
la scusa
zich excuseren, zich verontschuldigen
scusarsi
helaas, jammer genoeg
purtroppo
het bedanken
il ringraziamento
iemand bedanken voor iets
ringraziare qu di/per qc
bedankt
grazie
alstublieft
prego
dankbaar
grato, grata
de bevestiging
la conferma
iemand iets bevestigen
confermare qc a qu
aannemen, accepteren
accettare
het accepteren, de acceptatie
l’accettazione
akkoord, afgesproken, oké
d’accordo
ja
si
iemand iets verzekeren/garanderen
assicurare qc a qu
iemand iets beloven
promettere qc a qu
de herhaling
la ripetizione
iets herhalen
ripetere qc
zweren, een eed afleggen
giurare
de eed
il giuramento
inderdaad, dan ook, namelijk
infatti
juist, precies, nauwkeurig
esatto, esatta
de juistheid, de nauwkeurigheid
l’esattezza
om precies te zijn
per l’esattezza
de indruk
l’impressione
aan iets/iemand twijfelen
dubitare di qc/qu
iemand waarschuwen/iemand berispen
ammonire qu
iets/iemand bekritiseren
criticare qc/qu
iemand tegenspreken
contraddire qu
de tegenstrijdigheid
la contraddizione
tegenstrijdig
contraddittorio, contraddittoria
misschien
forse
nee
no
niet
non
ooit, wel eens
mai
nooit, nimmer
non…mai
niets, niks
niente
ten minste, op zijn minst, minstens
almeno
ten minste, op zijn minst, minstens
almeno
iemand tevreden stellen, voldoen aan iets
soddisfare qc/qu
zich tevredenstellen met, genoegen nemen met
accontentarsi di
tevreden, blij, vrolijk
contento, contenta
iemand ontevreden maken
scontentare qu
ontevreden, teleurgesteld
scontento, scontenta
genoeg, stop, verder niets, alleen
basta
dat is alles
basta così
nu is het genoeg
adesso basta
(af)sluiten, tot stand brengen, afmaken
concludere
zich iets voorbehouden
riservarsi qc
de beoordeling, het oordeel, de mening
il giudizio
redelijk, rationeel, functioneel, praktisch
razionale
irrationeel, onlogisch
irrazionale
de rechtvaardiging, het excuus
la giustificazione
iets/iemand verdedigen, iets rechtvaardigen
giustificare qc/qu
de beschouwing, de overweging
la considerazione
in overweging nemen
prendere in considerazione
iemand/iets beschouwen/zien als
considerare qu/qc
van oordeel zijn, vinden, beschouwen
ritenere
constateren, vaststellen
constatare
de constatering, de vaststelling
la constatazione
iets/iemand opmerken
accorgersi di qc/qu
de truc, het foefje
l’accorgimento
iets raden/voorspellen
indovinare qc
het raadsel
l’indovinello
iets/iemand betreffen/aangaan
riguardare qc/qu
natuurlijk
naturale
de echtheid, de ongedwongenheid
la naturalezza
opzetten, stellen
impostare
de imbeciel, de stommeling
l’imbecille
goed (bw)
bene
goed (bn)
buono, buona
de verbazing, de verwondering, het wonder
la meraviglia
wat schitterend!
che meraviglia
geweldig, schitterend, prachtig
meraviglioso, meravigliosa
zich over iets/iemand verbazen
meravigliarsi di qc/qu
schitterend, prachtig
splendido, splendida
prachtig, schitterend
magnifico, magnifica
buitengewoon, uitzonderlijk
eccezionale
genoeg, voldoende, tamelijk, nogal
abbastanza
algemeen
generale
juist, correct, eerlijk, fatsoenlijk
corretto, corretta
de correctheid, de eerlijkheid, het fatsoen
la correttezza
positief, gunstig
positivo, positiva
graag, met genoegen
volentieri
precies, nauwkeurig, duidelijk
preciso, precisa
juist, goed, waar, rechtvaardig
giusto, giusta
interessant
interessante
het ideaal
l’ideale
ideaal
ideale
helder, duidelijk
chiaro, chiara
de helderheid, de duidelijkheid
la chiarezza
goed, knap, bekwaam
bravo, brava
het enthousiasme
l’entusiasmo
enthousiast maken
entusiasmare
spannend, opwindend
entusiasmante
tevreden, voldaan
soddisfatto, sodisfatta
de voldoening, de genoegdoening, het genoegen
la soddisfazione
het voordeel
il vantaggio
liever doen/willen/hebben, verkiezen, de voorkeur geven
preferire
de voorkeur, de voorliefde
la preferenza
slecht, gemeen, niet aardig
cattivo, cattiva
de boosaardigheid, de slechtheid
la cattiveria
laf
vigliacco, vigliacca
de lafheid
la vigliaccheria
bang worden, schrikken
spaventarsi
slecht, verkeerd (bw)
male
slechter, erger, slechts, ergst (bw)
peggio
slechter, erger, slechtst, ergst
peggiore
zeer, slecht
pessimo, pessima
getver, wat smerig
che schifo!
overbodig, overtollig
superfluo, superflua
oneerlijk, niet correct
scorretto, scorretta
de oneerlijkheid, de onjuistheid
la scorrettezza
negatief
negativo, negativa
nadelig
svantaggioso, svantaggiosa