21. Hoeveelheden, getallen en maten Flashcards

1
Q

de hoeveelheid, het aantal

A

la quantità

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

groot

A

grande

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de massa

A

la massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het stuk

A

il pezzo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

groot, dik

A

grosso, grossa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

veel

A

molto, molta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel

A

quanto, quanta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

veel, zoveel

A

tanto, tanta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

te veel

A

troppo, troppa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

te, erg, te veel

A

troppo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

al, heel, ieder, elk, helemaal

A

tutto, tutta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

heel, compleet

A

intero, intera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

veel, zeer, erg

A

molto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

weinig

A

poco, poca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

weinig

A

poco

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ongeveer, circa

A

circa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een beetje, wat

A

un po’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

groot, talrijk

A

numeroso, numerosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoog

A

elevato, elevata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

beperkt, begrensd

A

limitato, limitata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

verschillend, anders

A

differente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

verschillend, veelzijdig

A

vario, varia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

een paar, enkele, enige

A

alcuno, alcuna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een paar, enkele, enige

A

alcuni, alcune

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
bevatten
contenere
26
vol, gevuld
pieno, piena
27
het vat, de ton, het fust
la botte
28
het vat, de ton
il barile
29
leeg
vuoto, vuota
30
de rest, het wisselgeld
il resto
31
de druppel
la goccia
32
het slokje water
il goccio d'acqua
33
de stapel, de hoop
il mucchio
34
de boel, de hoop
il sacco
35
genoeg zijn, voldoende zijn
bastare
36
het aandeel, de bijdrage, de quota
la quota
37
totaal-, compleet
totale
38
gedeeltelijk, deel-
parziale
39
de serie, de reeks
la serie
40
de veelvuldigheid, de frequentie
la frequenza
41
enig, uniek
unico, unica
42
allebei, beide
entrambi, entrambe
43
de keer
la volta
44
afzonderlijk, apart, (één) enkel
singolo, singola
45
eenvoudig
semplice
46
et cetera, enzovoort(s) (etc., enz.)
eccetera (ecc., etc.)
47
het getal, het cijfer, het nummer
il numero
48
even
pari
49
oneven
dispari
50
het cijfer, de som, het bedrag
la cifra
51
nul
zero
52
een
uno
53
twee
due
54
drie
tre
55
driemaal is scheepsrecht
non c'è due senza tre
56
vier
quattro
57
zullen we een eindje gaan lopen?
andiamo a fare quattro passi?
58
vijf
cinque
59
zes
sei
60
zeven
sette
61
acht
otto
62
over een week
a otto
63
negen
nove
64
tien
dieci
65
met z'n tienen
a dieci
66
elf
undici
67
twaalf
dodici
68
dertien
tredici
69
veertien
quattordici
70
vijftien
quindici
71
over twee weken
fra quindici giorni
72
zestien
sedici
73
zeventien
diciasette
74
achttien
diciotto
75
negentien
diciannove
76
twintig
venti
77
eenentwintig
ventuno
78
tweeëntwintig
ventidue
79
drieëntwintig
ventitré
80
vierentwintig
ventiquattro
81
vijfentwintig
venticinque
82
zesentwintig
ventisei
83
zevenentwintig
ventisette
84
achtentwintig
ventotto
85
negenentwintig
ventinove
86
dertig
trenta
87
eenendertig
trentuno
88
veertig
quaranta
89
vijftig
cinquanta
90
zestig
sessanta
91
zeventig
settanta
92
tachtig
ottanta
93
negentig
novanta
94
honderd
cento
95
tweehonderd
duecento
96
driehonderd
trecento
97
achthonderd
ottocento
98
duizend
mille
99
elfhonderd
millecento
100
negentienhonderdnegentig
millenovecentonovanta
101
tweeduizend
duemila
102
tienduizend
diecimila
103
het miljoen
il milione
104
het miljard
il miliardo
105
het biljoen
il bilione
106
eerste
primo, prima
107
tweede
secondo, seconda
108
derde
terzo, terza
109
vierde
quarto, quarta
110
vijfde
quinto, quinta
111
zesde
sesto, sesta
112
zevende
settimo, settima
113
achtste
ottavo, ottava
114
negende
nono, nona
115
tiende
decimo, decima
116
elfde
undicesimo, undicesima
117
twaalfde
dodicesimo, dodicesima
118
dertiende
tredicesimo, tredicesima
119
veertiende
quattordicesimo, quattordicesima
120
vijftiende
quindicesimo, quindicesima
121
zestiende
sedicesimo, sedicesima
122
zeventiende
diciassettesimo, diciassettesima
123
achttiende
diciottesimo, diciottesima
124
negentiende
diciannovesimo, diciannovesima
125
twintigste
ventesimo, ventesima
126
eenëntwintigste
ventunesimo, ventunesima
127
tweeëntwintigste
ventiduesimo, ventiduesima
128
dertigste
trentesimo, trentesima
129
honderdste
centesimo, centesima
130
duizendste
millesimo, millesima
131
(op)meten
misurare
132
de maat, de afmeting
la misura
133
de meter
il metro
134
de vierkante meter
il metro quadro
135
de kubieke meter
il metro cubo
136
de millimeter
il millimetro
137
de centimeter
il centimetro
138
de kilometer
il chilometro
139
de vierkante kilometer
il chilometro quadrato
140
de hectare
l'ettaro
141
klein
piccolo, piccola
142
dik, dicht
spesso, spessa
143
mager, karig, zwak
scarso, scarsa
144
dun, fijn, smal
sottile
145
de hoogte
l'altezza
146
de lengte
la lunghezza
147
de breedte
la larghezza
148
de diepte
la profondità
149
de inhoud
il contenuto
150
de helft
la metà
151
half
mezzo, mezza
152
een halve liter
mezzo litro
153
de kwart, het vierde
il quarto
154
een kwart liter
un quarto di litro
155
de liter
il litro
156
de dosis, de hoeveelheid
la dose
157
doseren, afmeten
dosare
158
de gram
il grammo
159
de milligram
il milligrammo
160
de microgram
il microgrammo
161
de nanogram
il nanogrammo
162
het ons
l'etto
163
de kilo
il chilo
164
een halve kilo, een pond
mezzo chilo
165
honderd kilo
il quintale
166
vijftig kilo
il mezzo quintale
167
de ton
la tonnellata
168
erg, zeer, heel
assai
169
de overmaat, de overdaad
l'eccesso
170
buitensporig, overdreven
eccessivo, -a
171
opmerkelijk, aanzienlijk
notevole
172
meerdere, tamelijk veel, behoorlijk wat
parecchio, -a
173
aardig wat, heel, nogal
parecchio
174
de grens, de limiet
il limite
175
beperken, begrenzen
limitare
176
de druppel
la goccia
177
alle kleine beetjes helpen
la goccia scava la pietra
178
het slokje water
il goccio d'acqua
179
rijk, overvloedig
abbondante
180
de overvloed, de rijkdom
l'abbondanza
181
in overvloed
in abbondanza
182
het dozijn, het twaalftal
la dozzina
183
een tiental, een stuk of tien
una decina
184
tientallen
decine
185
een vijftiental, een stuk of vijftien
una quindicina
186
een twintigtal, een stuk of twintig
una ventina
187
een honderdtal, een stuk of honderd
un centinaio
188
honderden
centinaia
189
een duizendtal, een stuk of duizend
un migliaio
190
duizenden
migliaia
191
het maximum
il massimo
192
het minimum
il minimo
193
het gemiddelde
la media
194
de vergelijking
il confronto
195
vergelijken
confrontare
196
de verhouding
la proporzione
197
de overeenkomst
la corrispondenza
198
overeenkomen, overeenstemmen
corrispondere
199
gelijk, hetzelfde/dezelfde
uguale
200
de gelijkheid
l'uguaglianza
201
het dubbele
il doppio
202
dubbel, tweevoudig
doppio, -a
203
het gewicht
il peso
204
netto
netto
205
bruto
lordo