§2 opdracht 6 woorden rondom Psychologie en filosofie Flashcards
1
Q
concept
A
wijsgerig begrip; idee
2
Q
dogma
A
regel in een leer of geloof waarvoor niet te discussiëren valt
3
Q
domein
A
gebied
4
Q
entiteit
A
wezenlijkheid; eenheid; geheel
5
Q
falsifiëren
A
aantonen dat een vooronderstelling onjuist is
6
Q
idealisme
A
opvatting dat alleen ideeën de ware werkelijkheid zijn
7
Q
idee-fixe
A
dwangmatige gedachte; dwangvoorstelling
8
Q
impliceren
A
(stilzwijgend) ook inhouden dat
9
Q
moreel
A
overeenstemmend met wat men als goed en netjes beschouwt; zedelijk
10
Q
notie
A
besef; denkbeeld; vaag idee van iets; benul
11
Q
pavlovreactie
A
onwillekeurige respons op een bepaalde prikkel
12
Q
percipiëren
A
waarnemen
13
Q
perverteren
A
verdorven maken; bederven
14
Q
postmodernisme
A
cultuurstroming die een principieel eclecticisme nastreeft
15
Q
rationalisme
A
manier van denken waarbij je alleen aanvaard wat met de rede
