18. Natuur, milieu en ecologie Flashcards
de aarde
la terra
van de aarde, aarts-
terrestre
buitenaards
extraterrestre
ruimte-, ruimtelijk
spaziale
de ruimte, de kosmos
lo spazio
eindig
finito, finita
oneindig
infinito, infinita
het oneindige
l’infinito
ontdekken
scoprire
de planeet
il pianeta
de zon
il sole
de straal
il raggio
ondergaan
tramontare
de (zons)ondergang
il tramonto (del sole)
de (zons)opgang
il sorgere (del sole)
opkomen, aanbreken
sorgere
het doel
lo scopo
het bestaan, de existentie
l’esistenza
bestaan, voorkomen, leven
esistere
de ster
la stella
sterren-, ster-
stellare
de maan
la luna
maan-, lunair
lunare
de sterrenkunde, de astronomie
l’astronomia
de aardrijkskunde, de geografie
la geografia
de wereldbol, de globe, de wereldkaart
il mappamondo
het continent, het werelddeel, het vasteland
il continente
continentaal, vastelands-
continentale
het noorden
il nord
het zuiden
il sud
ten zuiden van
a sud di
het oosten
l’est
het westen
l’ovest
het kompas
la bussola
het landschap
il paesaggio
het uitzicht, het panorama
il panorama
de plaats, de plek, het oord
il luogo
de (laag)vlakte, het laagland
la pianura
de heuvel
la collina
de echo
l’eco
het gebergte, de berg
la montagna
het woud, het bos
la foresta
de woestijn
il deserto
de oase
l’oasi
wijd, uitgestrekt
vasto, vasta
de verlatenheid, de eenzaamheid
la solitudine
de vulkaan
il vulcano
vulkanisch, vulkaan-
vulcanico, vulcanica
de aardbeving
il terremoto
de (aard)schok
la scossa
de lawine
la valanga
de aardverschuiving, de lawine
la frana
de oceaan
l’oceano
zee-
marino, marina
de zee
il mare
de straat, de zee-engte
lo stretto
de kust, de oever
la riva
woelig, ruw
mosso, mossa
de golf, de baai
il golfo
de (zee)kust
la costa
de rots, de klip
lo scoglio
de grot
la grotta
het eiland
l’isola
het meer
il lago
de horizon
l’orizzonte
verdwijnen
sparire (sparisco)
de verdwijning
la sparizione
de rivier
il fiume
overstromen
tracimare
stromen, vloeien
scorrere
overstromen, onder water zetten
inondare
de overstroming
l’inondazione
vissen
pescare
oversteken
attraversare
de waterval
la cascata
de pool
il polo
de noordpool
il polo nord
de zuidpool
il polo sud
pool-, polair
polare
de poolkap
la calotta polare
het weer
il tempo
Wat voor weer is het?
Che tempo fa?
het klimaat
il clima
klimaat-, klimatologisch
climatico, climatica
de klimaatverandering
il mutamento climatico
de verandering, de omslag
il cambiamento
de hemel
il cielo
bewolkt
coperto, coperta
de wolk
la nuvola
bewolkt
nuvoloso, nuvolosa
de bewolking
la nuvolosità
de drukkende hitte, het benauwde weer
l’afa
drukkend, broeierig
afoso, afosa
de regen
la pioggia
het onweer, het noodweer, de onweersbui
il temporale
de regenboog
l’arcobaleno
nat, vochtig
bagnato, bagnata
regenen
piovere
nat worden
bagnarsi
vochtig, klam
umido, umida
de vochtigheid
l’umidità
het (zon)licht
la luce
de zon
il sole
schijnen, stralen
splendere
verwarmen, verhitten, opwarmen
scaldare
de warmte, de hitte
il caldo
de Celsiusgraad
il grado Celsius
de kou
il freddo
(be)vriezen
gelare
ontdooien, ijsvrij maken
sgelare
de dooi
il disgelo
het ijs
il ghiaccio
sneeuwen
nevicare
de sneeuw
la neve
de lucht
l’aria
fris, koel
fresco, fresca
de wind
il vento
het zuchtje wind
il soffio
waaien, blazen
soffiare
hevig, heftig
violento, violenta
de flora
la flora
de plant, het gewas
la pianta
planten, potten, zaaien
piantare
de teelt, de verbouw
la coltura
het zaad
il seme
de wortel
la radice
diep
profondo, profonda
het blad
la foglia
de tak, de twijg
il ramo
(af)plukken, oogsten
cogliere
het veld, het weiland
il prato
vertrappen, plattrappen
calpestare
het bos
il bosco
het graan(gewas)
i cereali
de tarwe, het koren, het graan
il grano
de tarwe, het graan
il frumento
de maïs
il mais
de gerst
l’orzo
de haver
l’avena
havervlokken
fiocchi d’avena
de rogge
la segale, la segala
de vrucht
il frutto
de schil
la buccia
pellen, schillen
sbucciare
de druiven
l’uva
de groente
la verdura
de peulvruchten
i legumi
de linze
la lenticchia
de kikkererwt
il cece
de tuinboon
la fava
de paddenstoel
il fungo
het eekhoorntjesbrood
il fungo porcino
eetbaar
commestibile
door elkaar halen, verwarren met
confondere
de bloem
il fiore
de anjer
il garofano
de roos
la rosa
de lelie
il giglio
de sering
il lillà
de margriet
la margherita
de tulp
il tulipano
het viooltje
la viola
de bos, het boeket
il mazzo
verdorren, uitdrogen, (laten) drogen
seccare
de boom
l’albero
de spar
l’abete
de gewone spar
l’abete rosso
de cipres
il cipresso
de den(nenboom), de pijnboom
il pino
de plataan
il platano
de eik
la quercia
het dier, het beest
l’animale
het beest, het dier
la bestia
het vee
il bestiame
het ras
la razza
het wijfje, het vrouwtje
la femmina
het mannetje
il maschio
huis-
domestico, domestica
het huisdier
l’animale domestico
de stal, het hok
la stalla
de veren
le penne
de vleugel
l’ala
vliegen
volare
de bek, de snavel
il becco
de staart
la coda
de snuit
il muso
de poot, de klauw
la zampa
de klauw
l’artiglio
het nest
il nido
het hol
la tana
bijten
mordere
de beet
il morso
giftig
velenoso, velenosa
fokken, (dieren) houden
allevare
het kalf
il vitello
de os
il bue
de stier
il toro
de koe
la mucca
de gekkekoeienziekte
la (malattia della) mucca pazza
de geit
la capra
het schaap
la pecora
het varken, het zwijn
il maiale
het varken, het zwijn
il porco
de haan
il gallo
de kip, de hen
la gallina
de gans
l’oca
de eend
l’anatra
de duif
il piccione
het paard / de merrie
il cavallo, la cavalla
de ezel
l’asino
de hond, de reu / de teef
il cane, la cagna
de vechthond
il cane da combattimento
de zwerfhond
il cane randagio
de muilkorf
la museruola
de kat, de poes, de kater / de poes
il gatto, la gatta
het insect
l’insetto
de vlinder
la farfalla
de vlieg
la mosca
verdrijven, verjagen
cacciare (via)
het vliegje
il moscerino
de mug
la zanzara
de steek, de beet
la puntura
de bij
l’ape
de bijenkorf
l’alveare
de wesp
la vespa
steken, bijten
pungere
de mier
la formica
de krekel
il grillo
de spin
il ragno
de worm, de rups
il verme
de vogel
l’uccello
de zwaan
il cigno
de mus
il passero
de merel
il merlo
de uil
la civetta
de ransuil
il gufo
de arend, de adelaar
l’aquila
solitair, op zichzelf
solitario, solitaria
de condor
il condor
de papegaai
il pappagallo
nadoen, imiteren
imitare
de nabootsing, de imitatie
l’imitazione
camoufleren
mimetizzare
de aap
la scimmia
de kameel
il cammello
de olifant
l’elefante
de beer
l’orso
de ijsbeer
l’orso polare
de wolf
il lupo
het loeien, het geloei, het gehuil
l’urlo
de leeuw/in
il leone, la leonessa
de tijger
la tigre
het luipaard
il leopardo
het konijn
il coniglio
de haas
la lepre
de rat
il ratto
de cavia
la cavia
de muis
il topo
de vis
il pesce
de kikker
la rana
de pad
il rospo
de krokodil
il coccodrillo
de natuur
la natura
redden
salvare
de redding
il salvataggio
bewaren, behouden
conservare
verwoesten, verpesten, kapot maken
rovinare
het milieu
l’ambiente
milieu-, omgevings-
ambientale
de milieubescherming
la tutela ambientale
de milieuactivist/e
l’ambientalista
de ervaring, de ondervinding
l’esperienza
het rapport, de samenhang, het verband
il rapporto
de vervuiling, de verontreiniging
l’inquinamento
de luchtvervuiling
l’inquinamento atmosferico
verontreinigen, vervuilen
contaminare
de vervuiling, de verontreiniging
la contaminazione
de atmosfeer, de dampkring
l’atmosfera
de straling
la radiazione
schadelijk
nocivo, nociva
bestaan in/uit
consistere in
de laag
lo strato
de ozon
l’ozono
de ozonlaag
lo strato di ozono
het gat in de ozonlaag
il buco nell’ozono
hevig, intens
intenso, intensa
ernstig
serio, seria
riskeren, op het spel zetten, de kans lopen, het risico lopen
rischiare
gevaarlijk
pericoloso, pericolosa
het gevaar
il pericolo
de consequentie, het gevolg
la conseguenza
het effect, de uitwerking, het resultaat
l’effetto
effect hebben, werken
fare effetto
de vuilnis, het afval, de afvalstoffen
i rifiuti
de stortplaats
la discarica
(ver)branden
bruciare
de stank
la puzza
stinken
puzzare
de reactor
il reattore
de elektriciteitscentrale
la centrale elettrica
de radioactiviteit
la radioattività